5 Reacties van zouten
5.1 Gevaarlijke zouten 5.2 Neerslagreacties
B 1 A 2
a MgSO4 a Na2SO4(s) → 2 Na+(aq) + SO42−(aq)
b Magnesiumsulfaat is opgebouwd uit positieve (Mg2+) Pb(NO3)2(s) → Pb2+(aq) + 2 NO3−(aq)
en negatieve (SO42−) ionen. Stoffen die uit de combi- b
natie positieve en negatieve ionen bestaan, noemen NO3− SO42−
we zouten. Een stof die alleen uit niet-metaalatomen Pb2+ g s
bestaat, noemen we moleculair. Na +
g g
c Het smeltpunt van magnesiumsulfaat is 1397 K.
Dit smeltpunt is zo hoog omdat de ionbinding, de Pb2+(aq) + SO42−(aq) → PbSO4(s)
binding tussen de ionen heel sterk is. Om deze te c In ieder geval bevinden zich Na+-ionen en
verbreken (smelten), is er veel energie nodig. Zouten NO3−-ionen in het filtraat. Als geen van beide zouten
hebben daarom altijd een hoog smeltpunt. in overmaat werd gebruikt, komen er vrijwel uit
d MgSO4(s) → Mg2+(aq) + SO42−(aq) sluitend Na+- en NO3−-ionen in het filtraat voor.
e De molaire massa is: 120,4 g. d Natriumnitraat zal overblijven.
Na+(aq) + NO3−(aq) → NaNO3(s)
mol 1,00 x
gram 120,4 0,60 A 3
1,00 mol × 0,60 g a Cu(NO3)2(s) → Cu2+(aq) + 2 NO3−(aq)
x = ________________
= 4,98∙10−3 mol MgSO4
b De Cu2+-ionen. Deze ionen kleuren een oplossing
120,4 g
f Er is 4,98∙10−3 mol magnesiumsulfaat in 150 mL. blauw.
Vervolgens bereken je het aantal mol magnesium c Na2S(s) → 2 Na+(aq) + S2−(aq)
sulfaat per liter: d
NO3− S2−
mol 4,98∙10 −3
x Cu 2+
g s
liter 0,150 (150 mL) 1,00 Na +
g g
4,98∙10 mol × 1,00 L
−3
x = ____________________
= 3,3∙10−2 M
Cu2+(aq) + S2−(aq) → CuS(s)
0,150 L
g Water is een polair molecuul. De zuurstofatomen in e De blauwe kleur is afkomstig van de Cu2+-ionen.
een watermolecuul hebben een grotere elektro Deze zijn dus nog in de oplossing aanwezig nadat
negativiteit dan de waterstofatomen. Hierdoor zijn de zich een neerslag heeft gevormd. Koper(II)nitraat
zuurstofatomen een klein beetje negatief geladen. moet dus in overmaat aanwezig zijn, anders zou de
De waterstofatomen zijn juist een klein beetje posi- oplossing geen blauwe kleur hebben.
tief geladen. De ‘O-kant’ van het molecuul gaat dus
naar de positief geladen ionen staan. De ‘H-kant’ A 4
van het molecuul gaat juist naar de negatief geladen a Onder een chemisch evenwicht verstaan we de toe-
ionen staan. stand waarin twee omkeerbare reacties tegelijkertijd
h Magnesiumsulfaatheptahydraat: MgSO4∙7H2O verlopen. De snelheid van de heengaande reactie is
i De totale molaire massa van bitterzout is 246,5 g. gelijk aan de snelheid van de teruggaande reactie.
De massa van het kristalwater in dit zout is 126,1 g. De concentraties van de stoffen die bij de omkeer-
Vervolgens vul je de formule voor het massa bare reacties betrokken zijn, blijven constant.
percentage in. b Nee, er verloopt geen chemische reactie bij de ver-
Het massapercentage kristalwater in bitterzout = deling van jood over de twee oplosmiddelen, het is
126,1 g dus geen chemisch evenwicht. Het is een verde-
_______× 100% = 51,16%.
246,5 g
46 Hoofdstuk 5 © Noordhoff Uitgevers bv © Noo
Boek Chemie Overal Uitw 4 vwo.indb 46 17-12-12 16:28
, lingsevenwicht, ook een vorm van een dynamisch NO3− CrO42−
evenwicht. Pb2+ g s
K+ g g
A 5
a Mg2+(aq) + 2 OH−(aq) → Mg(OH)2(s) Pb2+(aq) + CrO42−(aq) → PbCrO4(s)
Ca2+(aq) + CO32−(aq) → CaCO3(s)
b In de suspensie zijn aanwezig: de vaste stof magne- C 10
siumcarbonaat, water, magnesium- en carbonaat Vorming neerslag A:
ionen. Dat er ook magnesium- en carbonaationen
zijn, heb je aangetoond met de neerslagreacties. Br−
Ag +
s
B 6 Cu2+ g
Fe 2+
g
OH− SO42−
Ca2+ g
Ba2+ g s
Al3+ s g Ag+(aq) + Br−(aq) → AgBr(s)
Ba2+(aq) + SO42−(aq) → BaSO4(s) Omdat er een overmaat Br− wordt toegevoegd, is alle
Al3+(aq) + 3 OH−(aq) → Al(OH)3(s) Ag+ neergeslagen.
Het neerslag bestaat dus uit twee zouten! Je mag deze Vorming neerslag B:
twee neerslagreacties ook in één vergelijking weer Door het filtreren is er geen AgBr meer aanwezig.
geven:
Br− S2−
Ba2+(aq) + SO42−(aq) + Al3+(aq) + 3 OH−(aq) → Cu2+ g s
BaSO4(s) + Al(OH)3(s) Fe 2+
g s
Ca2+ g m
B 7
Een zout dat niet oplost is iets anders dan het Cu2+(aq) + S2−(aq) → CuS(s) en
ont-staan van een neerslag. Een neerslag is een Fe2+(aq) + S2−(aq) → FeS(s)
chemische reactie, er ontstaat een nieuwe vaste stof
als oplossingen worden samengevoegd. In dit geval Na toevoegen van de natriumsulfide-oplossing aan het
ontstaat er geen nieuw zout, maar lost het zout niet filtraat zullen er twee zouten neerslaan. Neerslag B zal
op in water. Rick heeft dus geen gelijk. dus bestaan uit een mengsel van CuS en FeS. We zijn
ervan uitgegaan dat het matig oplosbare CaS hier niet
B 8 neerslaat.
De geur wordt veroorzaakt door de component die
verdampt. Het pigment is een zout en zal dus niet snel Vorming neerslag C:
verdampen, dat zou trouwens ook betekenen dat de Door het filtreren is er geen CuS en FeS meer aanwezig.
kleur verdwijnt! Ook het bindmiddel verdampt niet.
Droge verf bestaat uit uitgehard bindmiddel en pig- Br− S2− CO32−
ment. De typische geur zal dus worden veroorzaakt Ca2+ g m s
door het verdampende oplosmiddel.
Er zal niet veel S2− meer in het mengsel aanwezig zijn.
B 9
a In hoofdstuk 4 heb je gezien dat K2O reageert met Ca2+(aq) + CO32−(aq) → CaCO3(s)
water:
K2O(s) + H2O(l) → 2 K+(aq) + 2 OH−(aq) Dus:
b De chromaationen staan niet in Binas tabel 45A, Neerslag A: AgBr
maar uit de tekst kun je afleiden dat het chromaation Neerslag B: een mengsel van CuS en FeS
een slecht oplosbaar zout vormt met lood(II)ionen. Neerslag C: CaCO3
vers bv © Noordhoff Uitgevers bv Reacties van zouten 47
Boek Chemie Overal Uitw 4 vwo.indb 47 17-12-12 16:28