100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Vastgoedeconomie theorie hoofdstuk 1 t/m 8 €5,89
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Vastgoedeconomie theorie hoofdstuk 1 t/m 8

1 beoordeling
 37 keer bekeken  2 keer verkocht

Een uitgebreide samenvatting van het boek vastgoed economie. De samenvatting gaat over hoofdstuk 1 tot en met 8.

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 13 oktober 2022
  • 36
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (40)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: sharon-93 • 2 jaar geleden

avatar-seller
maximedw
Vastgoed economie 2021-2022 – SVMNIVO
Hoofdstuk 1 t/m 8


Hoofdstuk 1 boek
Schaarste: spanning tussen de behoeften en de beschikbare middelen

Inkomen: stroom van verworven koopkracht zonder in te teren.
- Inkomen is een belonging die mensen verdienen op grond van productieve prestaties.

Personele inkomensverdeling: Manier waaropo het totale verdiende inkomen in een land is verdeeld
over de bevolking. Het verschil tussen arm en rijk. DIt wordt weergeven in de Lorenz Curve.

Primaire inkomens: Inkomens die verdiend worden in het productieproces.
Bruto inkomen (inclusief dividend, rente, belastingen en sociale premies)

Secundaire inkomens:
Primaire inkomens – belastingen en sociale premies

Tertiaire inkomensverdeling:
Toeslagen, kindertoeslag, onroerendgoedbelasting

Vrijbesteedsbaar inkomen:
Bruto – belastingen en sociale premies – vaste lasten

Productiefactoren (middelen waarmee geproduceerd kan worden):
- Natuur (inkomen = pacht)
- Arbeid (loon)
- Kapitaal (rente/huur)
- Ondernemerschap (winst)

Inkomen bij bedrijven:
Opbrengsten van de geleverde en verkochte goederen en/of diensten

Inkomen van de overheid:
Belastingen

Productie:
Het geschikt maken van goederen en diensten voor gebruik

Economische orde:
Wijze waarop in een land vraag en aanbod is georganiseerd
Hiervan zijn 3 vormen:
- Centraal geleide planeconomie

, - Vrijemarkteconomie
- Georiënteerde markt economie (Nederland)  Producenten en consumenten zij vrij om te
beslissen over investeringen, productie en consumptie, echt de overheid kan dit sturen door
middel van belastingheffing en regelgeving

De ontwikkeling van de rentestand op de kapitaalmarkt is van invloed op de hoogte van de
hypotheekrente.

Economische indicatoren
Indicatoren die de stand van de economie in een land meetbaar maken.

Binnenlandse economische indicatoren:
1. Groei van het BBP.
Groei productie  meer investeringen vanuit bedrijven  meer werkgelegenheid
Meer investeringen vanuit bedrijven en groei productie  meer belastinginkomsten voor de overheid

2. Conjuncturele situatie
hoge conjunctuur  consumenten besteden meer (geld laten rollen) hogere uitgaven 
huizenprijzen stijgen flink.

3. Index van het consumentenvertrouwen
Groei of daling van het consumentenvertrouwen  invloed op werkgelegenheid, loonstijgingen,
prijsontwikkelingen, energieprijzen, belastingdruk, huizenmarkt (vertraagde reactie)

4. Ontwikkeling van de werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit
Stijgende werkloosheid  voorzichtigheid bij consumenten voor nieuwe aankopen  meer sparen

5. Inflatie speelt een rol bij ontwikkeling van prijzen
Prijzen worden gecorrigeerd met het inflatie%

6. Orderportefeuille bedrijven
Orders voor bedrijven in de toekomst (wel of niet investeren)

Buitenlandse economische indicatoren:
1. Renteontwikkeling

2. Ontwikkeling import en export
Groei van export = meer geld en meer productie

3. Ontwikkeling wisselkoersen
Als de euro t.o.v. een buitenlandse valuta stijgt, dus de euro meer waard wordt heeft dat 2 gevolgen:
1. Prijzen van goederen die Nederland exporteert, worden voor het buitenland hoger en
importeren wordt goedkoper
2. Als de euro goedkoper wordt, wordt importeren duurder

4. Verloop van de dollarkoers
Het verloop van de dollarkoers heeft direct invloed op de prijzen die Nederland betaald voor die
goederen (olie & andere grondstoffen).

, 5. Ontwikkeling energieprijzen
Voornamelijk belangrijk voor het bedrijfsleven. Prijs van energie is een element van de kostprijs van
producten.

CPB opgericht om het voorgenomen overheidsbeleid door te rekenen. Producten die CPB levert:
1. Miljoenen nota (prinsjesdag/troonrede)
2. MEV – Verwachte financieel economische ontwikkelingen in binnen-en buitenland (september)
3. CEP – MEV verder uitgewerkt. Rekening houdend met nieuwe ontwikkelingen (voorjaar)


Hoofdstuk 2 – boek

Begrippen:
Kringlooptheorie

Economische kringloop beschreven door Quesnay

Kringlooptheorie:
Schematische voorstelling van de goederen- en geldstromen die de samenhang tussen vraag- en aanbod
kant van de economie laten zien.

- gezinshuishoudingen leveren productiefactoren in de vorm van arbeid, natuur of kapitaal
- Bedrijven leveren goederen en diensten (productie)
- Bedrijven betalen geld voor de geleverde productiefactoren
- Gezinshuishoudingen betalen bedrijven voor de geleverde goederen en diensten

Inkomen = productie consumptiegoederen (gelijk aan elkaar)

Productie van bedrijven bestaat uit C, I,

Macro-economische vergelijking voor nationale PRODUCTIE: Y = C + I + O + (E-M)
Macro-economische vergelijking voor nationale INKOMEN: Y = C + S + B

Nationaal inkomen berekenen vanuit subjectieve en objectieve methode:
1. Subjectieve methode: Het bepalen van het nationaal inkomen door het optellen van alle
inkomens vanuit productiefactoren (loon, pacht, interest, winst)
2. Objectieve methode: Toegevoegde waarden van alle bedrijven + de overheid

Als energieprijzen stijgen is dit terug te zien in kostprijzen en consumentenprijzen. Daar is sprake van bij
geïmporteerde inflatie. Oftewel, Energie wordt GEÏMPORTEERD en daardoor stijgen de prijzen.

Verschillende deelprocessen in het economische kringloopproces:
- Betrekking op het proces productie en inkomensvorming = Het bepalen van de toegevoegde
waarde van de nationale bedrijven
- Betrekking op proces van inkomensverdeling = Het bepalen van het bruto primair inkomen
- Betrekking op proces van inkomensherverdeling over de sectoren = Het bepalen van het
beschikbaar nationaal inkomen

, Nationale Rekeningen: Het jaarlijks overzicht van transacties die in Nederland tussen diverse groepen in
de samenleving worden verricht’.

Primair en secundaire inkomen:
Primaire inkomens: Inkomens die in het productieproces worden verdiend.
Dus je levert een prestatie (arbeid) en krijgt inkomsten (salaris, rente, dividend en winst).
Het gaat hierbij ook alleen wat er in Nederland wordt verdiend.

Bruto nationaal inkomen (product): bruto binnenlands product +/- primaire inkomens uit het buitenland
Netto beschikbaar nationaal inkomen: Bruto nationaal inkomen +/- het geld dat onderling van en naar
het buitenland komt en gaat. (transacties met bijvoorbeeld familie).

Een deel van de inkomens gaat naar de staatskas, denk aan winstbelasting en inkomstenbelasting.

BBP tegen factorkosten
NNP tegen marktprijzen

Begrip toegevoegde waarde:



Uit toegevoegde waarde kan het volgende worden bekostigd:
1. Afschrijving = waardevermindering (gebouwen en activa)
2. Interest voor geleend kapitaal en dividend aan aandeelhouders
3. Loon en winst en pacht en huur (pacht voor grond)

Een gedeelte van de afschrijving/waardevermindering is opgenomen in de kostprijs.
De bedragen aan afschrijvingen zijn de reserveringen voor het vervangen van productiemiddelen.

Netto toegevoegde waarde = toegevoegde waarde – afschrijvingen
- BBP tegen factorkosten: kostprijs van producten (hierin alleen kosten van de productiefactoren)
- BBP tegen marktprijzen: BBP + belastingen – subsidies. = Dit is de prijs die consumenten vaak
betalen.
- NNP tegen factorkosten: kostprijs van producten (hierin alleen kosten van de productiefactoren)
– afschrijvingen.

Overzicht:
BBP tegen factorkosten
- Inkomens naar het buitenland
+ Inkomens vanuit het buitenland
BNP tegen factorkosten
- Kostprijs verlagende subsidies
+ Kostprijsverhogende belastingen
BNP tegen marktprijzen
- Afschrijvingen door overheid en bedrijven
NNP tegen marktprijzen

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maximedw. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,89. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 50064 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,89  2x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd