Overzicht Registergoederenrecht: omgevingsrechtelijke gedeelte
WEEK 6
Omgevingsrechtelijke gedeelte: Het bestemmingsplan en de systematiek van de Wro
Het omgevingsrecht
Het omgevingsrecht
Je krijgt bijna altijd te maken met het omgevingsrecht als je ergens gaat wonen. Denk bijvoorbeeld aan de buurman die
een grote afscheiding heeft, maar ook het café op de hoek. Het omgevingsrecht kent een groot aantal verplichtingen en/
of bevoegdheden voor bestuursorganen om plannen vast te stellen. Bijv. de Wm, Wro, Waterwet, Wet
natuurbescherming en de Planwet Verkeer en vervoer bevatten regelingen. Door een plan op te stellen kan de overheid
het te voeren beleid structureren. De vastgestelde plannen zijn vaak een eerste stap in het proces van inrichting van de
fysieke leefomgeving. De verschillende omgevingsrechtelijke plannen hebben gemeen dat ze het overheidsbeleid
kenbaar en de beleidskeuzes inzichtelijk maken.
Meestal geen rechtsbescherming
Veruit de meeste plannen in het omgevingsrecht zijn niet gericht op rechtsgevolg, zodat daartegen ook geen
bestuursrechtelijke rechtsbescherming openstaat.
Publiekrechtelijk
Bij het omgevingsrecht speelt de overheid de grootste rol. Dit betekent dan ook dat het omgevingsrecht vooral
publiekrechtelijk van aard is. De overheid probeert het omgevingsrecht toegankelijk te maken, maar soms is het
ingewikkeld.
Omgevingsrecht actueel
1. Woningbouw Amsterdam: plannen voor woningen bij chemische fabriek. Er staat veel bedrijvigheid
momenteel. RO speelt belangrijke rol: waar zet je een milieu-belastende activiteit neer en op welke afstand
kunnen woningen worden gebouwd. Heeft invloed voor toekomstige bewoners: willen geen stank etc. Maar ook
voor het bedrijf: misschien willen ze in de toekomst nog uitbreiden.
2. Stikstofproblematiek: recent is een onderdeel van de oplossing daarvoor aangedragen. Ideeën van het kabinet
om boeren te onteigenen en ander soort landbouw te realiseren, zodat koeien verdwijnen. Onteigening is een
hard instrument, want je ontneemt iemand zijn eigendom.
3. Bouwen: van woningen of wat dan ook. Belangrijk voor de regelgeving: moeten constructief veilig zijn.
4. Overstromingen in Limburg: al het water moet ergens heen dus meer ruimte voor water. Waterrecht: Nederland
beschermen tegen wateroverlast. Waterschap is hier belangrijk voor.
5. Tata-Steel: woningen in de buurt van zware industrie. Je moet goed onderzoek doen naar de woningen voor je
het ergens neerzet. Tata mag niet langer met kolen produceren. Ze kiezen daarom voor waterstof. Daar hebben
we het milieurecht voor (waar we niet op in gaan deze cursus).
Ruimtelijke ordening
Wat is ruimtelijke ordening?
Verschillende functies die je in een bepaald gebied wil hebben, die wil je zo goed mogelijk ordenen. Je wil bedrijven
ruimte geven, maar ook woningbouw. De zwaarindustrie situeer je niet naast de woonwijk, want dan krijg je veel
overlast en kun je daar niet prettig wonen.
,Het is de ordening van ruimte van overheidswege. De overheid bepaalt wat er wel en niet met de grond mag gebeuren.
Dat is een vrij ingrijpende bevoegdheid. Als je een stuk grond hebt, wil jij als eigenaar eigenlijk gewoon zelf bepalen
wat je er mee doet. Dat kan dus niet, want het bestemmingsplan moet wel het gebruik dat jij wil uitvoeren toelaten.
Waarom is er ruimtelijke ordening?
Waarom is dat beperkt? Waarom wordt dat van overheidswege gereguleerd? Je wil niet dat iedereen maar doet met zijn
grond wat hem goeddunkt, want dan krijg je een versnippert beeld, zijn functies niet op elkaar afgestemd en dit is
onwenselijk. De wet ruimtelijke ordening (Wro) regelt het grondgebruik. Voor de bewoonbaarheid van het land en de
bescherming van het leefmilieu, is het nodig dat de functies wel goed op elkaar zijn afgestemd. Je wil niet dat er midden
in de stad een IKEA gesitueerd wordt, want dan krijg je problemen met parkeren, de aanvoer van goederen etc. Dat
moet je reguleren.
- Artikel 21 GW: bewoonbaarheid en bescherming van het leefmilieu: een opdracht aan de overheid. De
overheid moet zorge voor een bewoonbaar land en een beschermd leefmilieu. De Wro is een van de wetten die
dat probeert te bewerkstelligen.
- Verdelen schaarse ruimte over maatschappelijke functies: vele belangen vechten om de grond. Die ruimte
wordt ook steeds meer schaars. Maar je hebt heel veel maatschappelijke functies om gebruik te maken van die
grond. Hoe milieu belastender het grondgebruik, hoe groter het gebied daaromheen is waar je geen milieu
gevoelige functies kunt situeren. Dat blijft een lastig evenwicht.
- Zo goed mogelijk laten functioneren van de functies: voorkomen dat ze elkaar negatief beïnvloeden. Je wil dat
er in een woonwijk een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is. Je wil niet dat daar te veel milieu-belastende en
vervuilende bestemmingen in de buurt liggen, vanwege gezondheid of parkeerproblemen.
Dit zijn zaken die je moet kunnen reguleren.
Voorbeelden van ruimtelijke ordening
- IKEA: de IKEA in Utrecht is niet voor niets aan de rand van de stad gesitueerd. Hier zijn veel parkeerplaatsen.
De hele woonboulevard is hier gesitueerd. Je wil niet dat de IKEA in de binnenstad terechtkomt, want je wil
niet dat de binnenstad wordt overspoeld met auto’s met verkeersaantrekkende werking en gevolgen voor de
luchtkwaliteit. Je wil dat de binnenstad vrij is. Je moet zorgen dat de meubelboulevards aan de rand van de stad
terechtkomen, in de buurt van uitvalswegen, zodat ze ook makkelijk bereikbaar zijn.
- Tata-steel: gra et-regens, die de omliggende woonwijken belasten, waardoor veel roet en gra et op die
woningen neer worden gedaald. Dit is natuurlijk niet gezond. De vraag die je kunt stellen: zijn die hoogovens
niet te dicht bij een bepaald gebied gebouwd? Die ovens waren er al en de woningen zijn steeds dichterbij
gekomen. Het is dus helemaal niet per se de schuld van de hoogovens, maar van de woningen die steeds
dichterbij kwamen.
- Enschede: de vuurwerkramp. Dat was een hele grote ramp waarbij de vuurwerkfabriek ontplofte en bij de
fabriek was een woonwijk gesitueerd. Er kwam heel veel wetgeving om te voorkomen dat dat soort gevaarlijke
bedrijven niet bij een woonwijk worden gesitueerd. Het is vaak de oprukkende woningbouw die er voor zorgt
dat de woningen eigenlijk te dicht op die bedrijven worden gebouwd.
- Voorbeeld van een school naast woningen: kinderen maken heel veel lawaai. Dat kan soms heel vervelend zijn.
Dat soort klein leed speelt in de ruimtelijke ordening een rol. Hoe reguleer je dit naast elkaar?
Een goede ruimtelijke ordening als ‘vereiste’ voor een bestemmingsplan
Wat is een ‘goede ruimtelijke ordening’? Een goede ruimtelijke ordening kan tot allerlei functies in relatie staan. Bij de
regelgeving voor ruimtelijke ordening speelt het criterium “een goede ruimtelijke ordening” een belangrijke rol. Met dit
criterium wordt onder meer beoogd een aanvaardbaar woon- en leefklimaat te waarborgen. Kortweg: het zo goed
mogelijk aan elkaar aanpassen van samenleving en ruimte. Welke bestemmingen passen naast elkaar? Hoe kunnen we
de bestemmingen goed op elkaar aan laten sluiten? Een woonwijk past niet naast een terrein met zware industrieën. Een
schoolgebouw naast een drukke weg is ook niet altijd een goed idee.
fi fi
,Het begrip ‘goede ruimtelijke ordening’ bepaalt uiteindelijk of nieuwe plannen mogelijk zijn. In de praktijk is dit begrip
uitgewerkt in een heleboel regels en nuances. Uiteindelijk echter komt de beoordeling van een nieuw plan uit op dit
begrip. Aan de hand van verschillende componenten wordt ‘een goede ruimtelijke ordening’ al dan niet vastgesteld. Er
zijn verschillende omgevingsfactoren die van invloed zijn op de beantwoording van de vraag of sprake is van ‘een
goede ruimtelijke ordening’. De meest bekende en voorkomende zijn de omgevingsfactoren bodem, geluid, ecologie,
luchtkwaliteit, externe veiligheid, archeologie, verkeersbewegingen, waterhuishouding en milieuzonering.
ABRvS goede ruimtelijke ordening r.o. 3.3: in deze uitspraak heeft de Afdeling geoordeeld dat de gemeenteraad
inderdaad kan besluiten (vanwege de vrijheid die het heeft), dat een crematorium in een woonwijk niet voldoet aan het
begrip ‘goede ruimtelijke ordening’. R.o. 3.3: een crematorium in de directe nabijheid van bebouwing behoeft niet
bij voorbaat uitgesloten te worden geacht. Dit doet er echter niet aan af dat de raad in het kader van een goede
ruimtelijke ordening moet bezien of een crematorium verenigbaar is met bestaande woningen in de omgeving.
Naar het oordeel van de Afdeling heeft de raad zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat een
crematorium en woningen functies zijn die naar hun aard van elkaar gescheiden dienen te worden. Het criterium,
dat een crematorium niet in een woonwijk gevestigd wordt, is dan ook niet een onredelijk criterium, gelet op de aan
de raad toekomende beleidsvrijheid. Nu de voorziene locatie voor de vestiging van het crematorium in een
woonwijk ligt, was er om deze reden al aanleiding om te weigeren een bestemmingsplan vast te stellen dat de
vestiging van een crematorium mogelijk maakt.
De Wet Ruimtelijke Ordening (Wro)
Hoe bewerkstelligen we ruimtelijke ordening?
Dit gebeurt via de wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit is een wet, gemaakt voor het reguleren van grondgebruik in een
bestemmingsplan op gemeentelijk niveau met sturingsmogelijkheden voor hogere overheden. Deze wet geeft daar de
instrumenten voor, om grond te reguleren. Via het bestemmingsplan (op gemeentelijk niveau) maar ook andere
overheden hebben sturingsmogelijkheden en mogelijkheden om het grondgebruik te reguleren.
Uitgangspunten Wro
- Onderscheid tussen beleid, normstelling en uitvoering: met beleid gaat het voornamelijk over de structuurvisies
waarin beleid wordt vastgelegd. En de normstelling: voor de juristen het meest interessant, gaat dan echt over de
regels wat er wel kan en mag en wat er niet kan en niet mag. Nieuwe Wro structuurvisies geen bindende
elementen meer. Daarmee is beleid en normstelling uit elkaar getrokken. Normstelling komt pas aan de orde in het
BP.
- Beleid = structuurvisie
- Normstelling = Het juridisch bindende normatieve beleid wordt in bestemmingsplannen en in het avv’s van het
Rijk en de provincies vastgelegd. Normstelling geschiedt op een zo laag mogelijk overheidsniveau, maar
indien er met een bepaalde ruimtelijke ontwikkeling nationale of provinciale belangen zijn gemoeid, moeten op
dat niveau ook instrumenten beschikbaar zijn waarmee de ontwikkelingen op effectieve wijze kunnen worden
gestuurd.
- Uitvoering =
- Iedere overheidslaag heeft bevoegdheden om eigen ruimtelijke beleid te vormen, bindend vast te leggen en uit te
voeren: de overheden hebben bevoegdheden in de ruimtelijke ordening. Zij hebben ook bevoegdheden, naast de
gemeente. Dat heet dan geen bestemmingsplan, maar dat heet dan een inpassingsplan. Zij kunnen voor projecten
van nationaal en provinciaal belang ook bindende regels vaststellen, die rechtstreeks bindend zijn voor de burger.
Zij hebben daarnaast ook instrumenten om de gemeentelijke ruimtelijke ordening in te vullen.
, - Decentralisatiebeginsel: dat is eigenlijk het principe dat de bevoegdheden in de Wro zo veel mogelijk op
gemeentelijk niveau liggen. Zo dicht mogelijk bij de burger. Het is een ingrijpende bevoegdheid om het
grondgebruik te reguleren. Het zijn ingrijpende aantastingen in de eigendom. Daarom wil je dat zo dicht mogelijk
bij de burger leggen en dat is dus de gemeente (Gemeenteraad in het bijzonder, die bevoegd is tot vaststelling van
de bestemmingsplannen).
- Bovengemeentelijke sturing: nadruk op kaderstelling vooraf in plaats van controle achteraf: daar zie je dat de
doelstelling van de Wro is om zoveel mogelijk vooraf in bindende regels vast te leggen, waarin de gemeente
binnen de kaders van de wet bestemmingsplannen kan vastleggen. Provincie en rijk kunnen de regels vaststellen
voor de gemeenteraad die het bestemmingsplan moet vaststellen. Er kan bijvoorbeeld in een instructieregel staan
dat je in het bestemmingsplan niet zomaar kunt opnemen dat je in het het buitengebied zomaar woningen mag
bouwen. Daar moet de gemeenteraad zich aan houden. Zij moeten het bestemmingsplan dusdanig vaststellen dat
er wordt voldaan aan de regels van provincie en rijk.
Structuurvisies artikel 2.1 Wro
Artikel 2.1 lid 1
Volgens artikel 2.1 lid 1 Wro is de gemeentelijke structuurvisie, wat inhoudt dat de gemeenteraad een structuurvisie (of
meerdere) vaststelt ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening voor het gehele grondgebied van de gemeente,
waarin alle hoofdzaken van het door de gemeente te voeren ruimtelijk beleid zijn vastgelegd. Het bevat hoofdlijnen van
de voorgenomen ontwikkelingen van dat gebied en de hoofdzaken van het te voeren beleid.
Artikel 2.1 lid 2: de gemeenteraad stelt vast
Op grond van lid 2 is het de gemeente die een dergelijke structuurvisie vaststelt. De gemeenteraad kan ook op grond
van lid 4 samen met anderen gemeenten structuurvisies vaststellen.
Ook de provincie en het Rijk kunnen structuurvisies vaststellen: PS en de minister van I & M stellen vast
Op grond van artikel 2.2 en 2.3 Wabo kunnen ook de provincies en nationaal (via het Rik) structuurvisies worden
gemaakt.
Het doel van de structuurvisie
Het doel van de structuurvisie vastgesteld ten behoeve van “een goede ruimtelijke ordening”“in ieder geval moeten
bijdragen aan de kwaliteit van de leefomgeving”.
Totstandkomingsprocedure van de structuurvisie
1. Door de gemeente of de provinciale staten: op basis van de Awb art. 3:12 de verplichting om kennis te geven in
de dag- nieuws of huis aan huisbladen of op een andere geschikte wijze dat men het voornemen heeft om een
nieuwe structuurvisie te maken.
a. Hierbij wordt ook vermeld op welke wijze inspraakparticipatie plaats zal vinden.
b. In de structuurvisie moet ook worden vermeld op welke wijze uiteindelijk deze inspraakparticipatie
tot stand is gekomen art. 2.1.1 Bro
2. Door de minister: de Eerste en Tweede Kamer kunnen beraadslagen voor vaststelling Artikel 2.3 Wro.
Verwezenlijking van de visie mag niet worden begonnen voordat de Staten Generaal daarover heeft kunnen
beraadslagen.
Structuurvisies is een verplicht beleidsdocument (beleid)
De structuurvisie is een verplicht beleidsdocument. De structuurvisies laten dus zien hoe de ontwikkelingen er uit zien
in de toekomst en welke instrumenten je daarvoor inzet. Een structuuradvies is het uitzetten van beleid. Dit is het