Personages
● Isengrijn: Wolf
● Tibeert: Kat
● Nobel - koning: Leeuw
● Courtois: Bekakt hondje
● Pancer: Bever
● Cuwaert: Haas
● Grimbeert: Das
● Hersint: Wolvin, vrouw van Isengrijn
● Cantecleer: Haan
● Coppe: Haan, dochter van Cantecleer
● Bruun: Beer
● Belijn: Ram
● Filapeel: Luipaard
● Genteel - koningin: Leeuwin, vrouw van Nobel
Inleiding
Van den vos Reynaerde:
● Middelnederlandse tekst
○ Middelnederlands: Verzamelnaam voor de taalvormen en dialecten zoals die tussen
circa 1200 en 1550 in de Lage Landen geschreven en gesproken werden.
● Wereldwijd bekend, één van de hoogtepunten van de middeleeuwse literatuur
Middeleeuwse verhalen: Boeken van tegenwoordig:
- Bijna allemaal in rijm (versvorm) geschreven. - Geschreven in doorlopende regels (proza).
- Bedoeld om naar te luisteren (& voor te lezen). - Bedoeld om stil te lezen.
- Middeleeuwse naamvalsvormen. - Aantal ‘versteende’ naamvalsvormen.
- Dubbele ontkenningen + andere klanken
1 Hofdag in het dierenrijk
Verhalen werden vaak voorgedragen door voordrachtskunstenaars (minstreels / sprooksprekers).
● Minstreel: Rondreizende kunstenaar die verhalen en liederen dichtte en ten gehore bracht.
● Sprookspreker: Veertiende-eeuwse benaming voor een rondreizende dichter die sproken
maakte en voordroeg; hij is de 'opvolger' van de minstreel en de troubadour, die meestal
langere verhalende gedichten voordroegen.
○ Lezen was voor luisteren.
○ Proloog: Een inleiding op het eigenlijke verhaal / De eerste verzen van een verhaal,
die als inleiding dienen.
■ Werd in de Middeleeuwen ook al gebruikt.
Proloog als opwarming van het publiek
Aandacht van de luisteraars trekken:
● Technieken uit de klassieke retorica.
○ Klassieke retorica: Latijnse leer van de welsprekendheid, die onder meer
mogelijkheden biedt om een band te scheppen tussen auteur en publiek.
● Vaste motieven, die ook in veel andere prologen voorkomen.
○ Motief: Betekenisvol verhaalelement dat in de literatuur herhaaldelijk aangetroffen
wordt.
○ Topos: Vast motief dat in de literatuur regelmatig terugkeert / Geijkt motief dat onder
meer in een proloog als vast inhoudselement gebruikt wordt.
, ■ Vermelden van de naam van de auteur.
■ Vermelden van diens eerdere schrijfwerk.
● Aanbevelen om het nieuwe boek te lezen.
■ Vermelden van de reden om het verhaal te schrijven.
■ Vermelden van de moeite waarmee dat gepaard ging.
● Bedoeling is dat het publiek het resultaat aandachtiger en oplettender
gaat luisteren doordat er het hem veel werk heeft gekost.
■ Vermelden van de bronnen waaruit geput is.
■ Vermelden van de opdrachtgever die het schrijven financieel mogelijk
gemaakt heeft.
■ Vermelden van eerdere pogingen zonder het door de auteur gewenste
resultaat.
Voordrachtskunstenaar als interpretatiehulp
Moeilijk om grappen te begrijpen: Middelnederlands is een vreemde taal voor ons & we horen geen
intonatie.
● Intonatie: Toonhoogteverloop van een woord of zin.
Begin van het boek: Een koning noemt roept zijn vazallen bij elkaar.
SV 40-60: De koning, de leeuw, roept zijn ● Vazal: Leenman heeft een stuk land in
vazallen, dieren, bij elkaar. De vos, Reinaert, leen gekregen van zijn leenheer in ruil
een belangrijke vazal, is niet aanwezig omdat hij voor eed van trouw en militaire steun.
er niet heen durft, aangezien hij schuldig is.
Ook in ridderverhalen, Koning Arthur en Karel
de Grote, speelt het zich af rond een hofdag.
● Hofdag: Orde en vrede in het rijk te
bevestigen en verstevigen.
SV 79-97: De wolf, Isengrijn, roept hulp in van degene die het recht moest handhaven, Koning Nobel.
Hij beschuldigt Reinaert van het verkrachten van zijn vrouw en het mishandelen van zijn kinderen,
één is blind geworden. Daarnaast pest de vos hem.
SV 98-135: Een bekakt hondje, Courtois beschuldigt Reinaert ervan dat hij jaren geleden in de winter
zijn worst had gestolen terwijl dat zijn enige eten was. Tibeert de kat weerspreekt deze beschuldiging,
hij had die worst gestolen. Pancer de bever snapt niet waarom hij de klacht tegen Reinaert wilt
terugtrekken, hij is een misdadiger (moordenaar, bedrieger, dief etc).
SV 135-180: Reinaert had beloofd Cuwaert, de Andere klacht dan normaal, deze klacht kan
haas, ‘credo’ te leren. direct bewezen worden, wonden zijn nog
● Credo: Geloofsbelijdenis, te leren en zichtbaar. Daarnaast heeft deze misdaad
plaatsgevonden terwijl de koningsvrede van
hem kapelaan, hulppastoor, te maken.
kracht was.
○ Geloofsbelijdenis; meestal ● Koningsvrede: Periode voorafgaand
gebruikt voor het zogenaamde aan en gedurende de hofdag,waarin
'apostolicum', een samenvatting geen van de onderdanen wapens mocht
van het christelijk geloof in gebruiken of lichamelijk letsel
twaalf punten. toebrengen en waarin vetes moesten
● Kapelaan: Hulp van de pastoor: lage worden opgeschort. Schending werd
geestelijke functie in de rooms- zeer zwaar bestraft.
katholieke kerk.
Hij wordt ervan beschuldigd Cuwaert ● ‘Kapelaan maken’ stond voor
geprobeerd te vermoorden, echter was Pancer masturberen
te hulp geschoten en Cuwaert had nu alleen wat ● ‘Credo leren’ = homoseksuele relatie
wonden. Iedereen wilt Reinaert dood hebben.
De zoon van Reinaerts broer, Grimbeert, de das
die is het niet met hun eens, hij zegt ‘uit de
mond van de vijand kun je weinig goeds