Sociologie:
Hoofdstuk 1:
Psychologie= onderzoek naar gedrag en de gevoelens bij dat gedrag vanuit het individuele
gezichtspunt. Economie= onderzoek naar de wijze waarop de productie en distributie van
schaarse goederen in de samenleving worden geregeld. Politicologie= onderzoek naar de
manier waarop mensen vormgeven aan de toekomst van de samenleving. Sociologie=
onderzoek naar het gedrag van individuen en groepen vanuit het maatschappelijke
gezichtspunt.
Sociologie houd zich bezig met het verklaren van gedrag van individuen en groepen van
mensen vanuit de maatschappelijke invloeden die ze ondergaan.
1.2 wat ‘doet’ sociologie?
Functies:
Het blootleggen v bestaande (machts)verhoudingen. Sociologie als wetenschap geeft
inzicht in menselijk gedrag en is daarmee ook goed bruikbaar om de samenleving te
besturen. Dit is de beheersfunctie. De ordenende functie is dat sociologen mede de
taak hebben om in een onoverzichtelijke werkelijkheid een samenhang aan te
brengen dat situaties overzichtelijker en begrijpelijker worden en bvb in
maatschappelijke context worden geplaatst.
Sociologie wordt gedwongen haar maatschappelijke relevantie en betekenis
voortdurend te bewijzen.
Wat maakt iets tot een sociologisch issue?
Vanuit de persoonlijke belevingswereld denken mensen dat ze als individu op zichzelf
staan maar vanuit maatschappelijke perspectief gezien zit er achter deze individuele
ontwikkelingen en beslissingen een maatschappelijke logica.
De sociologische verbeeldingskracht v Wright Mills. Mensen moeten los van elkaar
staande persoonlijke ervaringen, situaties en problemen leren zien in het licht van de
manier waarop de maatschappij functioneert. De 6 criteria v Kees Schuyt om een
probleem als sociologisch relevant probleem te identificeren. 1. Sprake zijn van een
aanzienlijk aantal getroffenen. 2. Gaat over persoonlijk letsel van die getroffenen. 3.
Samenhangen met andere problemen. 4. Het probleem is niet van tijdelijke aard,
maar structureel en van lange duur. 5. Het moet bovenpersoonlijke oorzaken
hebben. 6. Tegen serieuze waarden ingaan.
1.3 sociologie voor de praktijk:
Het dagelijks leven is voortdurend in ontwikkeling, en hetzelfde geldt voor de
werkvelden van de opleidingen. Studenten moet leren processen te zien die zich
voltrekken en hun inzicht te gebruiken bij het oplossen van de uitdagingen waarvoor
ze komen te staan. Door de samenhang en complexiteit v de samenleving te
doorzien, ontstaat bijna vanzelf ook bewondering voor het menselijke vermogen om
de samenleving te laten werken.
1.4 individu en samenleving:
1 van de belangrijkste taken v sociologie is ontdekken dat de mens zich kan
terugtrekken uit omstandigheden en overzicht kan verschaffen. We bezitten
capaciteit om denkbeeldige nieuwe of andere leefomstandigheden te formuleren
wanneer we een dergelijk overzicht bezitten. Mensen worden door hun samenleving
gevormd, maar vormen op hun beurt ook de samenleving. Het vermogen om de
samenleving te veranderen gaat om MACHT. 3 elementen: 1. Vermogen om
doelstellingen in de toekomst te formuleren: je krijgt dit vermogen als je onderscheid
, kan maken tussen werkelijkheid zoals die is en werkelijkheid die zou kunnen zijn. 2.
Vermogen om daarvoor middelen aan te wenden: of je middelen kan nemen, heeft
te maken met je positie in de samenleving en de opbouw van dit. 3. Vermogen om
via die middelen invloed uit te oefenen: je kan onafhankelijk niet doelstellingen
realiseren omdat sociale veranderingsprocessen met andere mensen te maken
hebben.
Hoofdstuk 2: socialisatie:
2.2 socialisatie:
Wanneer kinderen geworden geboren, lijken ze zich volledig te vormen naar de
verwachtingen van hun ouders. Ze zijn een tabula Rasa (een onbeschreven blad).
Hoe kinderen worden, zou dan helemaal afhangen van wat ze van andere
mensen leren.
Nature vs nurture:
Kinderen hebben hun eigen persoonlijkheid, dit is niet geheel afhankelijk van hun
ouders. Toch is de invloed van de omgeving van het kind groot. Door te kijken wat
mensen wordt aangeleerd kun je gedrag van mensen verklaren. Maar er is ook
aangeboren gedrag. Bepaalde zaken zijn erfelijk bepaald zoals het verschil tussen
een mannelijk en vrouwelijk brein van een embryo, ook seksuele oriëntatie begint
hier. Lichaam is met 15/16 jaar volgroeid maar het brein is tot 25 jaar volop in
ontwikkeling. Complexe factor: aanleg en omgeving zijn niet strikt te scheiden.
Wat leren we in onze socialisatie?
Kinderen worden mensen die leren hoe ze zich gedragen moeten, wat er van hen
verwacht wordt en wat er van anderen te verwachten is.
Socialisatie: het proces waarbij mensen leren zich sociaal te gedragen in de voor
hen relevante groepen. Socialisaters zijn opvoeders, ouders, broertjes/zusjes en
de kinderopvang, naarmate we ouder worden, krijgen we steeds meer
socialisators en socialiserende instanties. Bij socialisatie leren we naast feitelijke
gegevens ook de opvattingen over hoe iets hoort. Hierbij kun je scheiding maken
tussen normen en waarden.
2.3 waarden:
De met anderen gedeelde voorstellingen over wat juist en goed is en dus
nastrevenswaardig. Ze scheppen binnen groeperingen samenhang.
Tussen groepen zijn er verschillen over welke waarden wel of niet gelden en welke
waarden belangrijker zijn dan andere waarden. De verschillende gerichtheid tussen
bijvoorbeeld Turkse/Marokkaanse cultuur en de NLse cultuur kan worden uitgedrukt
met de termen wij-cultuur (groepsgericht) en ik-cultuur (persoonsgericht, zoals in de
huidige westerse culturen). Nederland is individualistischer geworden, er is minder
sociale cohesie. Seksualiteit speelt in alle culturen een grote rol
Doel: wanneer waarden worden omgezet in een visie op de toekomst of een
gewenste ontwikkelingsrichting. Een toekomstige situatie die wij nastreven.
2 aspecten aan waarden: 1. Zeg-gedrag; hoe erover gepraat wordt en wat er gedaan
wordt (2. Doe-gedrag). Waarden zijn voorwaardelijk. Veel waarden zijn universeel
zoals eer, fatsoen en schoonheid maar hoe deze worden ingevuld kan sterk
verschillen.
2.4 Normen:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper davidemedema. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,89. Je zit daarna nergens aan vast.