Samenvatting van het boek Rechtshandeling en Overeenkomst uit de Studiereeks Burgerlijk Recht (nummer 3). Bevat alle voorgeschreven hoofdstukken van dit boek voor het Contractenrecht I-deeltentamen: hoofdstuk 1 (Algemene inleiding), hoofdstuk 2 (Totstandkoming), hoofdstuk 3 (Vertegenwoordiging en v...
Rechtshandeling en Overeenkomst
Hoofdstuk 1 Algemene inleiding
De wetgever heeft aan de rechtshandeling een belangrijke titel van het nieuwe
wetboek gewijd (titel 3.2) maar heeft van het centrale begrip geen omschrijving
opgenomen. Art. 3:33 geeft aan wat voor een rechtshandeling nodig is. In dit
artikel komt het wezenskenmerk van de rechtshandeling aan het licht: haar
gerichtheid op één of meer rechtsgevolgen. Een OD roept ook een rechtsgevolg
in het leven maar daarmee is zij nog geen rechtshandeling: het gedrag is hier op
puur feitelijk gevolg gericht, terwijl het recht er eigener beweging een
verbintenis aan koppelt. Een rechtsfeit kan worden omschreven als een feit
waaraan een rechtsgevolg is verbonden.
De meerzijdige rechtshandeling laat zich omschrijven als een rechtshandeling
die door meer dan één persoon wordt verricht. Een eenzijdige
rechtshandeling wordt door slechts één persoon tot stand gebracht. Wel is
vereist dat de bewuste handeling tot een bepaalde andere persoon wordt gericht
(zijn instemming is echter niet nodig). Hiernaast zijn er ook eenzijdige niet-
gerichte rechtshandelingen; voor de totstandkoming hiervan is noch de
instemming van een andere persoon, nog de ontvangst door een bepaalde
andere persoon noodzakelijk.
Het vermogensrecht is niet het enige terrein waarop rechtshandelingen worden
verricht: in art. 3:59 (schakelbepaling) is neergelegd dat de regels van de
rechtshandelingentitel buiten het vermogensrecht plaatsvinden met
overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of
rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.
De obligatoire overeenkomst: art. 6:213 lid 1: de overeenkomst wordt
gekenmerkt door haar verbintenisscheppende karakter. Dit wordt dikwijls het
contract genoemd. Ten gevolge van de gelaagde structuur van het BW
wordt de obligatoire overeenkomst door meer dan één complex van
wetsbepalingen beheerst.
Meerpartijenovereenkomst: art. 6:213 lid 2: bepalingen zijn op de
meerpartijenovereenkomst niet toepasselijk voor zover de strekking van de
betrokken bepalingen in verband met de aard van de overeenkomst zich
daartegen verzet.
Bijzondere overeenkomsten: Boek 7 of 7A: de achtergrond hiervan is
veelal gelegen in de wen die overeenkomst van een regelstelsel te voorzien
dat meer gedetailleerd is en daardoor meer houvast biedt dan de algemene
Boeken. Ook kan de gedachte zijn dat op het bewuste terrein dwingende
wetgeving noodzakelijk is.
Wederkerige overeenkomsten VS eenzijdige overeenkomsten een
overeenkomst is wederkerig indien elk van beide partijen een verbintenis op
zich neemt ter verkrijging waartoe de wederpartij zich daartegenover jegens
haar verbindt (art. 6:261 lid 1). Overeenkomsten die hier niet aan voldoen
heten ‘eenzijdig’.
Overeenkomsten onder bezwarende titel VS overeenkomsten om
niet een contractspartij gaat een overeenkomst aan onder bezwarende
titel indien de door haar toegezegde prestatie in verband staat met een
bepaalde prestatie van de wederpartij.
, Consensuele overeenkomsten VS formele overeenkomsten voor
totstandkoming van een overeenkomst gelden in beginsel geen
vormvereisten (art. 3:37 lid 1, consensueel). Soms geldt bij uitzondering toch
een vormvereiste (formele overeenkomsten).
Kortstondige overeenkomsten VS duurovereenkomsten het verschil
tussen deze rubrieken is met name gelegen dat bij duurovereenkomsten de
vraag rijst hoe en wanneer zij kunnen worden beëindigd; anders dan de
kortstondige overeenkomst kent de duurovereenkomst geen natuurlijk einde.
Het recht betreffende de obligatoire overeenkomst wordt beheert door
grondbeginselen: de contractsvrijheid, de vormvrijheid en de verbindende kracht
van de overeenkomst:
- De contractsvrijheid: vrijheid betreft het ‘wie, wat, wanneer’. Dit principe is
niet uitdrukkelijk in de wet neergelegd, maar komt wel naar voren in de
algemene erkenning en regeling van de overeenkomst. Ze vindt haar grens waar
de uitoefening ervan in een concrete situatie in conflict komt met een belang
van hogere orde.
- Consensualisme: art. 3:37 lid 1.
- Pacta sunt servanda: “Alle wettiglijk gemaakte overeenkomsten strekken
dengenen die dezelve hebben aangegaan tot wet” (art. 1374 lid 1 oud) / “Een
overeenkomst heeft de door partijen overeengekomen rechtsgevolgen” (art.
6:248 lid 1 nieuw) ‘belofte maakt schuld’.
Het feit dat de wet maar incidenteel gewicht toekent aan de hoedanigheden van
de contractspartijen betekent niet dat de diverse denkbare contractanten bij de
toepassing van de wet gelijk zullen worden behandeld. Te denken valt aan de
uitleg van de overeenkomst en het gewicht dat in het kader van een beroep op
dwaling (art. 6:288) pleegt te worden toegekend aan de over en weer aanwezig
gebleken deskundigheid. Ook is te denken aan de resultaten waartoe de toetsing
aan redelijkheid en billijkheid (art. 6:248 lid 2) aanleiding kunnen geven.
Kenbronnen van het burgerlijk recht zijn de wet, de rechtspraak en de literatuur.
Men zou kunnen zeggen dat de parlementaire geschiedenis een tussenpositie
inneemt tussen wet en literatuur. Ook zijn de laatste jaren verschillende
Europese richtlijnen verschenen die aan de kern van het overeenkomstenrecht
raken. Zulke richtlijnen hebben geen directe horizontale werking maar verlangt
wel van de lidstaten de ontwikkeling van implementatiewetgeving.
Hoofdstuk 2 Totstandkoming
De totstandkoming duidt het feit aan dat de rechtshandeling, de overeenkomst –
nu beide in de betekenis van het samenstel van rechtsgevolgen – doet ontstaan.
Met het instituut van de rechtshandeling erkent het burgerlijk recht het
particuliere initiatief in private rechtsbetrekkingen.
Het inzicht dat de rechtshandeling keuzevrijheid van het individu onderstelt heeft
de rechtswetenschap geïnspireerd tot de theorie van de wilsverklaring (art.
3:33). De wilsverklaring richt zich tot anderen die bij het bepalen van hun positie
op de inhoud ervan afgaan. Volgens 3:37 lid 1 kunnen verklaringen in één of
meer gedragingen besloten liggen (stilzwijgende wilsverklaringen). Ook
zuivere passiviteit kan een verklaring inhouden. Behalve de wet kan ook een
voorafgaande rechtshandeling het in acht nemen van een bepaalde vorm
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper RomyIJsbrandij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.