SAMENVATTING
ARTIKELEN
INTERCULTURELE
PEDAGOGIEK
Interculturele Pedagogiek
(PABA2053)
,INHOUDSOPGAVE
WEEK 1
De Valk, H. Nicolaas, H. vd Erf, R. Bucx, F. (2015) …………………………………………………………………… blz. 2
Ghorashi, H. (2003) ………………………………………………………………………………………………………………… blz. 3
Keller, H. (2003) ………………………………………………………………………………………………………………….…. blz. 4
Super, C. M., & Harkness, S. (1986) ………………………………………………………………………………………… blz. 5
WEEK 2
Bucx, F., Van den Broek, A. Kleijnen, E., Abassi & De Haan, M. (2015) ……………………………………. blz. 5
Sam, DL., & JW. Berry. (2010) …………………………………………………………………………………………………. blz. 6
Kagitcibasi, C. (2013) ………………………………………………………………………………………………………………. blz. 8
Meca, A., Eichas, K., Schwartz, S. J., & Davis, R. J. (2019) ………………………………………………………… blz. 10
WEEK 3
de Bruijn, Y., Amoureus, C., Emmen, R. A., & Mesman, J. (2020) …………………………………………… blz. 11
Katz, P.A. (2003) ……………………………………………………………………………………………………….…………… blz. 12
Pels, T.V.M. & de Ruyter D.J. (2012) …………………………………………………………………………………….… blz. 13
Miklikowska, M., & Bohman, A. (2019) …………………………………………………………………………..……… blz. 14
WEEK 4
Gonneke W.J.M. Stevens (2018) …………………………………………………………………………..………..….….. blz. 14
Verhulp, E. E., Stevens, G. W., & Vollebergh, W. A. (2018) …………………………………………………….. blz. 15
De Haene, L., & Derluyn, I. (2018) …………………………………………………………………………..…………….. blz. 17
WEEK 5
Suzan Muller Okin (1999) ……………………………………………………………………………………………...….….. blz. 18
Saharso, S. (2022) …………………………………………………………………………..……………………………..….….. blz. 20
Khader SJ. (2018) ………………………………………………………………………………………………..…….…..….….. blz. 21
WEEK 6
Degener, C. J., van Bergen, D. D., & Grietens, H. W. (2020) …………………………………………………… blz. 23
Geldof, D. (2018) ………………………………………………………………………………………………..…….…..….….. blz. 24
Smith, J. (1996) ………………………………………………………………………………………………..…….…..….……. blz. 26
WEEK 7
Abacioglu, C. S., Volman, M., & Fischer, A. H. (2020) ………………………………….………………………… blz. 28
Civitillo, S., & Juang, L. P. (2019) ……………………………………………………………………………………….….. blz. 30
Stevens, P. A., Crul, M., Slootman, M. W., Clycq, N., & Timmerman, C. (2019) ……………………… blz. 31
1
,Artikel Omschrijving
De Valk et al., 2015 Doel = beeld geven van de context waarin migrantenouders kinderen opvoeden en waarin hun kinderen
opgroeien.
Tweede demografische transitie vanaf 1960
Migrantenouders in Nederland
1 op de 7 gezinnen in Nederland heeft één of twee ouders van niet-westerse herkomst. Het gezin waarin
kinderen opgroeien, heeft een grote invloed op de ontwikkeling. De Turks-Nederlandse ouders vormen de
grootste groep, gevolgd door Marokkaans-, Surinaams- en Antilliaans-Nederlands.
Het merendeel is zelf op een moment naar Nederland gemigreerd. Bijna 1 op de 5 is van de tweede
generatie en is dus zelf in Nederland geboren.
Ruim 1 op de 3 heeft een gezin met minderjarige kinderen. Dit komt doordat niet-westerse migranten
gemiddeld jonger zijn.
Gezinsstructuur
De niet-westerse gezinnen tellen vaak meer kinderen dan Nederlandse gezinnen. De tweede generatie
heeft echter wel minder kinderen dan de eerste, maar de tweede generatie is nog jong, dus het kan nog
stijgen.
Het aantal kinderen in niet-westerse gezinnen is afgelopen, omdat ze meer geïntegreerd zijn of beïnvloed
zijn door het land van herkomst (daar is het ook gedaald).
Niet-westerse vrouwen krijgen meestal op jongere leeftijd kinderen. De tweede generatie krijgt op een
steeds latere leeftijd een eerste kind (lijkt meer op Nederlandse gezinnen).
De tweede generatie heeft relatief veel jonge kinderen. Dit heeft vooral te maken met de leeftijd.
Kinderen die opgroeien in een eenoudergezin hebben vaker fysieke en psychologische problemen. Dit
komt vaker voor onder niet-westerse ouders (incomplete migratie of cultuur waarin moeder alleen kind
opvoed).
Ongehuwd samenwonen is onder Marokkanen en Turken ongewoon. Bij Surinaamse- en Antilliaanse
gezinnen komt ongehuwd juist veel voor.
Gemengde relaties integratie (vaak bij Surinaamse of Antilliaanse gezinnen)
Nadelen tienermoeder:
Minder lang doorleren
Geen werk en geen partner
Lager inkomen
Bij niet-westerse vrouwen komt dit vaker voor.
Sociaaleconomische omstandigheden
Door armoede zijn de leef- en leeromstandigheden van kinderen slechter
Sociale uitsluiting
Cognitieve, sociaal-emotionele en fysieke achterstand
Migranten en de arbeidsmarkt
Laagopgeleid
Minder vaak betaald werk
2
, Leven van bijstandsuitkering
Baan van laag niveau
3 op de 10 migranten van de tweede generatie heeft een baan op hoger niveau. Migrantenjongeren zijn
wel vaker werkloos, ook bij gelijke kwalificaties.
Bij niet-westerse vrouwen is de komst van het eerste kind vaak een reden om te stoppen met werken. Bij
de tweede generatie gaan vrouwen na een tijd weer aan het werk (moderne opvattingen vrouw).
Conclusies
Er is een grote diversiteit in gezinsleven
Voor veel gezinnen zijn de omstandigheden ongunstig
De tweede generatie neemt een tussenpositie in
Ghorasi, 2003 Doel = vergelijkend onderzoek over Iraanse vrouwen in Nederland VS
Nederland
Buitengesloten
Complexe relatie met verleden
Verlangen naar vroeger
Iraniër
VS
Voelen zich thuis
Iraans-Amerikaans
The past and the present of the narrative of life
Identiteit = veranderende kijk op jezelf en de ander die voortdurend nieuwe betekenissen/vormen krijgt
door interactie sociale contexten en historische momenten
Dynamisch proces
Wordt beïnvloed door de context
Identiteit wordt opgebouwd binnen bepaald sociaal kader (verleden en heden)
Habitus = set van voorkeur/routine schema’s gevormd in het verleden
Krijgt nieuwe vorm door interactie in het heden
Geïnternaliseerd tweede natuur
Bewustzijn individuen worden gevormd door reacties op situaties
Praktisch bewustzijn = handelingen die we als vanzelfsprekend beschouwen
Mensen veranderen niet vrijelijk van identiteit en kiezen niet altijd bewust voor hun identiteit (door
schema’s).
The women of this research
De politieke training heeft deze vrouwen tot vechtersbazen gemaakt. Ze werden vastbesloten
om hun leven in eigen handen te nemen.
‘’Er is geen weg terug. Als je de complexiteit van het leven hebt ervaren en hogere idealen
hebt gehad, kun je niet teruggaan en een eenvoudig leven accepteren.
De visie van de vrouwen op het internationalisme weerspiegelde de impact van oude
socialistische ideeën.
De vrouwen zagen hun culturele achtergrond niet automatisch als iets dat behouden moest
blijven. Ze stonden open voor verandering.
The present: experiences in two countries
Iraniërs kwamen naar Nederland als politieke vluchtelingen. Ze voelen zich als vreemdelingen en zijn bang
voor de toekomst. Wel zijn ze actieve deelnemers in de samenleving.
3