100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Strafrecht minor strafrecht & criminologie HAN €8,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Strafrecht minor strafrecht & criminologie HAN

7 beoordelingen
 207 keer bekeken  15 keer verkocht

Een samenvatting voor het vak strafrecht dat gegeven wordt tijdens de minor strafrecht & criminologie op de HAN. Alle literatuur en college-aantekeningen zijn in deze samenvatting verwerkt. Zelf heb ik deze minor gevolgd van augustus 2022 tot en met januari 2023. Hierdoor is het actueel.

Laatste update van het document: 1 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 60  pagina's

  • 22 oktober 2022
  • 24 december 2022
  • 60
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)

7  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: luukachtereekte82 • 1 week geleden

review-writer-avatar

Door: annickheine • 11 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: aukjenoldusnoldus • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: hanssimons • 10 maanden geleden

review-writer-avatar

Door: erol_gumussoy50 • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sarahevapetit • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: serenservi • 1 jaar geleden

avatar-seller
dvm26
Strafrecht
Periode 1
Week 2 De rechtspositie van de verdachte en het slachtoffer

Leerdoelen:
 Je kent de rechten van de verdachte, weet waar deze gecodificeerd zijn en kunt deze toepassen op een casus.
 Je kent de rechten van het slachtoffer, weet waard deze gecodificeerd zijn en kunt deze toepassen op een casus.
 Je kunt de relatie tussen artikel 6 EVRM en de rechten van de verdachte uitleggen.

Strafprocesrecht – Keulen en Knigge – hoofdstuk 7 en 8

Legaliteitsbeginsel
Met het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel wordt het creëren van lokaal strafprocesrecht voorkomen. Strafprocesrecht is namelijk geen lokaal,
maar nationaal recht. Op die wijze geschieden activiteiten in de sfeer van opsporing, vervolging, berechting, strafoplegging en tenuitvoerlegging
van vonnissen in heel Nederland volgens dezelfde regels en genieten burgers dus ook overal dezelfde bescherming.

Een van de belangrijkste uitgangspunten van het strafrecht is dat burgers slechts in overeenstemming met neergeschreven (gecodificeerde)
wetten kunnen worden gestraft. Dit is het legaliteitsbeginsel (art. 1 Sv).
 ‘Strafvordering heeft alleen plaats op de wijze bij de wet voorzien’.
o Strafvordering = regels voor alle partijen in de procedure.
o Wet = wet in formele zin (muilkorf-arrest).
 Geen materiële wet (in de APV mag dat niet staan).
 Mag wel staan dat de hond een muilkorf om moet, maar mag niet in staan dat je bij twijfel mee moet
naar het bureau om de hond op te laten weten.
 Artikel 1 Sr is het strafrechtelijke legaliteitsbeginsel. Het moet duidelijk zijn (lex certa), vastliggen in een
wet (zowel materiële wet als formele wet) (lex cripta) en verbod van terugwerkende kracht.

Het legaliteitsbeginsel heeft vijf nadere betekenissen.
1. Geen strafbaar feit zonder wet  slechts gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld, kunnen door de rechter worden bestraft.
2. Geen straf zonder wet  een burger mag niet worden veroordeeld wanneer zijn gedrag niet onder een bepaalde wettelijke
strafbepaling valt.
3. Geen terugwerkende kracht  een burger kan slechts worden veroordeeld voor een handeling die in strijd is met een wet die op dat
moment al in werking is getreden.
4. Geen analogische redeneringen  het moet duidelijk zijn welke gedragingen strafbaar zijn en wat de gedragingen precies inhouden.
5. Lex certa  wetten moeten duidelijk genoeg zijn en duidelijk genoeg omschreven zijn.

Strafvorderlijke bevoegdheden moeten een basis hebben in een wet in formele zin.
 Eerste boek WvSv, titel II: ‘de verdachte’.
 Eerste boek WvSv, titel III: ‘de raadsman’.
 Eerste boek WvSv, titel IIIA: ‘het slachtoffer’.


De verdachte
Artikel 27 Sv geeft twee definities van het begrip ‘verdachte’.
1. Als verdachte wordt aangemerkt ‘degene te wiens aanzien uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan een
strafbaar feit voortvloeit’  voordat de vervolging is aangevangen (lid 1).
- Eist een redelijke verdenking.
- Eist een redelijk vermoeden van schuld (verdenkingsvoorwaarde).
 Ontbreekt dit, dan mag er niet tot arrestatie worden overgegaan.
 Het criterium van artikel 27 lid 1 Sv bestaat uit drie elementen:
1. Er moet sprake zijn van een vermoeden dat betrekking heeft op schuld aan een strafbaar feit.
2. Er moet sprake zijn van een vermoeden dat redelijk is (een louter subjectief vermoeden is niet
voldoende. Het vermoeden moet ook objectief gezien gerechtvaardigd zijn).
3. Er moet sprake zijn dat het vermoeden van schuld voortvloeit uit feiten of omstandigheden.

2. Als verdachte wordt aangemerkt ‘degene tegen wie de vervolging is gericht’  na de aanvang van de vervolging (lid 2).
- Eist geen redelijke verdenking; degene die wordt vervolgd is verdachte, onafhankelijk van de vraag of de vervolging op
goede gronden is ingesteld of niet.
- De rechtspositie van de persoon die wordt vervolgd, moet worden geregeld onafhankelijk van de vraag of ten aanzien van
die persoon (nog) een redelijk vermoeden van schuld bestaat. Het enkele feit dat hij wordt vervolgd, maakt dat noodzakelijk.
- Je blijft verdachte heten totdat de termijn voor hoger beroep is verstreken (artikel 404 Sv).


Rechten van de verdachte in relatie tot artikel 6 EVRM
In artikel 6 EVRM worden rechten toegekend aan ‘everyone charged with a criminal offence’. Er is sprake van een criminal charge zodra in de
woorden van de Hoge Raad ‘vanwege de Nederlandse Staat jegens de betrokkene een handeling is verricht waaraan deze in redelijkheid de
verwachting kan ontlenen dat tegen hem ter zake van een bepaald strafbaar feit door het OM een strafvervolging zal worden ingesteld’. Zodra
de burger uit een officieel bericht of uit ander optreden van de autoriteiten kan opmaken dat hij in staat van beschuldiging is gesteld, geldt hij als
een vervolgde in de zin van artikel 6 EVRM (HR Redelijke Termijn II).
 Kenniskening van een boete van de gemeente, je krijgt een dagvaarding, etc.

Het maakt niet uit of er sprake is van een redelijke verdenking.
 Veel van de rechten en beginselen van artikel 6 EVRM zijn inmiddels overgenomen in ons eigen strafrecht.
 Enkele van die rechten kunnen ook weer worden beperkt (zie bijvoorbeeld artikel 28e, 32 lid 2 en 46 Sv).
 Er wordt een onderscheid gemaakt in ‘soorten’ verdachten (zie bijvoorbeeld artikel 28b Sv: kwetsbare verdachten).



1

,De rechten van de verdachte
Wanneer iemand als verdachte wordt aangemerkt, heeft die persoon een aantal rechten:

1. Zwijgrecht (artikel 29 lid 2 Sv)  de verdachte is niet verplicht om op de vragen die bij een verhoor worden gesteld, te antwoorden.
Hij moet hiervan voor zijn verhoor op worden gewezen (cautie). Bij zwijgrecht geldt ook het pressieverbod; de verhorende
ambtenaar moet zich onthouden van alles wat de strekking heeft een verklaring te krijgen, waarvan niet kan worden gezegd dat deze
in vrijheid is afgenomen.
 In veel verschillende wettelijke bepalingen worden bepaalde personen verplicht om aan de overheid informatie te
verstrekken (belastingplichtige, toezichthouder, etc.) Maar de vraag is hoe de inlichtingenplicht zich verhoudt tot het
zwijgrecht (m.a.w. geldt de inlichtingenplicht ook nog als de belastingplichtige verdacht wordt van fraude?).
o Het zwijgrecht gaat voor de inlichtingenplicht (na erkenning door het Europese Hof van het nemo tenetur-beginsel
als kernelement van het recht op een fair hearing). Verdrag gaat namelijk boven een wet. De inlichtingenplichtige
mag dus zwijgen zodra er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld, dus verdachte.
 De vraag is ook of informatie die de verdachte op grond van een wettelijke plicht heeft verstrekt voordat er sprake was van
een redelijke verdenking, in het strafproces gebruikt mag worden. Nee het mag niet, want dit is in strijd met het
verdragsartikel.

2. Recht op rechtsbijstand (artikel 28 Sv jo. artikel 6 lid 3 sub c EVRM).
 Volgens het EVRM zijn er twee mogelijkheden: de verdachte kan zich op eigen houtje verdedigen en hij kan dat doen met
behulp van een advocaat.
 De Nederlandse wetgever heeft niet gekozen voor een systeem waarbij verplichte rechtsbijstand de regel is. Op grond van
artikel 28 lid 1 Sv heeft de verdachte het recht om zich te laten bijstaan door een raadsman (geen verplichting dus). Als de
rechter vermoedt dat de verdachte ten gevolge van een geestelijke stoornis niet in staat is zijn belangen behoorlijk te
behartigen, kan hij de verdediging opdragen aan een aangewezen raadsman.
o Artikel 28 lid 1 Sv geeft de verdachte gedurende het gehele strafproces recht op rechtsbijstand. Dit betekent de
bijstand van een raadsman tijdens de terechtzitting en bij de voorbereiding van de terechtzitting. Naast dit
algemene, voor het gehele proces geldende recht op rechtsbijstand bestaat het recht op rechtsbijstand dat
betrekking heeft op specifieke situaties. Bijvoorbeeld artikel 57 lid 2 Sv die de aangehouden verdachte het recht
geeft zich bij een verhoor bij te laten staan door een raadsman
 Consultatiebijstand  voorafgaand aan het eerste verhoor mag je met de raadsman overleggen (artikel 28c Sv).
 Verhoorbijstand  tijdens het verhoor mag de raadsman aanwezig zijn (artikel 28d Sv).

3. Recht op een tolk/vertaling (artikel 29b en 32a Sv, artikel 6 lid 3 sub e EVRM en artikel 14 lid 3 sub f IVBPR)  de tolk vertaalt de
tekst die in de rechtszaal, tijdens het verhoor, etc. wordt besproken. De vertaling van documenten gebeurt alleen op eigen verzoek. ‘

4. Recht op kennisneming van stukken (artikel 6 lid 3 sub b EVRM jo. artikel 30 Sv jo. artikel 48 Sv )  de verdachte moet de
mogelijkheid hebben om van tevoren van de gedingstukken kennis te nemen. Vanaf het moment waarop de dagvaarding is betekend
of de strafbeschikking is uitgevaardigd, mag de verdachte van alle processtukken kennisnemen (artikel 33 Sv). Datzelfde recht komt
toe aan de raadsman (artikel 48 Sv).
 Kennisneming = op het politiebureau door de stukken heen gaan (dus geen kopieën maken).
 Het procesdossier wordt gevormd door ambtsedige processen-verbaal, waarin opsporingsambtenaren verslag doen van
hun bevindingen. In de PV vindt men onder meer de verklaringen van getuigen, verklaringen van de verdachte,
onderzoekshandelingen van de RC, schriftelijke bescheiden zoals justitieel documentatieregister, reclasseringsrapporten,
stukken die betrekking hebben op het voorarrest en correspondentie.
 De OvJ heeft de verantwoordelijkheid voor de samenstelling van het dossier tijdens het opsporingsonderzoek (artikel 149a
lid 1 Sv).
.
5. Recht op afschrift van stukken (artikel 32 Sv)  de verdachte heeft recht op een afschrift (kopie) van de stukken waarvan hem de
kennisneming is toegestaan.


Beginselen die van belang zijn:

1. Nemo tenetur beginsel (artikel 29 lid 1 en 2 Sv jo. artikel 14 lid 3 sub g IVBPR)  de verdachte mag niet gedwongen worden om
aan zijn eigen veroordeling mee te werken.
 Artikel 29 lid 1 Sv bepaalt dat er geen ongeoorloofde druk op de verdachte mag worden uitgeoefend (pressieverbod). Artikel
29 lid 2 Sv bepaalt dat de verdachte niet tot antwoorden verplicht is. De verdachte moet daarop vóór zijn verhoor worden
gewezen (de cautie).
 Arrest Saunders  je mag niet zomaar alles wat je verklaard in een bepaalde zaak, in een andere zaak gebruiken (dus
geen verklaringen voor zaken omtrent Belastingrecht gebruiken in het Strafrecht). Afhankelijk van de wil (alles waar je brein
invloed op heeft) – vallen onder het bereik van het nemo tenetur beginsel. Onafhankelijk van de wil wordt niet beschermd
door dit beginsel.
o Onafhankelijk van de wil  technisch bewijs zoals bloed, adem, vingerafdrukken en camerabeelden.
o Afhankelijk van de wil  verklaringen

2. Onschuldpresumptie (artikel 6 lid 2 EVRM jo. artikel 14 lid 2 IVBPR)  iemand is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Als
verdachte ben je niet meteen de dader.

3. Ne bis in idem (artikel 68 Sr jo. artikel 14 lid 8 IVBPR)  iemand mag niet twee keer voor hetzelfde feit vervolgd worden.




2

,Het slachtoffer

De verdachte staat centraal in het strafprocesrecht. Het hoofddoel is namelijk het verzekeren van een juiste toepassing van het materiële
strafrecht. Het willen bewerkstelligen dat schuldigen worden bestraft en dat bestraffing van onschuldigen wordt voorkomen. Dat brengt met zich
mee dat voor het slachtoffer in het strafproces slechts een beperkte plaats is ingeruimd. Wel heeft het slachtoffer een steeds betere
rechtspositie gekregen. Bij straffen is het slachtoffer niet direct in beeld, maar de genoegdoening voor het slachtoffer speelt op de achtergrond
wel een belangrijke rol. Er zijn veel sancties gericht op het slachtoffer (zoals de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f Sr en de
vrijheidsbeperkende maatregel van artikel 38v Sr. Ook bestaat er voor slachtoffers al heel lang de mogelijkheid om (verdere) vervolging van de
verdachte te bewerkstelligen via de procedure van artikel 12 Sv.

Artikel 51a lid 1 sub a Sv geeft de omschrijving van het begrip slachtoffer: ‘degene die als rechtstreeks gevolg van een strafbaar feit
vermogensschade of ander nadeel heeft ondervonden’.

Het slachtoffer kan in het strafproces in verschillende hoedanigheden optreden:
 Hij kan getuigen zijn geweest van het misdrijf waarvan hij het slachtoffer is geworden.
 Hij kan beklag doen bij het hof indien een strafbaar feit niet wordt vervolgd of een vervolging wordt niet doorgezet.
 Als hij rechtstreeks schade heeft geleden door een strafbaar feit, kan hij een vordering tot schadevergoeding als benadeelde partij
voegen.
 Wanneer er aan hem toebehorende voorwerpen in beslag zijn genomen, kan ij zich als belanghebbende daarover beklagen.


Positieve verplichtingen voortvloeiend uit het EVRM
Op grond van artikel 1 EVRM verzekerd elke verdragsluitende partij eenieder die deel uitmaakt van haar rechtsmacht de rechten en vrijheden
die zijn vastgesteld in de eerste titel van dit verdrag. Daartoe behoren onder meer het recht op leven (artikel 2 EVRM), het verbod van foltering
(artikel 3 EVRM) en het recht op eerbiediging van privé-, familie- en gezinsleven (artikel 8 EVRM). Deze rechten zijn ook van belang voor
slachtoffers van strafbare feiten. Dat komt doordat in de rechtspraak van het EHRM het leerstuk van de positieve verplichtingen is ontwikkeld.
Op de verdragsluitende partijen rust niet alleen de (negatieve) verplichting om geen inbreuk te maken op de in het EVRM omschreven rechten.
Op hen rust onder omstandigheden ook (positieve) verplichtingen om iets te doen in verband met deze rechten. Zo’n positieve verplichting kan
een verplichting tot opsporing, vervolging en/of adequate bestraffing inhouden van gedragen die mensenrechten hebben geschonden. 1

Arrest Öneryildiz tegen Turkije: op 28 april 1993 vond er een ontploffing van methaangas plaats in een vuilnisbelt in de nabijheid waarvan
mensen woonden. Negenendertig mensen kwamen om het leven. Het EHRM stelde voorop dat er positieve verplichtingen zijn om alle
passende maatregelen te nemen om het recht op leven veilig te stellen. Van de Staat wordt verwacht dat ze een wetgevend en bestuurlijk kader
tot stand brengen dat is ontworpen om een effectieve afschrikking te bieden tegen bedreigingen van het recht op leven. Maar de verplichtingen
eindigen daar niet. Waar mensen om het leven zijn gekomen door omstandigheden die de verantwoordelijkheid van de Staat waren, moet de
Staat ervoor zorgen dat elke inbreuk op dat recht worden onderdruk en bestraft. Dat geldt zelfs in situaties waarin de inbreuk op het recht op
leven niet met opzet is veroorzaakt. De Staat moet zorgen voor een onafhankelijke en onpartijdige officiële onderzoeksprocedure en de
autoriteiten moeten zorgvuldig en snel handelen. Dat was in deze zaak niet het geval geweest.

In de zaak Kontrová tegen Slowakijen2 ging het erom dat artikel 2 EVRM geschonden was, omdat de politie niet in actie was gekomen na een
melding van een vrouw dat haar man over een vuurwapen beschikte en dreigde zichzelf en de kinderen dood te schieten. Een dreigement dat
enkele dagen later uitgevoerd werd. Hierin had de Staat ook niet voldaan aan de positieve verplichtingen van het EVRM.


De Richtlijn slachtofferzorg
In 2001 kwam het Kaderbesluit slachtofferzorg tot stand, waarna deze in 2012 is vervangen door de Richtlijn slachtofferzorg. Deze richtlijn is
gebaseerd op artikel 82 lid 2 VWEU. In dit artikel is bepaald dat voor zover nodig ter bevordering van de wederzijdse erkenning van vonnissen
en rechterlijke beslissingen en van de politiële en justitiële samenwerking in strafzaken met een grensoverschrijdende dimensie bij richtlijnen
minimumvoorschriften kunnen worden vastgesteld. Vervolgens is expliciet vermeld dat die minimumvoorschriften betrekken hebben op (onder
meer) ‘de rechten van slachtoffers en misdrijven’. Daarmee hebben de verplichtingen die uit de richtlijn voortvloeien een andere achtergrond dat
de positieve verplichtingen die uit het EVRM voortvloeien.

De Richtlijn slachtofferzorg is een Europese richtlijn tot vaststelling van de minimumnormen voor de rechten, de ondersteuning en de
bescherming van slachtoffers van strafbare feiten. Enkele belangrijke rechten die zijn toegevoegd zijn:
 Rechtsbijstand voorbereidend onderzoek.
 Uitbreiding recht op informatie.
 Recht op toegang slachtofferhulp.
 Recht op individuele beoordeling om specifieke beschermingsbehoeften te onderkennen.


Rechtspositie van een slachtoffer in Nederland
Het behartigen van de belangen van de slachtoffers mag er nooit toe leiden dat de rechtsbescherming van de verdachte onder het in artikel 6
EVRM vereiste niveau zakt. Binnen die begrenzing zijn twee uitgangspunten leidend:
1. Het strafproces dient de schade die het delict heeft veroorzaakt bij het slachtoffer zoveel mogelijk te beperken.
2. Het strafproces is dusdanig ingericht dat het zo min mogelijk nieuwe problemen voor het slachtoffer schept.


Artikel 12 Sv procedure
Wanneer een strafbaar feit niet wordt vervolgd, de vervolging niet wordt voortgezet of wanneer de vervolging plaatsvindt door het uitvaardigen
van een strafbeschikking, kan de rechtstreekse belanghebbende daarover schriftelijk beklag doen bij het hof (artikel 12 Sv). Het slachtoffer en
de nabestaanden van het slachtoffer zijn rechtstreekse belanghebbende.

De klacht bestaat uit het doen van aangifte met het verzoek tot vervolging (artikel 164 lid 1 Sv). De klacht moet mondeling of schriftelijk worden
gedaan, hetzij door de tot de klacht gerechtigde in persoon, hetzij door iemand die door de klachtgerechtigde van een bijzondere schriftelijke
volmacht is voorzien (artikel 164 Sv). Tot het ontvangen van de klacht is elke OvJ en hulp OvJ bevoegd en verplicht (artikel 165 Sv).



1
Öneryildiz tegen Turkije (EHRM 30 november 2004, nr. 48939/99); het recht op leven stond hierin centraal.
2
EHRM 31 mei 20017, nr 7510/04.
3

, 4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper dvm26. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,49  15x  verkocht
  • (7)
In winkelwagen
Toegevoegd