In deze samenvatting, vat ik het blok 2.1 Thinking and Remembering samen van de Bachelor opleiding Psychologie, aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
De samenvatting is 53 bladzijdes lang, super uitgebreid, heeft ondersteunende afbeeldingen en extra uitleg, legt de Vignetten uit besproken in de w...
Course 2.1 – Thinking and Remembering
Noa van IJzeren – Erasmus Universiteit Rotterdam
Probleem 1: Learning to remember
Welke factoren hebben invloed op het werkgeheugen/korte-termijn geheugen?
Welke onderdelen heeft het werkgeheugen?
Welke filtertheorieën zijn er?
Korte-termijn geheugen
Korte-termijn geheugen = geheugensysteem verantwoordelijk voor het vasthouden van een
kleine hoeveelheid informatie, gehaald uit de omgeving. Gelimiteerde tijd en capaciteit.
Lange-termijn geheugen = geheugensystem houdt ervaringen en informatie vast vergaard uit
het hele leven. Grote tijd en capaciteit.
MAGICAL NUMBER SEVEN
Volgens George Miller kan men 7 ± 2 items vasthouden in het korte-termijn geheugen. Dit is
dus 5 tot 9 items per keer. Maar wat is een item? Dit wordt ook wel beschreven als een
chunk; geheugenunit dat bestaat uit meerdere componenten die sterk met elkaar geassocieerd
worden. Zo kan een telefoonnummer bestaan uit 10 cijfers (losse chunks), maar wanneer we
een paar cijfers samenvoegen, worden zij één chunk. Zit er bijvoorbeeld een 29 in het
telefoonnummer, associeer jij dat met jouw verjaardag en worden twee chunks (2&9) één
chunk (29).
THE BROWN/PETERSON AND PETERSON
TECHNIQUE
Dit is een methode dat laat zien dat materiaal dat
voor minder dan één minuut wordt
vastgehouden in het geheugen, vaak vergeten
wordt. Bij de Brown/Peterson and Peterson
Technique moeten participanten bepaalde items
onthouden, waarna zij een afleidende taak
moeten uitvoeren. Hierna moeten de originele
items worden opgehaald.
Bijvoorbeeld: je moet de letters CHS onthouden.
Daarna ziet men een 3-cijferig nummer (627), waarna achteruit geteld wordt. Dit achteruit
tellen zorgt ervoor dat rehearsal voorkomen wordt. Hierna moest men de letters
reproduceren. Na enkele trials zorgden iedere eerdere letters voor interferentie en was het
ophalen slecht. Hoe langer men erover deed om de letters op te halen, hoe minder er ook
daadwerkelijk werd opgehaald. Deze techniek laat zien dat ons geheugen fragiel is als het gaat
om materiaal opslaan voor enkele secondes.
,SERIAL POSITION EFFECT
De term serial-position effect
verwijst naar de U-vormige relatie
tussen de positie van een woord en
de kans van ophalen. Deze curve
laat het recency effect zien > items
aan het eind van de lijst worden
beter opgehaald. Deze items zitten
nog in het korte-termijn geheugen
bij het ophalen. Komt er echter een
taak tussen, verdwijnt het recency
effect door interferentie in het
korte-termijn geheugen.
Verder laat de curve ook het
primacy effect zien > items aan het begin van de lijst worden beter opgehaald door 1) deze
items hebben nog geen concurrentie met eerder genoemde items en 2) mensen herhalen
(rehearsal) deze items vaker.
SEMANTIC SIMILARITY OF THE ITEMS
Een andere factor dat invloed heeft op het korte-termijn geheugen is semantiek; de betekenis
van woorden of zinnen. Een studie van Wickens et al. Laat een techniek zien die gebruik
maakt van proactive inference (PI) > men heeft moeite met nieuwe dingen leren, omdat al
geleerde dingen blijven interfereren met het leren. Neem het voorbeeld van de
Brown/Peterson and Peterson test; het onthouden van de letterreeks wordt steeds moeilijker
omdat voorafgaande items blijven interfereren.
Release from proactive inference vindt plaats wanneer de categorie of aard van het nieuwe
item veranderd, bijvoorbeeld van bloemen naar banen. Het geheugen verbeterd zich dan.
Vrijlating van PI vind dus plaats wanneer de categorie verandert. Dit vind ook plaats wanneer
de semantiek van woorden verandert.
Hier is onderzoek naar gedaan: een Brown/Peterson and Peterson test werd uitgevoerd maar
dan met categorieën van woorden: bloemen, groenten, vlees en bonen. Na 3 trials was de 4e
trial een lijst van fruit. Hieruit bleek:
Trial 1 t/m 3 groenten ging slecht met fruit
Trial 1 t/m bloemen of vlees ging iets beter met fruit
Trial 1 t/m 3 banen ging het best met fruit
Semantische factoren beïnvloeden dus het aantal items dat we kunnen opslaan in het korte-
termijn geheugen. Woorden die we al kennen, kunnen interfereren. Echter heeft de semantiek
of betekenis van woorden ook invloed; lijken zij op elkaar (groenten > fruit) hebben we meer
moeite met opslaan door interferentie, wanneer zij niet op elkaar lijken (banen > fruit).
,Werkgeheugen
Alan Baddeley en Grahan Hitch ondervonden dat we het korte-termijn geheugen gebruiken
bij het uitvoeren van complexe taken. Hierbij voer je enkele processen uit, maar sla je de
uitkomsten van deze processen ook op. We vervangen het concept van het korte-termijn
geheugen met het werkgeheugen omdat het betrokken is bij taken die niet alleen maar
geheugentaken zijn. Het is dus veel complexer dan de term korte-termijn geheugen impliceert.
Het laatste model van het werkgeheugen heeft 4 componenten:
1. Central executive = belangrijkste component, staat voor
aandacht en dealt met alle taken die cognitie vragen. Heeft
een beperkte capaciteit.
2. Phonological loop = een ‘slave-system’ waarbij gesproken
informatie verwerkt en opgeslagen wordt. Heeft ook een
beperkte capaciteit.
3. Visuo-spatial sketchpad = ook een ‘slave-system’
waarbij ruimtelijke en visuele informatie verwerkt en
tijdelijk wordt opgeslagen. Heeft ook een beperkte
capaciteit.
4. Episodic buffer = tijdelijke opslag voor
geïntegreerde informatie uit zowel het visuo-
spatial sketchpad als de phonological loop.
Verder zijn er twee belangrijke veronderstellingen:
Wanneer twee taken gebruik maken van hetzelfde component, kunnen deze niet beide
succesvol uitgevoerd worden;
Wanneer twee taken gebruik maken van verschillende componenten, kunnen ze even
succesvol uitgevoerd worden als wanneer ze apart worden uitgevoerd.
Articulatory suppression = snelle herhaling van een simpel geluid dat processen van de
phonological loop gebruikt. Verminderd het gebruik van de phonological loop.
, PHONOLOGICAL LOOP
De phonological loop bestaat uit
twee componenten:
1. Een passieve opslag direct
in verband met de perceptie van
spraak
2. Een articulerend proces in
verband met de productie van
spraak, wat toegang geeft
tot de fonologische
opslag.
Wat gebeurd er als we het geheugen
testen door visueel een serie van
woorden te laten zien en vragen naar de
juiste volgorde?
Phonological similarity effect = het ophalen van een serie woorden is slechter
wanneer de woorden fonologisch gelijk zijn aan elkaar. De woorden in de juiste
volgorde opnoemen lukte maar bij 25%. Dit was slechter dan wanneer de woorden
niet fonologisch gelijk waren. Het is echter niet duidelijk of dit effect komt door
akoestische gelijkheid (hetzelfde geluid) of door articulatorische gelijkheid (hoe je het
uitspreekt). Uit onderzoek blijkt dat het meer afhangt van de akoestiek; wanneer het
uitgesproken wordt.
Word-length effect = het ophalen van een aantal woorden (word-span) in de juiste
volgorde is groter bij kortere woorden dan bij langere woorden. Dit geldt voor zowel
visueel als auditief.
VISUO-SPATIAL SKETCHPAD
Voor het tijdelijk opslaan van visuele (wat) en ruimtelijke (waar) informatie gebruikt men de
visuo-spatial sketchpad. De vraag is of er één enkel systeem is dat deze twee combineert, of
dat er twee systemen zijn. Volgens Logie (1995) zijn er twee systemen:
1. Visual cache = slaat informatie op over visuele vorm en kleur
2. Inner scribe = verwerkt ruimtelijke informatie en informatie over bewegingen.
Betrokken bij het herhalen van informatie in de visual cache en verwerkt informatie
hiervandaan naar de central executive.
Zijn er echt twee aparte systemen? Breinactiviteit geeft hiervoor bewijs; bij een ruimtelijke
taak was er meer breinactiviteit in de rechter hemisfeer, bij een visuele taak was er meer
breinactiviteit in de linker hemisfeer. Hieruit concluderen we dat er een algemene interferentie
is wanneer beide taken aandacht vragen, maar interferentie is specifiek bij de soort
interferentie wanneer taken minder aandacht vragen. De scheiding tussen visueel en ruimtelijk
hangt af van de mate waarin aandacht wordt gevraagd. Vragen beide, zowel visueel als
ruimtelijk, aandacht, is er meer interferentie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ijzeren2. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.