Drugs: drugs zijn stoffen die het functioneren van het centraal zenuwstelsel veranderen en die
gebruikt worden met het doel bewustzijn te veranderen zonder daarvoor een medische indicatie is.
Plantaardige drugs: opium zit in de papaverplant, nicotine in tabak, cocaïne in de cocaïnebladeren,
THC in de hennepplant en psilocybine in sommige paddenstoelen.
In de 20e eeuw lukte het chemici om de werkzame stoffen uit planten te isoleren, vervolgens konden
sommige stoffen geheel nagemaakt worden in laboratoria. Later lukte het ook om kleine
veranderingen aan te brengen in de chemische structuur. Er is sprake van designer drugs als deze
veranderingen worden aangebracht met de bedoeling een nieuwe drug te maken.
Wat verstaan we onder drugs?
Welke verdeling werd er in je boek gemaakt?
1. verdovende middelen (alcohol, morfine, heroïne)
2. stimulerende middelen (cafeïne, cocaïne, nicotine, xtc)
3. middelen die de zintuigelijke ervaringen veranderen (lsd, psilocybine bevattende paddenstoelen)
Vijf type gebruikers
1. de experimentele gebruiker (nieuwsgierig naar het effect)
2. de recreatieve gebruiker (wil het effect doelbewust ervaren, kent het effect)
3. de gewoontegebruiker (gebruikt volgens een bepaald patroon, geen negatieve gevolgen in het
dagelijks leven)
4. de excessieve gebruiker (gebruikt veel en regelmatig, wel negatieve gevolgen in het dagelijks
leven)
5. de verslaafde gebruiker (verlangt naar het gebruik, het gebruik roept steeds meer problemen op)
Opname van drugs in het lichaam
5 manieren: spuiten, slikken/eten, roken, absorberen, snuiven
De snelheid waarmee drugs de hersenen bereiken bepaalt het verslavend effect. De snelheid van het
effect dat je voelt na de drugs innamen hangt af van waar de drugs terechtkomen: eerst in de grote
of meteen in de kleine bloedsomloop.
, Belangrijke factoren die van invloed zijn op de afbraaksnelheid zijn:
Leeftijd (de productie van enzymen in de lever die alcohol en drugs moeten afbreken, neemt
bij het ouder worden af)
Etniciteit (Aziaten breken acetaldehyde slechter af dan blanken, waardoor zij eerder last
hebben van een kater)
Gezondheid (bij een zieke lever zal vanzelfsprekend de afbraak slechter verlopen dan bij een
gezonde lever)
Sekse (vrouwen hebben sneller een hoger promillage dan mannen)
College 2
Grote bloedsomloop zorgt ervoor dat de grote organen zuurstof krijgen (van het hart naar de
organen (zuurstof rijk), terug naar de longen (zuurstof arm))
Kleine bloedsomloop
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Lanavdr. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.