Milieu en beleid
Milieuproblemen
Milieuproblemen ontstaan doordat de mens op een schadelijke manier ingrijpt in het
natuurlijke milieu. Hierbij maken we onderscheid tussen uitputting, aantasting en
verontreiniging. Ze kunnen verschillende vormen hebben: verandering van het klimaat,
verzuring, vermesting, verspreiding, verwijdering, verstoring van woon- en leefklimaat,
verdroging en verspilling. Ze doen zich voor op lokaal, regionaal, fluviaal, continentaal en
mondiaal niveau. De ergste problemen van vandaag de dag zijn het dubbele gevaar van
de opwarming van de aarde, verlies aan biologische diversiteit, verwoesting van bossen,
vervuiling van de zee en oceanen, verspillen en verwoesten van zoetwaterbronnen en
aantasting van de bodem. Het grootste milieuprobleem is de klimaatcrisis, met als kern
het broeikaseffect. Mede hierdoor doen zich nu op de wereld een aantal opmerkelijke
veranderingen voor, zoals stijging van de temperatuur (hockeystick), wegsmelten van
gletsjers, verwoestijning en verandering van het seizoen ritme. Maatregelen om de
klimaatverandering te verminderen zijn migratie en adaptie.
De mens is veelal betrokken bij milieuproblemen: als veroorzaker, als slachtoffer en als
mogelijke oplosser van het probleem. Mensen hebben invloed op het milieu, omdat er
veel mensen op aarde leven en we krachtige technologieën hebben die het milieu kunnen
beïnvloeden. De mens kan op drie terreinen iets doen aan klimaatverandering. We
kunnen onze kennis en die van anderen over deze materie vergroten, een bijdrage
leveren om het gebruik en de verspilling van natuurlijke hulpbronnen te minimaliseren en
politiek actiever worden en veranderingen eisen. Individuele mensen kunnen energie
besparen thuis, minder energie gebruiken bij mobiliteit, minder consumeren en meer
bewaren en zelf een katalysator voor verandering worden.
De relatie tussen onze beschaving en het ecosysteem van de aarde is vergaand en
radicaal veranderd door de bevolkingsexplosie, de wetenschappelijke en technologische
revolutie en de fundamentele manier waarop de mensen over de klimaatcrisis denken. In
dit laatste zijn er vier stromingen te noemen: een aantal mensen denkt niet na, de kloof
tussen ‘twee culturen’, de mens gelooft ten onrechte dat we moeten kiezen tussen een
gezonde economie en een gezond milieu en als toch niks meer aan de
klimaatsverandering is te doen, kan de mens er zich beter bij neerleggen.
De milieuproblemen in Nederland worden veroorzaakt door de vrijemarkteconomie,
demografische factoren en geografische factoren. De klimaatverandering zal ook in ons
land effecten met zich meebrengen. Er is op dit moment sprake van wat meer en
extremere neerslag, een geringe zeespiegelstijging en in de winter gemeten toenemende
en in de zomer afnemende rivierwaterafvoer. De landbouw kan positieve en negatieve
effecten verwachten. Positief is de hogere CO2-concentratie in de atmosfeer, de hogere
temperatuur en het langere seizoen die kunnen leiden tot hogere opbrengsten. Nadelen is
het mislukken van oogsten door extreme weers- en klimaatomstandigheden. Eind mei
2006 heeft het KNMI vier nieuwe klimaatscenario’s geschetst waarmee Nederland in de
komende eeuw te maken krijgt. Deze hebben betrekking op hogere temperaturen,
heviger neerslag en een verdere stijging van de zeespiegel.
Milieubeleid
Bij het milieuproces spelen verschillende actoren een rol. De werknemers, werkgevers en
boeren hebben vooral economisch belang. De consument maakt bij de keuze van