Bestuursrecht deel
2
Rechtsbescherming tegen de overheid.
Bestuursprocesrecht
Hoofdstuk 1 1
Hoofdstuk 2 4
Hoofdstuk 3 8
Hoofdstuk 4 11
Hoofdstuk 5 15
Hoofdstuk 6 21
Hoofdstuk 7 36
Hoofdstuk 8 40
Hoofdstuk 9 43
Hoofdstuk 10
47
,Hoofdstuk 1 Inleiding
Het bestuursrecht gaat over de juridische normen die gelden in de rechtsbetrekkingen tussen
burger en openbaar bestuur en binnen dat openbaar bestuur. Onder rechtsbescherming wordt
verstaan: het geheel aan mogelijkheden om achteraf op te komen tegen een (al genomen)
besluit of een (al verrichte) andere handeling.
Niet alleen vormen van rechtsbescherming door de rechter vallen hieronder, maar ook andere
vormen, zoals bezwaar en administratief beroep, maar ook het recht op petitie en de
klachtprocedures.
Wanneer een belanghebbende het niet eens is met een beschikking, doorloopt hij/zij de
volgende rechtsgang;
1. Bezwaar maken tegen de beschikking, door middel van een schriftelijk verzoek
(bezwaarschriftprocedure), bij het bestuursorgaan dat de beschikking heeft gegeven. In
sommige gevallen moet hij in administratief beroep bij een ander bestuursorgaan.
2. Wanneer het bezwaar afgewezen wordt kan hij/zij beroep doen bij de rechtbank, tenzij
in de wet een andere instantie is aangewezen.
3. Tegen de uitspraak van de rechtbank staat hoger beroep open bij de afdeling
bestuursrechtspraak van de raad van state, tenzij de wet een ander gerecht voorschrijft.
Bezwaar; art. 1:5 het gebruikmaken van een wettelijk voorschrift bestaande bevoegdheid om
voorziening tegen een besluit te vragen bij het bestuursorgaan dat het besluit genomen heeft.
Bezwaarschrift; art. 6:5. De vereisten van een bezwaarschrift zijn de naam en adres van de
indiener, een dagtekening, omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar of beroep is
gericht en de gronden van het bezwaar of beroep. De termijn van toezenden van het bezwaar
is 6 weken na toezending of uitreiking van de beschikking, art. 6:7. Het bestuursorgaan moet
ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk bevestigen, art. 6:14.
Behandeling bezwaarschrift;
1. Bestuursorgaan moet het besluit heroverwegen, art. 7:11.
2. Belanghebbenden moeten worden gehoord, art. 7:2 jo. 7:3.
3. Beslissing bezwaarschrift binnen zes weken, art. 7:10.
4. Beslissing moet berusten op een deugdelijke motivering die bij bekendmaking en
beslissing wordt vermeld, art. 7:12.
Het is mogelijk om een bezwaarschriftprocedure over te slaan, dit wordt ook wel het
rechtstreeks beroep genoemd, art. 7:1a. Dit kan alleen als het bestuursorgaan daarmee instemt
omdat de zaak daarvoor geschikt is.
Ontwikkeling van de rechtsbescherming tegen bestuurshandelen
In de historische ontwikkeling staan 3 vragen centraal;
1. Moet deze rechtsbescherming worden geboden door het bestuursorgaan zelf of door
een van het bestuur los staande instantie: de rechter?
a. bestuursorgaan
b. rechter vraag 2
1
, 2. Heeft de burgerlijke rechter of de bestuursrechter de voorkeur?
a. burgerlijke rechter
b. bestuursrechter vraag 3
3. Wordt de voorkeur gegeven aan bijzondere bestuursrechters of een algemene
bestuursrechter?
De Staatsregeling van 1798 introduceerde een helder en algemeen stelsel van rechtspraak.
Beslechting van wat wij nu bestuurlijke geschillen nomen, werd niet tot de taak van de rechter
gerekend.
De Grondwet van 1815 brengt kantongerechten, de civiele en de criminele rechtbanken, de
provinciale gerechtshoven en de Hoge Raad der Nederlanden.
Geheel in strijd met de Grondwet stelt Koning Willem I het Conflictenbesluit vast. Hiermee
beschikt het bestuur over een middel om de (burgerlijke) rechter buiten spel te zetten. In 1844
wordt het conflictenbesluit ingetrokken.
De Grondwet van 1887 maakte bestuursrecht nu wel mogelijk, maar verplichtte daar niet toe.
Administratief beroep werd opengesteld, waarbij een hoger bestuursorgaan werd gevraagd om
een oordeel te geven over het geschil met een lager bestuursorgaan. Hiermee werd de
burgerlijke rechter ook buiten spel gezet. Civiele rechtspraak is te ingewikkeld, het duurt te
lang en het is te duur.
Procesrecht was niet nodig, de legitimiteit word ontleend aan het gezag van het college, niet
aan het procesrecht.
Geen burgerlijke rechter en steeds meer administratief beroep. Eén hiervan is het
kroonberoep, ingevoerd in 1861. Bij het kroonberoep behandelt de Afdeling geschillen RvS
de claim en schrijft daarover een advies aan de regering, de kroon. In veel gevallen zet de
kroon er een stempel onder voor goedkeuring, maar kan ook een contradictoire procedure
beginnen. Dit werd een nieuwe bestuursgang, dit was echter niet bij de rechter, maar bij het
bestuur.
De wet moest hierdoor wel veranderd worden. De regering wilde zo min mogelijk in de wet
vastleggen, alleen dat er een geschillenafdeling is waar je je klacht kan aanbrengen en de
overige regels overlaten aan de praktijk. Het parlement was hierop tegen. Parlement wil meer
rechtswaarborgen omdat de burger niet weet waar hij aan toe is in de procedure. regels over
de hoorzitting, en indienen van stukken en recht op een soort tegenoordeel en debat op de
zitting. Bij kroonberoep mocht de “rechter” (degene die bij de RvS die de zaak onderzocht)
niet zomaar allemaal informatie inwinnen. Voor onderzoek naar het besluit moest de rechter
terug naar het ministerie dat het besluit heeft genomen en aan dat ministerie vragen om het
genomen besluit ander te onderbouwen. Dit wilde men handhaven, want ze wilde niet dat het
bestuursorgaan werd betrokken in het proces. Ze wilde geen partijenproces hebben. Het
bestuursorgaan verdedigt dus zijn eigen besluit, daarna geeft de RvS (ook een bestuursorgaan)
advies hierover en vervolgens beslist de regering wat er moet gebeuren. Hierdoor kwam de
eenheid van bestuur in gevaar. We hebben nu dus nog geen bestuursrechter.
Buys keek naar het Duitse recht. Onafhankelijke bestuursrechtsgang.
Loeff wetsvoorstel voor Awb.
Struijk degene die het verpest heeft voor procesrecht. Door hem zijn wetsvoorstellen van
Loeff er niet gekomen. Maar tegenwoordig toch wel meer waardering voor hem. Procesrecht
nogal formeel, het is lastig om over de inhoud van een besluit te procederen. Niet alleen
juridisch maar ook beleidsmatig.
2