GZCII samenvatting week 3 November 2020
Inhoudsopgave
HC Vulvacarcinoom, cervixcarcinoom en ovariumcarcinoom............................................................. 2
HC Pathologie ...................................................................................................................................... 9
HC Urologie: prostaatkanker, blaaskanker en nierkanker ................................................................ 16
E-module Cervixcarcinoom ............................................................................................................... 22
E-module Vulvacarcinoom ................................................................................................................ 27
E-module Ovariumcarcinoom ........................................................................................................... 31
WG5 Urologie .................................................................................................................................... 35
IC Premaligne afwijkingen en HPV, cervixcarcinoom ........................................................................ 42
IC Urologie ......................................................................................................................................... 48
WG6 Ovariumcarcinoom, vulvacarcinoom en cervixcarcinoom ....................................................... 54
PR Gynaecologie en urologie ............................................................................................................. 60
1
,HC Vulvacarcinoom, cervixcarcinoom en ovariumcarcinoom
Gynaecologische tumoren
• Circa 12,5% van alle kanker bij vrouwen
• Classificatie volgen FIGO.
• Stagering: klinisch of chirurgisch
Cervixcarcinoom wordt ook klinisch gestageerd, de rest altijd chirurgisch
Vulvacarcinoom
• Minst voorkomende van de vier
• Incidentie is 433 per jaar in NL
• Oudere leeftijd
Meer en deel is 75+, opereren tot in de 90
• Klachten: puritus, branderigheid, zwelling en pijn (laat)
• Patiënt delay 10 maanden, doctor delay 3 maanden
• Onderzoek
- Bekijkt de vulva
- Biopsie (stansbiopt 1e keus) met lokale verdoving
- Cervixcytologie
• Aanvullend onderzoek
- X-thorax, echo-liezen (evt CT scan of MRI)
• Eerste keus behandeling bij vulvacarcinoom is chirurgie. Lokale radicale excisie.
Je moet 2 cm op de afwijking heen. Dat is best lastig opereren soms. Zitten allemaal
structuren zoals urethra etc.
• + altijd een SNP doen
Als de SNP positief is, lymfeklierdissectie in de lies
• Liesklierdissectie beiderzijds doe je ook bij een van de volgende dingen:
Tumor > 4 cm, multifocale tumor of geen SN opgekomen.
• Als operatie niet meer mogelijk is, combinatie chemotherapie en radiotherapie.
• Metastasering als eerst via de lymfeklieren . Eerste station van de vulva zit in de liezen.
Als je een vergrote lymfeklier ziet, neem je hier een echogeleide punctie van. Biopt.
Specifieke complicaties chirurgie
• Gestoorde wondgenezing
• Mictieproblemen
• Seksualiteit
• Probleem met zitten
• Lymfoedeem in het been (tegenwoordig minder, minder vaak liesklierdissectie, nu SNP)
Specifieke complicaties RT
• Kort: nattende dermatitis (verbrandde huid)
• Lang: verlittekening
Prognose vulvacarcinoom
• Veel mensen hebben laag stadium, stadium I
• Mensen blijven levenslang onder controle, je ziet vaak recidieven
• Recidieven wil je snel ontdekken, dan zijn ze relatief makkelijk te verwijderen.
2
,Cervixcarcinoom
• Incidentie 912 nieuwe patiënten per jaar in NL
Sterfte is ong 1/3 daarvan, 229 patiënten per jaar in NL
• HPV gerelateerd
Type 16 en 18 zijn high risk, geven 70% van de cervixcarcinomen
• Ziekte van de derde wereld. Iedere 2 minuten overlijdt er een vrouw aan
baarmoederhalskanker.
• Jongere vrouwen (piek 30-45)
Ontstaan cervixcarcinoom
• Ontstaat na een HPV infectie
• HPV infectie geeft koilocytose =
helder cytoplasma
• Uiteindelijk krijg je dysplasie in de
basale cellen, gestoorde uitrijping
• Steeds ergere dysplasie
• Als het infiltrerend gaat groeien door
BM spreek je van een carcinoom
• In NL screening om die vroegere
stadia op te sporen, CIN2 en CIN3
worden behandeld.
Symptomen lage stadia
• Abnormaal bloedverlies
• Fluorklachten
• Contactbloedingen (door aanraking van de tumor) (indicatie om uitstrijkje te laten maken)
Symptomen hoge stadia
• Symptomen lage stadia
• Mictie / defecatieklachten
• Pijn: rug, flank, onderbuik of been
• Lymfoedeem
Diagnose
• Afwijkende uitstrijk/portio
• Colposcopie
• Biopt voor de pathologie – diagnose wordt gesteld
• Onderzoek in narcose bij hoog stadium → cystoscopie
• Disseminatie onderzoek
- Laboratorium
- X-thorax
- MRI scan (en PET scan bij verdachte MRI)
• Zowel een klinisch stadium als een radiologisch stadium.
Hoog stadium houdt in dat het zich niet meer bewerkt tot cervix, maar ook naar de vagina of het
steunweefsel
3
, In de derde wereldlanden, is er geen MRI. Daar zal het alleen een klinisch stadium zijn.
Lymfeklier metastasering
• Parametrium
• Fossa obtruatorius
• Langs iliacale vaten
• Para-aortaal
Therapie
• Ongeveer 50%/50% verdeeld
1. Operatief
• Conisatie (laagste stadium)
• Trachelectomie (baarmoedersparend) (kinderwens)
• Radicale hysterectomie + pelviene lymfadenectomie bdz
Verwijderen baarmoeder, baarmoederhals, stukje vagina, steunweefsel en lymfeklieren in
kleine bekken
Wordt het meeste gedaan
• Excenteratie (bij recidief)
2. Radiotherapie/chemotherapie
• Groep vrouwen met hoog stadium, bv al ingroei in parametrium. Bij voorbaat al een indicatie
voor RT. Dan gaan we niet eerst opereren.
• Chemoradiatie
Meest gekozen
• RT + hyperthermie (meer tumorrespons op je RT, meer necrose van je tumor)
• Image Modulated Radiotherapy IMRT
• Brachytherapie (MRI geleid)
• Neo-adjuvante chemotherapie
Laag stadium
• FIGO stadium IA-2, IBI, kleine IIA
- Beperkt tot de cervix en kleiner dan 4 cm
- Beperkt tot proximale vagina
• Therapie
- Standaard is radicale hysterectomie + pelviene lymfadenectomie bdz
- Optioneel een trachelectomie + laparoscopische pelviene lymfadenectomie
Bij tumoren < 2 cm en een kinderwens
- Radiotherapie of chemoradiatie
Adjuvante therapie na primaire chirurgie
• Nu we die MRIs maken is dit veel minder
• Indicatie --> krappe snijranden, ingroei parametrium of positieve lymfeklieren
(In sommige centra, zoals het UMCU, wordt een SNP gedaan)
• Standaard is de adjuvante therapie radiotherapie, optioneel chemoradiatie bij prognostische
ongunstige factoren
4