Taak11
Lang zullen ze leven
,Betekenis van veroudering
Veroudering is de progressieve verslechtering van veranderingen tijdens de volwassen periode die komt door een toenemende kwetsbaarheid voor
daarmee het vermogen van het organisme om te overleven verminderen.
Veroudering begint in het vierde decennium van het leven en eindigt met de dood. Volgens de WHO begint ouderdom op 60-jarige leeftijd. Ouder
de WHO ingedeeld worden in 3 periodes:
1. Aging (early old age): ‘young old’ – 60 jaar tot 74 jaar oud (vroege ouderdom).
2. Old age (late age): ‘old-old’ – 75 jaar tot 90 jaar oud (ouderdom, late leeftijd).
3. Longevity (long-lived): – 90 jaar en ouder (langlevend).
Biologische veroudering wordt gedefinieerd als het natuurlijk voorkomen van irreversibele, met leeftijd toenemende veranderingen in het meta
(stofwisseling) en de eigenschappen van cellen, leidend tot een verminderde zelfregulatie en regeneratie (herstel), en structurele en
functionele veranderingen in weefsels en organen.
Veroudering = een opeenhoping van lichamelijke, geestelijke en sociale veranderingen die gedurende het menselijk leven plaatsvinden.
Veroudering = het verzamelen van deeloorzaken van ziekte. Als je veel blijvende schade hebt opgelopen, dus veel deeloorzaken van ziekte hebt
je kwetsbaar.
Het verouderingsproces heeft bij iedereen een ander verloop; bij de een gaat het snel, bij de ander langzaam.
Naarmate je ouder wordt, wordt je lijf steeds vatbaarder en kwetsbaarder.
Het verouderingsproces komt niet alleen voor bij mensen, maar ook bij levenloze materie zoals boeken.
De normale verouderingsprocessen noem je primary aging.
De versnelde veroudering ten gevolge van ziektes, stress of een trauma noem je secundary aging.
Biologische veroudering leidt tot functieverlies van organen en zintuigen door beschadiging van cellen en weefsels. Dit proces neemt toe met
daarom een kwantitatief verlies te noemen. Bovendien treedt kwalitatief verlies van functioneren op. Dit heeft te maken met het zich
minder goed kunnen aanpassen aan veranderde omstandigheden. (bepaald de plaats van senioren in het gezin en de samenleving)
Mentale veroudering refereert aan de mate van het besef dat aanpassing noodzakelijk is.
Sociaal ouder worden is cultureel bepaald. Sociale veroudering verwijst naar hoe een mens het ouder worden waarneemt. Sociaal
ouder worden hangt samen met het verlies van sociale rollen, vermindering van interpersoonlijke relaties en een gevoel van eenzaamheid.
Psychische veroudering verwijst naar het menselijk bewustzijn en zijn aanpassingsvermogen aan het verouderingsproces. Aanpassingsattitudes z
(constructief), dependence (afhankelijkheid), hostile towards others (vijandig tegenover anderen) en towards self attitudes (tegenover eigen
manieren/houdingen/gedragingen). Op psychisch gebied treden met de leeftijd nadelige veranderingen op in geheugen en cognitieve functies, en
is er een grotere kans op depressie en verdoving (verbazing/verbijstering).
Naarmate de leeftijd vordert, nemen de problemen met de aanpassing aan de nieuwe situatie toe, vinden er nadelige veranderingen plaats op co
intellectueel gebied, wordt het waarnemingsproces ingewikkelder, worden waargenomen sensaties en ontvangen informatie verminderd en verander
Een belangrijke factor voor het verbeteren van psychosociaal functioneren op oudere leeftijd is acceptatie van tevredenheid met het leven op
en zelfactiviteit.
, Biologische processen veroudering
De biologische veroudering verloopt volgens een ingebouwde dynamiek, waarbij je gaandeweg merkt dat de lichaamsreserves en de weerstand tege
worden. Er zijn hierbij grote interindividuele verschillen. De maximumleeftijd ligt erfelijk vast op 125 jaar. Het basis mechanisme van vero
langdurige disbalans tussen schade en herstel. Bij verouderingsverschijnselen gaat het om een reeks van tijdsafhankelijke processen die leid
een geleidelijke afname van de omvang en functie van tal van organen.
Eerst zal dit weinig consequenties hebben, omdat vrijwel alle organen bij jongvolwassenen een grote reservecapaciteit hebben (er zijn veel m
voor de normale behoefte nodig zijn). Hierdoor kan het lichaam onder zware omstandigheden een verhoogde activiteit opbrengen. Kenmerkend voo
dat in de meeste organen het aantal functionele eenheden (bijv. de nefronen, motorische eenheden, klieren) afneemt en de kwaliteit van de ov
geleidelijk achteruitgaat. Hierdoor hebben ouderen in verzwaarde omstandigheden, zoals ziekte of stress, minder weerstand door het ontbreken
den duur neemt bij veroudering door het verlies aan reservecapaciteit het algemene vermogen om de homeostase te handhaven af. Dit verlies aa
controle wordt home stenose genoemd. Op zeer hoge leeftijd is de reservecapaciteit dermate afgenomen en spelen chronische aandoeningen zoals
COPD, een grote rol, waardoor de kwetsbaarheid sterk toeneemt. Onder deze omstandigheden is een eenvoudige verkoudheid al gevaarlijk.
1. Systematisch verouderingsproces: hierbij gaat het om een langzaam voortschrijdende vertraging van alle biochemische processen op cellulai
treft vooral de eiwitten die steeds trager worden gevormd en ook trager worden afgebroken, zodat de snelheid van hun turnover sterk afneemt.
een eiwitmolecuul bij ouderen langer bestaan dan bij een jonger persoon. Dit systematische verval doet zich bij iedereen voor, alleen de sne
individueel te verschillen. Door dit verval zou een natuurlijk einde van het leven worden voorgeschreven dat op een leeftijd tussen de 110 e
voorkomen.
2. Stochastisch verouderingsproces: Het langer handhaven van een eiwit vergroot de kans dat het wordt getroffen door inwendige of uitwendige
structuur van het eiwit aantasten. Dit is een proces dat door het toeval wordt bepaald en dus individueel verschilt: een stochastisch proces
systematische veroudering wordt dus de kans op een afwijking in de eiwitstructuur vergroot met mogelijk verlies van functie. Verklaart waaro
optredend verouderingsproces toch individueel zeer verschillende gevolgen kan hebben. Het wordt door toeval bepaald. Dit treft vooral de eiw
trager worden gevormd en ook trager worden afgebroken, zodat de snelheid van hun turnover sterk afneemt. Daardoor blijft een eiwitmolecuul b
bestaan dan bij een jonger persoon. Deze biochemische vertraging komt bij iedereen in min of meer gelijke mate voor en maakt deel uit van he
verouderingsproces. Het doet zich bij iedereen voor enkel de snelheid verschilt.
Een direct gevolg van de verminderde snelheid en sterkte van biochemische reacties in vitale orgaanstelsels bij ouderen is dat ze minder wee
tegen ziekten die eerder weinig kans kregen. We spreken daarom van ouderdomsgerelateerde ziekten.
Apoptose (geprogrammeerde celdood) is een genetisch gestuurde verwijdering van cellen die overbodig zijn geworden.
Apoptose kan worden beschouwd als celverlies door geprogrammeerde, dus systematische factoren.
Bij volwassenen speelt apoptose een belangrijke rol in het immuunapparaat: bij het optreden van een immuunrespons op het binnendringen van e
wordt een groot aantal lymfocyten aangemaakt, waarvan slechts enkele het betreffende antigeen kunnen aanpakken. De andere verdwijnen door ap
hier selectie van competente lymfocyten plaatsvindt door apoptose van de niet-competente cellen. Dat gebeurt bij jonge mensen in een hoger t
oudere, dus apoptose is geen onderdeel van het verouderingsproces. Echter disregulatie van apoptose zal veroudering stimuleren. Een gebrek a
tot het niet kunnen verwijderen van beschadigde cellen en zal resulteren in een abnormale functie en vergroot het risico op kanker.
Necrose (onvoorziene celdood): Celdood die het gevolg is van een onvoorziene schadelijke invloed van buitenaf. Celverlies door stochastische
Necrose is het gevolg van falen van de afweer van een cel tegen een schadelijke invloed.
Oorzaken zijn: Geringe bloedvoorziening (ischemie), Inwerking van schadelijke stoffen (intoxicatie), mechanisch geweld (trauma).