PRFYS
Inhoud
Fysiotherapeutisch onderzoek Schouder...........................................................................2
Fysiotherapeutische behandeling Schouder...........................................................................8
Aandoeningen schouder.......................................................................................................10
Impingement...................................................................................................................... 11
Frozen shoulder.................................................................................................................13
Oefeningen voor spierkrachtverbetering............................................................................14
Fysiotherapeutisch onderzoek CWK.................................................................................19
Fysiotherapeutische behandeling CWK................................................................................22
Aandoeningen CWK.............................................................................................................. 24
Artrose............................................................................................................................... 25
Oefeningen voor cwk.........................................................................................................27
Fysiotherapeutisch onderzoek Elleboog..........................................................................28
Fysiotherapeutische behandeling Elleboog...........................................................................32
Aandoeningen elleboog:.......................................................................................................34
Epicondylitis lateralis/medialis...........................................................................................35
Spierkrachtoefeningen Elleboog........................................................................................36
Fysiotherapeutisch onderzoek Pols/ hand........................................................................39
Fysiotherapeutische behandeling Pols/ hand........................................................................44
Aandoeningen Pols/hand......................................................................................................46
Polsfractuur....................................................................................................................... 47
Oefeningen voor de pols /hand bij epicondylitis lateralis....................................................48
Reuma............................................................................................................................... 51
Spierkrachtoefeningen voor reuma....................................................................................52
Extra aantekeningen...........................................................................................................54
Uitleg.................................................................................................................................... 57
,Fysiotherapeutisch onderzoek Schouder
1. Voer een inspectie uit bij een patiënt met schouderklachten
a. totale inspectie
Voorbereiding:
1. Neem een professionele houding aan.
2. Informeer de patiënt in lekentaal over de context en de bedoeling van de
inspectie.
3. Instrueer de patiënt zich functioneel te ontkleden en te gaan staan.
4. Zorg voor een goede symmetrische belichting en inspecteer de patiënt op ongeveer 2
meter afstand.
Uitvoering waarbij de inspectie zowel van ventraal, lateraal als dorsaal plaatsvindt
5. Geef je beoordeling van hoe de patiënt zich gedraagt, de bereidheid om mee te
werken, het evt. pijngedrag.
6. Geef je beoordeling van de lichaamsbouw van de patiënt (pycnisch, atletisch of
leptosoom).
7. Geef je beoordeling van de statiek.
8. Geef je beoordeling van het al dan niet aanwezig zijn van deformiteiten. Benoem de evt.
aanwezige deformiteiten.
9. Geef je beoordeling van de symmetrie van de benige contouren van het lichaam.
voorkant: rand van clavicula, neklijnen
Achterkant: rand van de scapula, margo medialis (hoe tegen wervelkolom aan, en de hoek
van de margo medialis = scapula elata schouderpunten goed zichtbaar)
Winning: als er vleugeltjes zichtbaar zijn aan achterkant, de hoek komt los
Spina scapula zichtbaar/symmetrisch zichtbaar?
Acromion t.o.v. pars descensens zelfde lijn of anders? Acromion zichtbaar?
Waar komen margo medialis bij elkaar samen? Bij thoracaal, cervicaal, lumbaal?
Angelus inferior op de zelfde hoogte, luchtfiguren even groot, wervelkolom recht?
Zijaanzicht:
Lumbale lordose, thoracale kivose, cerviciale lordose
Hoofd naar voren: antropositie = naar voren plaatsen van het hoofd (het hoofd in de ruimte)
Schouder in protractie?
Elleboogpunten met punten bij onderrug? Punten naar voren = op tenen staan, punten naar
achteren = op hakken staan
Bewegingen in het gleno-humerale gewricht: endo/exorotatie, abductie, adductie, retroflexie
en anteflexie
10. Geef je beoordeling van de contouren van de weke delen. Zijn deze normaal en
symmetrisch? Is er sprake van atrofie van musculatuur?
Afronding
12. Verwoord de bevindingen duidelijk naar de patiënt.
13. Verwoord datgene wat tijdens de inspectie gezien wordt duidelijk naar een
professional.
,het pyknische type (endomorf)
het atletische type (mesomorf)
het leptosome type (ectomorf)
b. lokale inspectie
Geef je beoordeling van de kleur en weefselstructuur van de huid (let op tekens
van ontsteking, littekens, blauwe plekken, trofische veranderingen,
huidaandoeningen etc)
Verdikking, beharing, roodheid, zwelling
c. functionele inspectie
Als de persoon aangeeft dat hij een bepaalde beweging niet meer kan maken, of dat die
beweging pijnlijk is. Kijken hoe hij deze beweging maakt.
wat voor bewegingen doen zeer, welke bewegingen kun je maken. Het werk van de
timmerman, wat voor bewegingen hij maakt met zijn werk. Kun je beperkte bewegingsuitslag
zien/ betrekking van gezicht
Situatie van timmerman die kozijnen maakt hoe doe je dat/ hoe plaats je dat
Kijken waar hij pijn heeft aangegeven, kijken hoe hij de beweging maakt (rare
bewegingen/onjuist houdingen) later gebruiken bij algemene inspectie
2. Voer een actief bewegingsonderzoek uit bij een patiënt met schouderklachten
Na totale inspectie vervolgen met bewegingsonderzoek voor alle beweginguitslagen van de
schouder.
Uitleggen van de beweging voor de patiënt, en dan vertellen: ik wil dat je zo deze
beweging gaat maakt en dan ga ik achter je staan zodat ik die beweging goed kan
zien.
Art. Humeri
* abductie 170-180°
* adductie 50°-75°
* endorotatie 60°-100°
* exorotatie 80°-90°
* anteflexie 160-180°
* retroflexie 50°-60°
3. Voer een passief bewegingsonderzoek uit bij een patiënt met schouderklachten
Zelfde als 2 alleen dan maak jij de bewegen voor de patient zodat hij zijn spieren niet hoeft
aan te spannen
4. Voer ter onderzoek in zit uit een (niet in zit gedaan)
a. Tractie van de schouder
b. Translatie voor de abductie van de schouder
c. Translatie voor de exorotatie van de schouder
d. Translatie voor de endorotatie van de schouder
, 5. Voer ter onderzoek in lig uit een
a. Tractie van de schouder
Maitland oscillerend (schokkend)
Kaltenborg sustaind (6sec trekken)
1e graads tractie (1,2) maitland) ossileren (pijndemping)
Pakt de patiënt bij met beide handen bij de elleboog vast met duimen op de
bovenkant van de elleboog. En schuddingen geven (afwisselen in het tempo en
ondertussen praten met de patiënt)
2e graads(3 maitland): (onderzoekend): klein beetje rek geven, gewrichtsvlakken
duwen iets minder op elkaar en dan bewegen (ossileren) is het dan minder pijnlijk
dan dat de patiënt gewoon beweegt? Als dat minder pijnlijk is andere spanning in
gewrichtskapsel en gewrichtsvlakken die mogelijk beschadigd zijn raken elkaar niet
en daardoor geven ze minder pijnprikkels af
3e graads tractie(4,5 maitland): mobilisatie en trekken van humerus uit schouder
(behandeld)
Kunt bij alle tracties afwisselen in snelheid, tempo, frequentie
b. Translatie voor de abductie & anteflexie & retroflexie van de schouder
Teveel spanning aan achterkant (verkorting) van het gewricht: bij anteflexie glijdt hij er aan
het einde vanaf, omdat hij niet meer terugrolt
Teveel spanning aan voorkant (verkorting): glijdt te snel naar beneden, waardoor de
beweging niet volledig gemaakt kan worden
Bij behandeling anteflexie en retroflexie mobiliseren, omdat je niet weet welke kant verkort is
Anteflexie: Achter patiënt staan, met rechterhand rechter arm pakken bij humerus,
andere hand moet onder de schouder bij glenoid lijn vastpakken en onder acromion.
Linkerhand: rolhand, rechterarm: glijhand en dan beweging naar anteflexie maken en
rechterhand omhoog tillen, zodat humeruskop eruit komt en meer ruimte krijgt
Abductie: patiënt in ruglig. Aan de zijkant van de patiënt staan. Met een hand weer
net onder het acromion vastpakken en de andere hand vastpakken bij de elleboog.
Bij de beweging naar abductie onder de 90 graden de humeruskop naar beneden
(opzij) drukken.
Onderarm beweegt alleen onder 90 graden, boven 90 graden gaat scapula mee
bewegen, dus heeft geen zin om het te stimuleren. Kleine bewegingen maken. Staan
met benen richting voeteneind van patiënt en beweging is abductie, omhoog
bewegen van de arm en schouder omlaag duwen.
Retroflexie:
De spieren aan de voorzijde van de scapula zijn beperkt.
Patiënt in buiklig. Naast de patiënt gaan staan met je gezicht naar de voeten. Arm bij
de elleboog vastpakken en die in retroflexie bewegen. De schouder met de andere
hand naar beneden drukken
c. Translatie voor de exorotatie van de schouder
druk je de humerus kop naar voren
d. Translatie voor de endorotatie van de schouder
druk je de humerus kop naar achteren