Samenvatting
Samenvatting Wetenschappelijke vorming H1-4
- Instelling
- Universiteit Utrecht (UU)
aantekeningen deels meegenomen
[Meer zien]Voorbeeld 3 van de 27 pagina's
In winkelwagenEnkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Noem de drie veranderingen in theorieën methodologische tijd vanaf 18e eeuw tot nu
Antwoord: 1. beschrijvende regionale geografie (iventariseren van de politiek/economische geografie, bijv. Christaller) 2. vanaf jaren 60/80 spatial analyses: analyseren van ruimtelijke patronen, netwerken en gedrag (overeenkomsten), Anglo-Amerikaanse invloed, wiskundige modellen, verklarende theorieën en wetten (nomothetische wetenschap) 3. Huidige postmoderne tijd: kijkend naar de sociaal-ruimtelijke verschillen, wiskunde vervangen door postmoderne jargon, Anglo-Amerikaanse invloed, onderwerpen zoals identiteit, gender, machtsongelijkheid en consumptie
2.
Sociale geografie als universele wetenschap. wetenschap verwijst naar
Antwoord: wetenschap verwijst naar de kennis en de groepen die de geografie beoefenen.
3.
Rond 19e eeuw werd (noordwest) Europa een dynamisch, snel moderniserende wereld. Er vonden o.a. een viertal veranderingen plaats:
Antwoord: 1. verwevenheid plaatsen/aarde (Hendrik Blink sprak van opkomst \'snelverkeer\') 2. informatie niet meer plaatsgebonden (netwerken) 3. modernisering als ruimtelijk gedifferentieerd proces (oplossen metropolen, trek naar \'buiten\', komst stoommachine) 4. lokale klokkentijd sinds 1909 achterhaald
4.
In de 19e eeuw zijn er twee belangrijke stromingen achter de toenemende vraag naar de geografie
Antwoord: 1. Kolonialisme: geografische genootschappen die koloniale verenigingen voor ontdekking en onderzoeksreizen (KNAG, 1873) oprichten 2. nationalisme: opkomst van universitaire geografie in Europa rond 1900.
5.
wat heeft bijgedragen aan opkomst geografie als academische discipline in de laatste decennia van 19e eeuw
Antwoord: economisch, educatieve, politieke, nationalistische en militaire omstandigheden. vooral maatschappelijk --> inspanning bestaansrecht. dit verliep met veel discussie, door de verschillende origine/visies van de eerste generatie
6.
Welke twee soorten wetenschappen wordt er (traditioneel) onderscheiden:
Antwoord: - Idiologische wetenschap --> beschrijven van Unieke verschijnselen (Richart Hartshorne) - Nomothetische wetenschap --> zoeken naar weten. vooral vanaf jaren 60 door spatial analysts (Ellen Semple)
7.
ecologische visie
Antwoord: globale visie die de geografie beschouwt als wetenschap die de mens bestudeert als bewoner van de aarde en de aarde als woonplaats van de mens (mens-natuur)
8.
drie opvattingen bij de geografie als wetenschap (ecologische wetenschap)
Antwoord: 1. Geodeterminisme: invloed van de natuur op de menselijke samenleving (Ratzel, Semple , Huntington) 2. Possiblisme: wisselwerking menselijke samenleving en natuur (Vidal, Keuning) 3. Cultural geography: invloed mens op de natuur (Carl Sauer, Jan Broek, Otto Schlüter)
9.
Rond 1900 waren nationalisme en kolonialisme nog twee krachten achter de opkomst van geografie aan de Uni. na de WO II veranderde dit. jaren 30 was er 1 belangrijke verandering in nederland
Antwoord: Ontstaan verzorgingsstaat. waarbij geografie maatschappelijk draagvlak kreeg in ruimtelijk planning. oprichting lokale regionale en nationale organisaties voor sociaal, economisch en ruimtelijke planning door actieve taak overheid ( Johan Winsemius)
10.
Verzorgingsstaat
Antwoord: Overheid opgesteld garant voor een minimumniveau aan de welzijn van alle staatsburgers. overheid hoofd voor wederopbouw. geloof in maakbare samenleving
Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen
1.
Science of Science=
Antwoord: wetenschap die wetenschap zelf bestudeert, in plaats van een stukje/de werkelijkheid
2.
vijf subdiscplines van sience of sience
Antwoord: 1. wetenschapsfilosofie: studie van wat wetenschappelijke kennis is en waarin het zich onderscheid en tot stand komt. zoekend naar heldere en logische demarcatiecriteria. -verificatiecentrum -falsificatie 2. geografie van de wetenschap: invloed van plaats en afstand op ruimte en de invloed van kennis op de locatie. 3. wetenschapspsychologie: denken over de psyche van individuele wetenschappers - selectieve waarneming -cognitieve dissonatie 4. wetenschapsgeschiedenis (geschiedenis plano!!) - internistische benadering vs. externalistische benadering 5. wetenschapssociologie: kijken naar het fuctioneren van wetenschappelijke gemeenschap als sociale groep en de relatie tussen wetenschap en de samenleving
3.
Utupie =
Antwoord: engagement wetenschapper als deelnemer. dromen van een betere samenleving. (Mannheim, Tomas More ) bijv. feminisme, zionisme en passivisme
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sieww. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen