Master beleid, communicatie en organisatie
Organization and power
College 1 - Introductie 2
Artikel: What makes management research interesting and why does it matter? 3
College 2 - Agency & structure: instituties, interactie en intenties 4
Institutional realities and individual lifeworld 4
Institutionalization 4
Socialization 5
Interaction agency/structure 5
Analytical purchase? and critique! 5
Power, culture, identity, institutions, etc 6
Are we in the driver’s seat? 6
College 3: Bureaucracy, efficiency and forms of control 7
Organisatietheorieën en sturingen 7
Max Weber (1864-1920) : Rationalization 7
Frederick Taylor (1856-1915) : The Scientific Management 8
Henri Fayol - Verspreiding van de controle 8
Hawthorne studies (1927-1932) 8
Theory X en Y - Douglas McGregor 9
Critical theory 9
Vormen van controle 9
College 4: dimensions of power 10
Dimensions of “gezichten” van power (Fleming and spicer) 10
Eerste dimensie: Dwang (Episodic) 10
Tweede dimensie: Manipulatie (Episodic) 11
Derde dimensie: Overheersing/dominatie (systemic) 11
Vierde dimensie: Subjectificatie (systemic) 12
College 5: Surveillance 13
Surveillance 14
Data trace 15
Algoritmes 16
College 6: Democratization and distributed power 17
Uit het artikel van Battilana, Yen, Ferreras, Ramarajan (2022) 17
Hedendaagse context van organisatie democratie: Een krachttoer 18
Iron Law 20
College 7: Identity regulation 21
Post-structuralism 22
1
, Identity regulation 23
College 8: Consultancies and cultures of fun 24
Identiteit regulatie resistance 24
Identiteitsvorming in consultancies 25
College 9: Organizational deviance(afwijkingen) and complexity 28
Paradoxen 28
Organizational deviance (afwijkingen) 29
Proces van normalisatie 29
Group Thinking 30
Macht van discourses 30
College 10: Leadership, complexity and power 31
Leiderschap 31
Crisis leiders 33
Emergent leadership 33
Complexity theory 34
Artikel: Kyratsis et al (2017) – Health systems in transition: professional identity work in the context of
shifting institutional logics 35
College 11: Organizations, Networks and Power 36
Innovatie 36
The environment 37
Netwerken 37
Social Network 38
Weak ties theorie 39
College 12: Institutional theory 40
Institutionele theorie 40
Institutional isomorphism 41
Legitimacy/legitimiteit 42
Organisatie veld 42
Institutionele logics 43
Institutioneel werk 43
Oefenvragen 44
College 1 - Introductie
Organizations = Although most of us “know an organization when we see one,” the diversity and
complexity of organizations and their activities is difficult to capture in a single formal definition.
As a result, multiple, sometimes contrary, conceptions of organizations exist, each one highlighting
particular features of organizations, but necessarily providing only partial and incomplete views.*
(Joel Baum and Tim Rowley) *is een voorbeeld van een organisatie betekenis.
2
,Organization sciences bestaan uit een hele verscheidenheid aan theorieën. Dit komt doordat je het uit
verschillende hoeken kunt bekijken zoals historisch, psychologisch, sociologisch, economisch etc.
Er zijn een hoop theorie en conceptuele modellen. Het gaat niet om de theorie versus de praktijk maar
omdat je kennis hebt van de vele theorie en de algemene structuur kent. Zo begrijp je de diepere
betekenis en kun je kritisch naar ze kijken.
Artikel: What makes management research interesting and why does it matter?
Hoogwaardig onderzoeken:
● Is interessant
● Een hogere graad van leren produceren
● Wat kan leiden tot meer afgestudeerde studenten
Het eerste criterium waarbij mensen alles wat ze tegenkomen beoordelen is of het interessant of saai is
(volgens Davis komt een verhaal echt over zolang het interessant is, en niet noodzakelijkerwijs of het vals
is/waar is). Interesse staat niet alleen centraal bij goed onderzoek. Het belang van het onderwerp en de
geldigheid zijn ook van belang.
Onderzoek heeft aangetoond dat de mate van interesse het leerniveau beïnvloedt (hoe interessant, hoe
gemakkelijker iets op te nemen). Sommige psychologen zien interesse als een emotie die een centrale rol
speelt in de prestaties van mensen (langere concentratie) en dus ook in de persistentie.
Volgens David is onderzoek vooral interessant als de uitkomsten niet in lijn liggen met de verwachting.
Het is belangrijk om te kijken voor welke doelgroep het onderzoek is ivm hoe het onderzoek wordt
uitgevoerd en de presentatie er van. Elke groep heeft een ander belang.
Ook empirische studies die de huidige aannames in twijfel trekken, worden als interessant beschouwd.
- Braziliaans perspectief = Een Amerikaanse vragenlijst in Brazilië voorleggen. Het resultaat: ze
vonden beiden de kwaliteit belangrijk, maar er waren wel verschillen tussen de landen.
- Media perspectief = Om onderzoek op meerdere platforms te kunnen promoten dienen ze aan
een aantal criteria te voldoen. actualiteit, kwantitatieve data (meer generalistisch) en populaire
onderwerpen in de media.
Uit drie onderzoeken blijkt dat sensatiezucht teksten tot leven brengen en het bijdraagt aan het actuele
debat.
3
, College 2 - Agency & structure: instituties, interactie en intenties
In deze les krijgen we het inzicht dat we vaak zelf niet op de bestuurders plek in de auto zitten. Wij
denken zelf de keuzes en beslissingen te maken maar dat valt vies tegen. Naast de zeven kopjes gaf de
docent ons ook twaalf lessen bij.
Institutional realities and individual lifeworld
Het meeste wordt beïnvloed door de structuren(tradities,
regels, ideologieën) die er zijn, ver boven onze macht. De
agency is onze individuele acties en denken.
Je zou het kunnen vergelijken met een schaakspel. Wij zijn
enkele pion met allemaal andere pionnen die waarde
hebben en over het gehele spel zijn er allemaal regels.
Les 1: Dualiteit - Net als twee kanten van een medaille,
sociale realiteiten zijn beide individueel en institutioneel,
zowel persoonlijke leefwereld als bovenpersoonlijke structuur. We zijn ons vaak niet bewust van de
institutionele realiteit en worden hier als individu langzaam in gezogen. Denk maar aan het kasten
systeem waar een ziekenhuismedewerker in komt te werken, vaak heeft die persoon niet eens door hoe
dat hij/zij in een kaste systeem werkt.
Institutionalization
Hoe je als individu (agency) in de structure groeit, dit noem je externalization/Institutionalization. De vier
stappen voor Institutionalization:
1. Habituation/ Gewenning –“That’s how I do it”
2. Reciprocal typification/ Wederzijdse typering –“That’s how we do it”
3. Legitimation/ Legitimatie –“That’s why we do it”
4. Objectification/ Objectivering –“That’s just the way it is” We zien niet eens
meer dat het anders kan.
Les 2: Institutionalization- Individueel handelen (i) groeit uit tot gewoontes, (ii) interacties groeien uit tot
vaste patronen, waarna de opkomende sociale orde (iii) wordt ‘verklaard’ en ‘gelegitimeerd’, en,
uiteindelijk, (iv) wordt aangenomen-voor-toegekend en als ‘objectief’ beschouwd.
4