Leerdoelen Rechtsstaat 1, onderdeel staatsrecht
Week 1: De Nederlandse staat - Inleiding hoofdstuk 1 (behalve 1.2) en 3.2
1. De student kan de kenmerken van een staat weergeven en kan de staatkundige
verhoudingen binnen het Koninkrijk der Nederlanden beschrijven; (Statuut, Grondwet)
We spreken van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
Samenvatting Staatsrecht
Hoofdstuk 1 De Nederlandse staat en zijn bewoners
Paragraaf 1.1 De Nederlandse staat
We spreken we van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
Ad 1 Grondgebied
Het grondgebied van een staat, het territorium, kent grenzen die soms na talloze oorlogen tot stand
zijn gekomen en in een verdrag (dat is een overeenkomst tussen een of meer staten) met buurlanden
zijn vastgelegd
Samenvatting Staatsrecht
Hoofdstuk 1 De Nederlandse staat en zijn bewoners
Paragraaf 1.1 De Nederlandse staat
We spreken we van een staat als er een gemeenschap is van mensen op een bepaald grondgebied,
waarover een organisatie het hoogste gezag uitoefent.
Ad 1 Grondgebied
Het grondgebied van een staat, het territorium, kent grenzen die soms na talloze oorlogen tot stand
zijn gekomen en in een verdrag (dat is een overeenkomst tussen een of meer staten) met buurlanden
zijn vastgelegd
(1) Grondgebied; het grondgebied van een staat, het territorium, kent grenzen die soms na talloze
oorlogen tot stand zijn gekomen en in een verdrag (dat is een overeenkomst tussen een of meer staten)
met buurlanden zijn vastgelegd.
(2) Gemeenschap; de gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe behoren vanwege hun
afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben verkregen.
(3) Hoogste gezag; bestaat uit gemeenschap. Hoogste gezag zorgt voor orde en handhaving verdeeld in
‘trias politica’: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Om te voorkomen dat burgers voor
eigen rechter gaan spelen, mag alleen het hoogste gezag van de straatgeweld gebruiken
(geweldsmonopolie).
Erkenning kan ook niet missen. Als een land niet wordt erkent door (bijna) alle andere landen dan
behoort het nog steeds niet tot een staat. Het moet erkend worden door andere landen voor
handelsbetrekkingen en diplomatieke betrekkingen en belangrijk voor samenwerking en het voorkomen
van conflicten. Politieke/sociologische definitie van staat is er is gezag, gemeenschap en grondgebied.
Volkenrechtelijke definitie richt zich vooral op erkening.
1
,De basis voor het Koninkrijk der Nederlanden is gelegd in de 17de eeuw (de gouden eeuw) Nederland
had verschillende koloniën namelijk: Nederlands-Indië, Suriname, Aruba, Bonaire, Curaçao, Saba, Sint-
Eustatius en Sint maarten. Indonesië werd in 1945 onafhankelijk en Suriname in 1975. Tegenwoordig
zijn Curaçao, Aruba en Sint maarten een zelfstandige staat binnen ons koninkrijk. Bonaire, Sint-Eustatius
en Saba zijn een openbaar lichaam zoals geregeld in art 134 GW. Het koninkrijk der Nederlanden omvat
nu de landen Nederland, Curaçao en Sint-Maarten en (Aruba). Indonesië en Suriname hebben zich van
het Koninkrijk losgemaakt en zijn onafhankelijke staten geworden. Aruba, Sint-Maarten en curaçao zijn
ook een zelfstandige staat maar behoort wel tot Nederlandse koninkrijk. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba
hebben een statuut gekregen van openbaar lichaam en zijn een overzeese gemeenten geworden
Statuut: het statuut is een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de onderlinge
verhoudingen in het Koninkrijk en de samenwerking. De voormalige koloniën hebben dit vrijwillig
ondertekend. Art 3 lid 1 van het Statuut: handhaving van de onafhankelijkheid, verdediging van het
Koninkrijk en de buitenlandse betrekkingen.
2. De student kan bronnen van staatsrecht benoemen en kan beschrijven wat de Grondwet is
en wat erin geregeld wordt;
Bronnen van het staatsrecht; het statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, grondwet, (organieke)
wetten/reglementen, gewoonterecht, verdragen en Europese maatregelen en jurisprudentie.
Het statuut van het Koninkrijk der Nederlanden regelt de organisatie en de onderlinge verhoudingen
en samenwerking tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk.
De grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en staatsorganen en de
verdeling van de staatsmacht. Verder staat er in de grondwet grondrechten die burgers beschermen
tegen al te grote inbreuken door de staat en andere soorten regels die voor orde zorgt. In hoofdstuk 1
van de grondwet staan de grondrechten.
(Organieke) wetten, reglementen; Wet in formele zin die in opdracht van de grondwet tot stand komt
door de regering en Staten-Generaal spreken we van organieke wetten. Als er in de wet bepaalt dat er
iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, een wet dus van de regering en de Staten-
Generaal, dan spreken we van organieke wet. De gemeente- en provinciewet zijn beide voorbeelden van
een organieke wet. Zij hebben betrekking op de organen en de organisatie van de Staat en zijn
onderdelen.
Reglementen van de staatsorganen regelen onder andere de gang van zaken bij vergaderingen en
andere werkzaamheden. Voorbeeld hiervan is het Regelement van Orde voor de Eerste en Tweede
kamer.
Gewoonterecht; Dit zijn ongeschreven staatsrecht dat door de gemeenschap een gewoonte geworden
zoals vertrouwenswet. Je kunt je dus ook niet aan een gewoonterecht houden, omdat het niet
geschreven is dit zal uiteindelijk voor jezelf alleen voor problemen zorgen.
2
, Verdragen en Europese maatregelen; regels die in toepassing het nationale recht van de lidstaten van
de EU. Voorbeelden hiervan zijn het vluchtelingenverdrag,
Jurisprudentie; (rechtersrecht) uitspraken van rechters waarin bestaande rechtsregels worden
verduidelijkt en toegepast in een concreet geval. Met hun uitspraken over bepaald geschil
verduidelijken rechters de bestaande rechtsregels en passen zij deze toe op het correcte geval, maar het
kan ook antwoord geven op een vraag of maatregel van de minister.
3. De student kan de vier pijlers van de rechtsstaat beschrijven (grondrechten,
machtenscheiding, legaliteitsbeginsel, onafhankelijke rechtspraak);
Nederland heeft zich in de loop der jaren ontwikkeld tot een democratische rechtstaat dit kwam mede
door absolute heerschappij van de vorsten en de overheid vond dat zij de vrije ontplooiing van burgers
niet mag belemmeren. Een democratische rechtstaat heeft vier pijlers/kenmerken; machtenscheiding,
grondrechten, legaliteitsbeginsel en onafhankelijke rechtspraak.
1) machtenscheiding houdt in dat de macht verdeeld is over verschillende organen of personen in de
staat dit heet ook wel trias politica (wetgevende, uitvoerende en rechtelijke macht)
2) grondrechten; burgers hebben fundamentele rechten die de overheid moet eerbiedingen.
3) legaliteitsbeginsel; de overheid mag slechts optreden is grond van algemene regels die democratisch
tot stand zijn gekomen.
4) onafhankelijke rechter biedt burgers bescherming tegen overheidsoptreden dat willekeurig is of op
een andere manier in strijd is met het recht.
Trias politica; De regering en Staten-Generaal hebben de wetgevende macht in Nederland. De
uitvoerende macht heeft de regering, zij stellen regels vast dit gebeurt dan in vorm van een Koninklijk
Besluit dat door de Koning moet worden vastgesteld. In sommige gevallen hebben ministers ook een
eigen regelgevende bevoegdheid. De gewonde rechterlijke macht bestaat in Nederland uit: de
rechtbank, het gerechtshof en als hoogste instantie de Hoge Raad, die zich uitsluitend bezighouden met
rechtspraak.
3