Bouw en bewegen
1
,Inhoudsopgave
Tips voor studeren p.3
Inleiding anatomie
Anatomische stand p. 4
Vlakken en assen p. 4
Terminologie p. 5
Bewegingen p. 5
Bovenste extremiteiten
Skelet p. 1 & vanaf p. 10
Gewrichten p. 16
Spieren p. 22
Zenuwen p. 29
Bloedvaten p. 32
Onderste extremiteiten
Skelet p. 1 & vanaf p. 34
Gewrichten p. 42
Spieren p. 48
Zenuwen p. 56
Bloedvaten p. 59
Wervelkolom en rug
Skelet p. 62
Gewrichten p. 69
Spieren p. 70
Zenuwen p. 72
Bloedvaten p. 73
Overig
Aanhechtingen p. 76
Aperturae p. 76
Fascia en compartimenten p. 77
Heel overweldigend (en misschien demotiverend?) het aantal pagina’s, MAAR..
juist overzichtelijk alles apart (en soms erna samengevoegd) en verschillende aanzichten.
DIT KAN JIJ, SUCCES ! :)
2
,Tips voor studeren
Hierbij een document met alles van de itemlijst Bouw & Bewegen 2022.
Hoofdpunten: - blijf bij (zowel itemlijst als hoorcolleges)
- herhaling (echt waar: repitition is key!)
- lange namen ‘ontleden’
- waarom? -> zo wordt alles steeds veel duidelijker :)
BELANGRIJK:
- hoorcollege aantekeningen voor histologie, spierfysiologie, kritisch redeneren, ziektebeelden, etc.
- neem bijv. ook fysiologie handleiding door
- itemlijst anatomie (dit document)
- maak oefen CAT’s (begin bij de meest recente!)
- waarom? -> zo weet je wat je kan verwachten
- waarom meest recent? -> curriculum (de stof) veranderd ook beetje
- doe dit bijv. in week 4 om je geleerde kennis te testen OF juist voor het studeren om te kijken waar je op
wil focussen OF wat je kan verwachten (zelf gebruik ik het altijd als zelftesten op het einde)
Hoe pak je anatomie nu aan?
- weet de vlakken, assen en bewegingen
- weet waar welke botstructuur en gewrichten zit
- TIP: gewrichten en ligamenten zijn lange namen maar deze kan je ontleden
- bijv. articulatio sternoclavicularis -> - articulatio = gewricht
- sterno = sternum
- clavicularis = clavicula
-> hoppa, nu weet je waar die zit!
- als er een lateralis / superior is, dan is er ook een mediale / inferior
Iedereen is anders, dus probeer het lekker uit wat voor je werkt
1 ding weet ik zeker: dit kan jij!!
Tips voor oefenen/studeren anatomie
1. quizes op canvas
2. vragen uit het Atlas of Human Anatomy (ook wel: Netter) maken
3. gebruik medlyfe*
(*= GROTE disclaimer, niet alles staat hierop!,
Wel heel handig om te oefenen (vooral bij alle beenspieren met diepere lagen))
4. doe het samen
- motiverend, elkaar dingen uitleggen en gezellig (samen pauze, ook belangrijk ;) )
Evt. 5. tijdens CAT (tentamen) -> zelf bewegen & niet voor schamen, als het jou helpt, dan gewoon doen :)
Wat is trouwens een gewricht? -> een gedeelte waar 2 of meer botstructuren die tegen elkaar bewegen
Paar afkorting in het document:
- EB -> EzelsBruggetje
- R -> rechts je praat altijd vanuit de patiënt, dus die staat als het ware voor je
- L -> links (L in plaatje in R kant van de persoon)
! Afbeeldingen die zijn gebruikt komen van Medlyfe, Sobotta en het internet
3
,Inleiding anatomie
Verschillende plaatjes, maar zo hopelijk duidelijk :)
Anatomie -> macroscopische bouw van het menselijk lichaam
- naamgeving: - structuren: os sacrum, corpus vertebrae, etc.
- bijv. 7,500 in Sobotta – ±450 zelf leren
- topografische relaties: frontaal, lateraal, etc.
- besturing m.b.v. de leerboeken, anatomische atlas en humane
preparaten op snijzaal of digitaal
- digitaal: Acland’s video atlas!
Bewegingsapparaat – systematiek
- compartimenten in extremiteiten – zelfde functies & zenuw
- spieren: aanhechtingen – begrijpen bewegingen i.p.v. leren
- echter: termen moet je wel leren om te kunnen toepassen
Anatomische stand & topografische aanduiding
- voor-achter – met daarbij palmen naar voren -> anterior – posterior
- synoniem: ventraal (buik) – dorsaal (rug)
- hand: palmaris (palm) – dorsalis (rug)
- voet: plantaris (voetenbed) – dorsalis (rug)
- midden-zijkant -> mediaan – lateraal
- onderarm: radial (duimkant)) – ulnaris (pinkzijde) (eb: DRUP)
- onderbeen: tibialis (grote teen) – fibularis (kleine teen)
- boven- onder -> superior – inferior
- romp: craniaal (richting hoofd) – caudaal (lichting staart)
- proximaal (dichtbij) – distaal (ver weg)
- links-recht -> sinister/sinistra – dexter/dextra
-> structuren beschrijven, vaak t.o.v. iets anders
Vlakken en assen
- sagittale vlak -> dwars door het lichaam (L-R, bij de neus)
- EB: boogschutter
- beweging om transversale as – voor- en achterwaartse bewegingen
- bijv. antero- en retroflexie
- EB: retro = terug in de tijd = naar achteren
- frontaal/coronale vlak -> dwars door het lichaam (voor-achter, midden lichaam)
- EB: kroontje
- beweging om sagittaal as – zijwaartse bewegingen
- bijv. ab- en adductie
- EB: add = biertje ‘atten’ naar je toe OF engels ‘add’ = naar je toe
- transversale vlak -> horizontaal
- beweging om longitudinale as – rotatie bewegingen
- bijv. endo- en exorotatie (arm 90°, onderarm naar binnen en buiten)
- EB: ex = wil je niet meer = van je af naar buiten
-> kenmerkend: bewegingen vinden plaats in een as die loodrecht op het vlak staat
(beweging is dus helemaal zichtbaar in het vlak)
4
,Terminologie
- a. -> arterie (arterie/slagader) - aa. -> arteriae
- lig. -> ligamentum (gewrichtsband) - ligg. -> ligamenta
- m. -> musculus (spier) - mm. -> musculi
- n. -> nervus (zenuw - nn. -> nervi
- proc. -> processus - meerv. -> processus
- r. -> ramus (tak) - rr. -> rami (takken
- v. -> vena (vene = ader) - vv. -> venae
- art. -> articulatio (gewricht) - artt. -> articulations (meerdere gewrichten)
Voor uitsteeksels of verhevenheden van beenderen
- caput, capitulum -> kop(je) - pecten -> kam
- condylus -> knopvorming uitsteeksel - precessus -> uitsteeksel
- cornu -> hoorn - protuberantia -> verhevenheid
- crista -> kam o firchel - spina -> putnvormig uitsteeksel
- ementia -> verhevenhed - trochanter -> ruwe verhevenheid
- epicondylus -> uitsteeksel op condylus - tochlea -> katrol
- hamulus -> haakvormig uitsteeksel - tuber/tuberculum -> knobbel
- labium -> lijn of lijst - tuberositas -> ruw verhevenheid
Andere kenmerken van beenderen
- ala -> vleugel - fissura -> spleet
- angulus -> hoek - foramen -> opening
- apex -> top - fossa -> holte
- arcus -> boog - fovea -> groeve
- canalis -> boog - impression -> indeuking
- cavitus/cavum -> holte - incisura -> insnijding
- facies -> vlak of zijde - margo -> rand
- fenestra -> venster - meatus -> gang
- sulcus -> groeve
Bewegingen
Systematiek
- compartimenten in extremiteiten (bijv. arm en been) -> zelfde functie en zenuw
- spieren: aanhechtingen -> begrijpen bewegingen i.p.v. leren
- echter: termen moet je wel leren om te kunnen toepassen
Overzicht van aantal bewegingen
- buigen -> flexie
- anteflexie, anteversie, palmair- en plantairflexie
- strekken -> extensie
- retroflexie, retroversie en dorsaalflexie
Bepaalde termen woorden voor bepaalde gewrichten gebruikt
- bijv. flexie en extensie in de knie, anteversie en retroversie in de heup
Schouderblad
- elevatie (optillen) – retractie (A)
- protractie – retractie (B)
- mediorotatie – laterorotatie (C)
5
,Meer bewegingen:
- gestrekt been/arm -> flexie (naar voren) – extensie (naar achter)
- elleboog/knie -> flexie (naar boven, gebogen) – extensie (naar onder, gestrekt)
- rug -> flexie (naar voren ) – extensie (naar achter)
- arm draaien -> pronatie (EB: proost) – supinatie (EB: eten serveren / subsidie vragen / soep eten)
- hand -> palmaire flexie (palm kant) – dorsale extensie (dorsale kant)
- voet -> dorsiflexie (dorsale kant) – plantairflexie (voetenbed kant)
- voet -> inversie (naar binnen) – eversie (naar buiten)
- vingers (2 t/m 5) -> abductie (uit elkaar) – adductie (naar elkaar)
- duim -> extensie – flexie, abductie-adductie en circumductie (rondom) -->
- anteflexie (voorwaards heffen) – retroflexie (achterwaards heffen, EB: retro, terug in de tijd)
- abductie (van het lichaam af) – adductie (naar het lichaam toe, EB: biertje atten)
- endorotatie (naar binnen) – exorotatie (naar buiten, EB: ex wil je weg hebben)
Schoudergewricht -->
6
,Bovenste extremiteiten -->
Onderste extremiteiten -->
7
,8
,9
, Bovenste extremiteiten
Skelet
Scapula
dorsaal Iateraal
ventraal
10