Lesweek 1, werkgroep 1
Kennisclip
• Uitleg geven wat de invloed is van het werken vanuit een visie op gezondheid.
De visie van gezondheid is de werkwijze van hoe je bepaalde ziektes en maatschappelijke
problemen aanpakt.
Nu is de visie van gezondheid gevestigd op het herstellen of verbeteren van ziekte of
aandoeningen, een beter manier zou zijn om de visie van gezondheid meer te vestigen op
preventie en dus het voorkomen van ziektes en andere problemen. Een voorbeeld hiervan is het
verbeteren van de leefstijl van mensen. Blue zones zijn hier ene voorbeeld van.
Pathogenes = oorzaak ziekte
Salutogenese = oorzaak gezondheid
We zouden ons dus meer moeten richten op salutogenese i.p.v. pathogenese.
• Uitleggen wat de huidige visie inhoudt van ziekte & zorg naar mens & maatschappij.
Proberen ziektes en aandoeningen te voorkomen door ons vooral te richten op de manier van
leven, hoe woont iemand? Hoe vaak beweegt iemand? Dus kijkend naar omgevingsfactoren en bv.
leefstijl.
• Uitleggen wat de rol is van verpleegkundige met betrekking tot de huidige visie ‘mens &
maatschappij’ en positieve gezondheid.
De verpleegkundige kan bv een rol spelen in de voeding van een patiënt of bv met de beweging.
Door dit te verbeteren blijven bv ziektes zoals suikerziekte weg. Door bv huishoudelijke hulp in te
zetten kan een omgeving schoner worden, een schonere en opgeruimde omgeving kan zorgen
voor meer motivatie en zo volgt dat elkaar op.
• Uitleggen wat gezondheidsindicatoren zijn en wat het belang hiervan is voor de
verpleegkundige beroepsuitoefening.
Gezondheidstoestand kan worden beschreven met de gezondheidsindicatoren.
Gezondheidsindicatoren geven naast de ziekte de manier van leven en denken aan.
Dat kan dus zijn hoe oud je bent, hoe zwaar je bent, hoe je leefstijl is. Dit kan helpen te bepalen
hoe de gezondheidstoestand eruitziet.
Mortaliteit = sterftecijfer, je kunt hiermee vergelijkingen maken en de impact van ziektes
inschatten.
Levensverwachting = vrouwen worden bv. ouder dan mannen en de levensverwachting
neemt toe door de verbeterde zorg.
Gezonde levensverwachting = goed ervaren gezondheid of levensverwachting zonder
beperkingen, ziekte en mentale problemen.
Qaly = levenskwaliteit, quality adjusted life years, geven de mate aan van kwaliteit van
leven. (1: optimale kwaliteit van leven, 0: minst goede kwaliteit van leven)
Daly = ziektelast, disability adjusted life years, verloren gezonde jaren door ziekte of
aandoeningen.
Ervaren gezondheid =
Morbiditeit = percentage mensen met bepaalde ziekte
Epidemiologie =
Incidentie/prevalentie = Aantal/totaal gevallen met eenzelfde ziekte of aandoening
• Uitleggen wat epidemiologie is en wat het belang daarvan is bij de verpleegkundige
beroepsuitoefening.
De epidemiologie is de wetenschappelijke studie van het vóórkomen en de verspreiding van
ziekten binnen en tussen populaties. Vaak wordt epidemiologie gezien als de methodeleer van
onderzoek naar gezondheid en ziekte in populaties. De centrale variabele in elk epidemiologisch
onderzoek is immers een gezondheids- of ziektemaat.
,• De student kan benoemen wat de essentie is van de beroepsuitoefening van de verpleegkundige
Maatschappij & Gezondheid (M&G).
De beroepsuitoefening van verpleegkundigen maatschappij & gezondheid vindt vrijwel altijd plaats
binnen de leef-, woon- en werksituatie van de client/doelgroep. Ze komen bij mensen thuis, op hun
school, op hun werk of waar ze ook maar verblijven. M&G verpleegkundigen moeten de leef-, woon-
en/of werksituatie als referentiekader mee nemen, evenals de maatschappelijke omgeving, de
omringende sociale systemen en de fysieke omgeving. Daardoor wordt de m&g-verpleegkundige
geconfronteerd worden met een grote diversiteit normen- en waardepatronen die tegelijkertijd ook
heel verschillend kunnen zijn van hun eigen normen- en waardepatronen. Met deze verschillen moet
de m&g verpleegkundige professioneel leren omgaan met behoud van autonomie en eigen
verantwoordelijk van de client en anderzijds de eigen professionele verantwoordelijkheid.
• De student kan de meest voorkomende organisatievormen van sociale wijkteams benoemen en
weet welke disciplines er veelal deelnemen aan het sociale wijkteam.
Een wijkteam is er om vragen over welzijn te beantwoorden, de huisarts ziet vaak patiënten die geen
zorgproblemen hebben maar welzijnsproblemen. Het wijkteam biedt een netwerk dat deze
problemen gezamenlijk aanpakt, waardoor het probleem breder behandeld wordt.
Deelnemers van het wijkteam
Jongerenwerker
POH-GGZ
Opbouwwerker
Huisarts
Maatschappelijk werker
Wijkverpleegkundige
Psycholoog
Per stad verschilt het aantal deelnemer van het wijkteam
Deelnemende partijen
Een sociaal (wijk)team bestaat doorgaans uit allerlei professionals, afkomstig van verschillende
instanties of moederorganisaties.
Het kan hierbij gaan om:
1. Hulpverleners uit de eerste lijn, bijvoorbeeld een wijkverpleegkundige of een maatschappelijk
werker.
2. Tweedelijnsinstellingen, zoals GGZ-organisaties.
3. Andere partijen, zoals woningcorporaties of politie.
• De student kan uitleggen welke casuïstiek toegewezen kan worden aan de verpleegkundige M&G.
, Lesweek 1, werkgroep 2
Kennisclips
• De relatie uitleggen tussen classificatiesystemen, meer specifiek het Omaha Systeem, en klinisch
redeneren.
Het Omaha System is een classificatiesysteem voor zorg en welzijn. De systematiek en de
terminologie zijn vastgesteld en dat zorgt ervoor dat iedereen het op dezelfde manier gebruikt en
steeds dezelfde termen hanteert, eenheid van taal dus. Het vergemakkelijkt de communicatie met
elkaar en met de client. Het is een gids voor de dagelijkste praktijk van zorgverleners en een
hulpmiddel om de acties en uitkomsten van de zorg voor cliënten beter te kiezen, sorteren en
vastleggen.
• Weergeven wat ALS is, welk verloop het ziektebeeld heeft en wat de prognose is van dit
ziektebeeld. Daarnaast kan je benoemen wat de gevolgen zijn voor de zorgvrager.
ALS = amyotrofische laterale sclerose
Wat is ALS?
Neuromusculaire aandoening, zowel van perifere als centrale motorische zenuwstelsel, wat
leidt tot het onvoldoende of niet functioneren van de spieren
Het is een dodelijke en vooralsnog ongeneeslijke ziekte
Amyotrofische = met spieratrofie: duidt op de afname van de spieromvang doordat de
zenuwvoorziening uitvalt
Laterale = aan de zijkant gelegen: duidt op de degeneratie van de lateraal in de witte stof van
het ruggenmerg gelegen piramidebaan
Sclerose = wijst op een abnormale verharding van weefsel, in dit geval van de laterale
piramidebaan.
1. Perifere motorische neuronen – van centraal zenuwstelsel naar de spieren
Bulbair vanuit hersenstam, deze vorm van ALS begint vooral met zwakte van de spieren in
het mond- en keelgebied, waardoor spreken en eten en drinken bemoeilijkt worden.
Spinaal vanuit ruggenmerg, deze vorm van ALS begint met krachtverlies in armen, benen
en romp.
Als deze zenuwen niet goed functioneren, worden de spieren slapper en dunner
2. Centrale motorische neuronen – voor willekeurige motoriek
Corticobulbaire banen van hersenschors naar hersenstam
Piramidebanen van hersenschors naar ruggenmerg
Als deze zenuwen niet goed functioneren, worden de spieren stijf en spastisch
Verloop van het ziektebeeld