Dit is een samenvatting van alle begrippen van de artikelen van Communicatie en Organisatie. Perfect om je tentamen voor te bereiden. Compleet met alle artikelen.
Van Wijk & Aarts
DO: design opties. De onafhankelijke variabelen.
Falsely optimistic: foute antwoorden waarbij de participanten wel zeker zijn van hun zaak.
Ze zijn zelfverzekerd over een fout antwoord.
Sweller et al.
Cognitive load theory: het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit, die bestaat uit
gedeeltelijk onafhankelijke subcomponenten om met auditief en visueel materiaal om te
gaan. Het langetermijngeheugen is onbeperkt en bestaat uit schema’s. Informatie moet dus
zo ontworpen worden dat het werkgeheugen minder gebruikt hoeft te worden en
schemabouw bevorderd wordt.
Werkgeheugen: kan 7 items tegelijk aan. Bestaat uit subcomponenten, in dit onderzoek:
auditief, visueel en 3dimensioneel. Het werkgeheugen kan niet veel informatie verwerken,
daarom is schemaconstructie en automatisering belangrijk.
Langetermijngeheugen: bestaat uit grote schema’s die met elkaar verbonden zijn. Heeft 2
functies: 1. opslaan en organiseren van communicatie; 2. verminderen van ‘working memory
load’. Een schema categoriseert elementen van informatie volgens de manier waarop ze
worden gebruikt. Deze worden steeds groter en kunnen met elkaar verbonden worden.
Mean-ends analyses: de schema’s in je hoofd zorgen dat je weet hoe een probleem moet
worden opgelost. Daarvoor moet je zoveel mogelijk voorbeelden gezien hebben, waardoor
je patronen gaat herkennen.
Intrinsic load: de last van de informatie. Laag is weinig last en hoog is veel last (woordjes
leren vs. een formule uitvogelen).
Extraneous load: presentatievorm van de informatie. Een hoge extraneous load maakt het
moeilijk iets te verwerken (complexe presentatievorm). Dit is niet erg als de intrinsic load
laag is.
Germane load: presentatievorm van de informatie. Bij een hoge germane load is de
presentatievorm aangepast aan hoe het geheugen werkt. Zo is het makkelijk om schema’s te
construeren en automatiseren.
, Split-attention: schakelen tussen 2 informatiebronnen en deze integreren. De informatie
staat dan op verschillende plekken, dit is belastend.
Modality effect: schakelen tussen 2 informatiebronnen vanaf verschillende kanalen en deze
integreren. Bijvoorbeeld wanneer je iets tegelijk hoort en ziet wat bij elkaar hoort. Dat is
gunstig, want dit kunnen we makkelijker aan. Het werkgeheugen heeft een visueel en
auditief deel en als die samen worden gebruikt is de capaciteit van het werkgeheugen
groter. Dual processing route.
Redundancy effect: schakelen tussen 2 informatiebronnen die niet hoeven te integreren. Dit
is belastend: de info uit de ene bron is niet nodig om de andere bron te begrijpen. Dat is
redundant.
Pander Maat
Mattheus-effect: met veel voorkennis heb je meer aan informatie dan met weinig
voorkennis. Als je nog niet veel weet blijft dat ook zo. Zo ontstaat een grotere kloof.
Dennis et. Al
Synchroniciteit: een gedeeld patroon van gecoördineerd gedrag met dezelfde focus. Dit is
niet altijd positief; sommige taken moeten juist asynchroon uitgevoerd worden.
Mediasynchroniciteit: de mate waarin een communicatiemiddel het toe laat om
synchroniciteit te bereiken.
Conveyance: overbrengen van nieuwe informatie om een mentaal schema te kunnen
maken. Dit vereist een lage synchroniciteit; meer tijd om de informatie te verwerken.
(Artikel voor het eerst lezen)
Convergence: gezamenlijk begrip creëren en het mentale schema uitbreiden. Dit vereist een
hoge synchroniciteit; snel schakelen tussen meerdere personen. (Discussiëren over het
artikel)
Transmission velocity: de snelheid waarin een medium een boodschap kan afleveren aan de
ontvanger. Positieve invloed op synchroniciteit.
Parallelism: de mate waarin boodschappen tegelijk verzonden en ontvangen kunnen
worden. Benadeelt gezamenlijke focus dus negatieve invloed op synchroniciteit.
(Whatsappbericht naar meerdere ontvangers)
Symbol sets: de manier van communiceren. Symbolen zoals beweging en geur. Wanneer
aanwezig hebben ze een positieve invloed op synchroniciteit. Kan ook een negatieve invloed
hebben: bijv. cijfers kan je niet goed uitbeelden maar beter opschrijven.
Rehearsability: de mate waarin het bericht geoefend of bewerkt kan worden tijdens het
coderen voor de verzending. Vertraagt de transmissie dus negatieve invloed op de
synchroniciteit.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jonu17. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,29. Je zit daarna nergens aan vast.