Maatschappijleer hoofdstuk 3.1
Politiek is het nemen van allerlei besluiten om een land te besturen. Het gaat vaak om zaken die van
algemeen belang zijn omdat veel mensen mee te maken hebben, dat kan zijn op het volgende:
Welvaart, de zorg voor genoeg banen.
Volksgezondheid, wegwerken van wachtlijsten in ziekenhuizen.
Infrastructuur, aanleg en onderhoud van bruggen, dijken en wegen.
Onderwijs, veranderen van examen eisen van havo en vwo.
Buitenlandse betrekkingen, uitzenden van militairen voor een vredesmissie.
Openbare orde en veiligheid, inzetten van meer agenten voor de bestrijding van criminaliteit.
Hiervoor is geld nodig, en daarom hebben we belasting. Zelf beslissen we ook indirect over wat er
met het belasting geld moet gebeuren door te stemmen.
Democratie is een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de
politieke besluitvorming. In de stad Athene stemde de bevolking op het centrale stadsplein over
belangrijke besluiten, het was een beperkte democratie want alleen de mannen mochten stemmen.
Een overblijfsel van de directe democratie is het referendum waarbij kiesgerechtigde burgers
rechtstreeks mogen stemmen over een politiek vraagstuk of wetsvoorstel. De Nederlandse bevolking
stemde over de Europese grondwet en over het samenwerkingsverdrag tussen de EU en Oekraïne.
Net als veel andere landen heeft Nederland een indirecte democratie, daarin nemen de burgers niet
zelf de beslissingen maar laten dit over aan gekozen vertegenwoordigers in het parlement. Een ander
woord voor indirecte democratie is parlementaire democratie.
Belangrijkste kenmerken die in Nederland zijn vastgelegd in de grondwet.
Burgers hebben politieke grondrechten.
- Alle Nederlanders vanaf 18 hebben het recht om te kiezen en verkozen te worden
- Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten.
- Iedereen mag demonstreren of op een andere manier zijn mening uiten.
Over politieke besluitvorming staan belangrijke regels en wetten in de grondwet.
- De regering en het parlement maken samen de wetten.
- Wetten gaan pas gelden als een meerderheid in het parlement voor is.
De democratie houd rekening met minderheden, hierdoor kunnen grondrechten niet zomaar
worden afgeschaft.
Er is persvrijheid, journalisten kiezen zelf over wat ze publiceren en op welke manier ze dat
doen.
In Nederland ligt de macht al vanaf 1848 niet meer bij de koning in handen maar bij de gekozen
volksvertegenwoordigers. Eerst mochten alleen rijke mannen stemmen. Dat veranderde pas in 1917
voor mannen in 1919 voor vrouwen. Bij een dictatuur is alle macht in handen van 1 persoon of een
kleine groep mensen. Je hebt een dictatuur die is gebaseerd op een ideologie en je hebt een
religieuze dictatuur waarbij de machtsuitoefening gebaseerd is op de islamitische wetgeving. Je hebt
ook nog militairen democratie dan hebben de militairen de macht. Dictatuur heeft deze kenmerken:
Machtenscheiding ontbreekt, alles in handen van 1 persoon of kleine groep.
Grondrechten worden niet gerespecteerd, geen recht op vrije meningsuiting.
Geen vrije pers, journalisten komen in problemen als ze kritisch over de machthebbers zijn.
Oppositie partijen vaak verboden, worden vaak gearresteerd dus vluchten naar het
buitenland om daar politiek verzet te bieden.
Sprake van verkiezingsfraude, dictators komen met geweld aan de macht meestal maar
organiseren schijnverkiezingen om hun macht te laten legitimeren, ze frauderen de uitlsag.
De regering kan snel en efficiënt besluiten nemen over zaken zoals werkgelegenheid,
onderwijs en gezondheidszorg. Want er is geen oppositie.
Maatschappijleer hoofdstuk 3.2
, Politieke partijen ontstaan vanuit een ideologie een samenhangend geheel van ideeën over de
gewenste inrichting van de samenleving. Daarbij gaat het vooral om 2 vragen:
1. Welke waarden en normen staan centraal?
2. Wat is de gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied?
Mensen die links zijn willen de ongelijkheid tussen mensen graag verminderen met goede
uitkeringen en voorzieningen. Hierbij helpt de overheid. Mensen die rechts zijn willen het liefst zo
min mogelijk bemoeienis van de overheid op de sociaaleconomisch gebied, zij vinden dat mensen
zelf verantwoordelijk zijn.
Het liberalisme ontstond eind 18e eeuw tijdens de Franse revolutie. Toen ze in de opstand kwamen.
Vooral de rijkere mensen zoals kooplieden wilde onbelemmerd hun gang kunnen gaan. Hun ideaal
was persoonlijke en economische vrijheid en waren tegen de hoge belastingen. Nu vinden liberalen
vrijheid nog steeds belangrijk en zijn daarom voor de vrijemarkteconomie. De overheid moet op
economisch gebied een kleine rol spelen en zich beperken tot de kerntaken. Ze vinden dat de
overheid wel voor gezondheidszorg en onderwijs mag zorgen, maar zijn voor korte lage uitkeringen
omdat mensen niet afhankelijk van de overheid moet worden. In Nederland zijn de VVD, D66, PVV
en GroenLinks liberalen partijen.
Het socialisme ontstond in de 19e eeuw als reactie op de slechte werkomstandigheden. Ze hadden
langen werkdagen, kregen weinig betaald en hadden geen sociale zekerheid. Socialiste wilde een
eind maken aan armoede en ongelijkheid, ze dachten anders over hoe ze vrijheid wilde bereiken:
Communisten wilden dat arbeiders door een revolutie alle macht zouden overnemen.
Sociaaldemocraten wilden via verkiezingen in de regering komen en dan hervorming
doorvoeren.
De socialisten noemen we nu sociaaldemocraten. Ze zijn voor de gelijkheid van de mensen. Een
belangrijk doel is om elke burger de gelijke kansen te bieden. De sociaaldemocraten zijn links. De
PVDA, SP en GroenLinks zijn partijen met sociaaldemocratische kenmerken.
Het confessionalisme baseert zich op het geloof. In Nederland is dat vooral het christendom. Het
ontstond eind 19e eeuw. Ze streven naar een samenleving die gebaseerd is op de waarden uit de
bijbel. Nu hebben Christendemocraten zorgen voor de aarde en naasten liefde. Ze willen het liefst
dat de meeste dingen worden gedaan door de kerk en verenigingen. De overheid doet alleen wat de
maatschappelijke organisaties niet kunnen. Het CDA, ChristenUnie en SGP horen bij de
confessionele.
Populisme is meer een stijl van politieke bedrijven dan een echte ideologie. Populisten zeggen op te
komen voor de eenvoudige burger. Omdat het geen echte ideologie is, zijn de opvattingen niet altijd
makkelijk. Ze zijn niet perse links of rechts. Het gaat vaak wel om sterk nationalistische standpunten.
PVV is populistisch.
Naast links en rechts kun je een partij indelen in progressieve en conservatieve partijen. Progressief
betekent dat ze de maatschappij willen veranderen, denk aan meer persoonlijke vrijheid.
Conservatief betekend behoudend, ze benadrukken meestal het gene wat al is bereikt.
Maatschappijleer hoofdstuk 3.3
Naast politieke partijen heb je nog 2 groepen op politiek gebied zoals,
Actiegroepen, zijn opgericht om 1 bepaalde doelstelling te bereiken.
Belangengroepen, verdedigen de belangen van 1 bepaalde groep.
Een politieke partij bestaat uit een groep mensen met dezelfde ideeën over de manier waarop onze
samenleving het beste bestuurd kan worden. Een politieke partij moet zich op meerdere
onderwerpen focussen en een actiegroep en een belangengroep doen dat niet.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper indyy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,24. Je zit daarna nergens aan vast.