Antwoord: Markt waar de vraag naar en het aanbod van arbeid samenkomen
3.
Arbeidsmigratie
Antwoord: Verhuizen naar een ander gebied om daar te gaan werken
4.
Assemblagebedrijven
Antwoord: Bedrijven waar onderdelen in elkaar worden gezet tot een eindproduct
5.
Beroepsbevolking (samenstelling van de)
Antwoord: Dat deel van de bevolking dat tegen betaling een beroep uitoefent plus de werklozen.
6.
Bevolkingsgroei
Antwoord: Toename van de bevolking in een bepaalde periode
7.
Bevolkingsspreiding
Antwoord: De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
8.
Bruto binnenlands product (bbp) per hoofd/inwoner
Antwoord: De waarde van alle goederen en diensten die door binnen- én buitenlandse ondernemingen en personen in een land in één jaar worden geproduceerd gedeeld door het aantal inwoners.
9.
Bruto regionaal product/hoofd (brp/hoofd)
Antwoord: Het gemiddeld inkomen per hoofd binnen een regio
10.
Centrum-periferiemodel
Antwoord: Een model dat laat zien hoe centrum- en periferielanden met elkaar verweven zijn.
Antwoord: Supermarkten, boeren, overheden, consumenten, milieuorganisaties, die allemaal hun specifieke rol in voedselproductie spelen
2.
Agri-business
Antwoord: Multinationals die wereldwijd de gehele agrarische productieketen beheersen, inclusief transport, handel en verkoop aan de consument
3.
Amerikanisering
Antwoord: De verbreiding van de Amerikaanse (westerse) cultuur over niet-westerse gebieden
4.
Biologische landbouw
Antwoord: Werkt zonder chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest
5.
Concurrentie
Antwoord: De strijd tussen bedrijven om de afzetmarkt
6.
De-industrialisatie
Antwoord: Proces waarbij de industriële activiteiten in een gebied voor een belangrijk deel verdwijnen.
7.
Dekolonisatie
Antwoord: Proces waarbij de kolonies zelfstandig worden.
8.
Diversificatie
Antwoord: De boer verdient naast de landbouw ook geld aan toerisme, recreatie, zorg of natuur
9.
Exploitatiekolonie
Antwoord: De kolonie wordt door het moederland aan de ene kant gebruikt om grondstoffen te leveren en dient aan de andere kant als afzetmarkt voor de producten van het moederland.
10.
Global shift
Antwoord: Een verschuiving van het economische en politieke zwaartepunt in de wereld
Voorbeeld van de inhoud
,A. Wereld: samenhangen en verschillen in de
wereld
In het kort:
• Mondiale spreidings- en relatiepatronen.
• Het proces van globalisering.
Al: Mondiale spreidings- en relatiepatronen
ul
n r fi
mogelijk door gebruik te maken van
Het vergelijken en categoriseren van landen is
demografische en sociaal-culturele indicatoren
indicatoren. Hieronder worden economische,
dat indicatoren op nationale schaal
besproken. Het is echter belangrijk om te weten
andere woorden: je kunt Statistische
ruimtelijke en sociale verschillen verhullen. Met
je moet weten dat er ook binnen
gegevens van verschillende landen wel vergelijken, maar
een land grote verschillen kunnen zijn.
Economische indicatoren
rijkdom van een land gemeten
De grens tussen rijke en arme gebieden hangt samen met de
je meten door te kijken naar:
op basis van geld, oftewel de welvaart in een land. Deze kun
alle goederen en diensten
1. Het bruto nationaal product (BNP).Dit is de waardevan
Het BNP wordt uitgedrukt
die in een bepaald jaar in een land worden geproduceerd.
verschilt per land wordt
in dollars of euro's, maar omdat de waarde van 1 dollar
door het aantal inwoners)
meestal het BNP per hoofd (het BNP van een land gedeeld
diensten die een
uitgedrukt in de koopkracht. Dit is de hoeveelheidgoederen en
persoon van zijn geld kan kopen.
2. Het bruto binnenlands product per inwoner (BBP per hoofd). Hierbij wordt alleen
gekeken naar de inkomsten uit het eigen land, waar er bij het BNP ook het inkomen
van inwoners uit het eigen land in het buitenland wordt meegerekend. In landen waar
veel werknemers in het buitenland werken, is het verschil aanzienlijk.
3. De verdeling van de beroepsbevolking. Hoe welvarendereen land, hoe minder
mensen in de landbouw werken (die is dan gemechaniseerd; de opbrengsten zijn
hoog) en hoe meer mensen in de dienstensector werken.
, Het BNP per hoofd is een gemiddelde dat geldt voor het hele land. Nadelen van deze
indicator zijn echter:
• Dat een kleine groep zeer rijke mensen het gemiddelde enorm kan optrekken. Er is
dan sprake van sociale ongelijkheid.
• Dat het BNP per hoofd geen regionale verschillen laat zien, terwijl er juist in arme
landen grote verschillen zijn binnen de inkomens. Er is regionale ongeliikheid.
Verschillen tussen gebieden in een land worden zichtbaar als wordt gekeken naar het
bruto regionaal product (BRP).
• Dat het BNP niks zegt over de leefomstandigheden.
• De inkomsten uit de informele sector (onofficiële economie), de ruilhandel en de
zelfvoorziening tellen niet mee in de statistieken van de officiële economie.
e Oefenvraag examen 2014 tijdvak I - vraag I
De Verenigde Naties hebben in 2000 acht millenniumdoelengeformuleerd. Een van deze doelen is het
terugbrengenvan de armoede in de wereld. De Verenigde Naties gebruiken als maat voor armoede in een
land het percentage van de inwoners dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft. Volgens de
Verenigde Naties leven wereldwijd nu nog anderhalf miljard mensen onder deze grens.
Geef een argument waarom het percentage inwoners dat minder dan $ 1,25 per dag te besteden heeft een
betere indicator is voor de armoede in een land dan het bnp per inwoner.
Demografische indicatoren
Demografisch gezien is de bevolking ongelijk verdeeld over de wereld. Bevolkingsspreiding
is de manier waarop een bevolking zich over een gebied verdeelt. De wereldwijde
bevolkingsspreiding is te verklaren door verschillen van natuurlijke mogelijkheden, de ligging
ten opzichte van andere economisch belangrijke gebieden en het koloniale verleden.
De bevolkingsdichtheid is de verhouding tussen het aantal inwoners en de oppervlakte van
een gebied. Dit wordt uitgedrukt in het aantal inwoners per vierkante kilometer. De grootste
concentraties bevolking vind je aan de randen van de continenten, in kustvlaktes, langs
rivieren en in vruchtbare gebieden.
De bevolkingsgroei is de toename van het aantal inwoners in een bepaalde periode. Dit kan
op twee manieren plaatsvinden:
1. Door een hoog geboorteoverschot. Er komen meer mensen bij dan dat er overlijden,
omdat het geboortecijfer hoger is dan het sterftecijfer. Door deze natuurlijke
bevolkingsgroei zal de bevolkingsdichtheid toenemen.
2. Door een hoog vestigingsoverschot.Migrantenrichten zich vaak op de grote steden,
welke al snel uitgroeien tot megasteden. Binnen landen is er vooral sprake van
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Noaveldmaat. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.