Lecture 2 – Agency & structure: institutions, interactions & intentions
Literature:
- Bechky, B. A. (2006). Gaffers, gofers, and grips: Role-based coordination in temporary organiza-tions.
Organization Science, 17(1), 3-21.
- Ortner, S. B. (1984). Theory in Anthropology since the sixties. Comparative Studies in Society
and History, 26(1), 126-166.
We denken graag dat we helden zijn en controle hebben over ons eigen leven. Terwijl we in feite marionetten
aan een touwtje zijn. Een niet-speelbaar personage, iemand anders schrijft onze verhalen terwijl wij denken
dat we de leiding hebben. Dit heeft te maken met agency en structuur. Het heeft ook te maken met
instellingen, interacties en intenties. De brug tussen individual agency en sociale structuren.
Agency is de capaciteit van het individu om onafhankelijk te handelen en om eigen vrije keuzes te maken.
Structure is het terugkerende patroon (recurrent patterned) van regelingen die de
beschikbare keuzes en mogelijkheden beïnvloeden of beperken.
Employee theft in the Netherlands:
Diefstal door werknemers is een groot probleem. Mensen stelen vaker van hun baas dan
van particulieren. 2,85 miljard euro per jaar. Dit wordt onderschat omdat werknemer noch
werkgever dit graag wil toegeven. Dit getal wordt eerder verdrievoudigd.
Dit verlegt de grenzen van onze normen. We vinden dit niet bijzonder, het is niet abnormaal?
Voorbeeld: het kopen van gestolen fietsen.
In het begin vinden nieuwe mensen dit raar, maar na een tijdje raken mensen eraan gewend
en gaan ze eraan meedoen. Het aanpakken van de vanzelfsprekendheid van wat we als
normaal beschouwen. De individuele agency (stelen) genereert een structuur die tegen ons
allen zegt: het is heel normaal, het is oké, natuurlijk steel je. Er zijn morals (ethische regels),
waaraan je je houdt bij het stelen, zoals alleen stelen van je baas (dus ik ben een goed mens).
By the end of this lecture, you will understand…
… how our realities are socially constructed,
… how actions and institutions are mutually constitutive: social construction can be viewed as an
interaction between agency & structure,
… that social realities are a product of human action and how, in the ‘production process’, the product seems
to start a life of its own, disconnected from original intentions (unintended consequences).
… and, similarly, an organization is also the work of man, yet, once establishes, man cannot easily
make/break/transform an organization (Selznick: it is a ‘recalcitrant instrument’)
…and,althoughweareinclined tothinkofourselvesas‘freeagents’,structure’s impact on us is profound (yet often
unnoticed).
…howsuchananalyticalframeworkenablesustokeepinviewbothmicro (the individual) and macro (the
institutions) processes in social life (and to evaluate both micro and macro theories of social life).
8
, Organisatiewetenschappers denken dat we organisaties kunnen maken of breken. Als dat het geval zou zijn,
zou management eenvoudig zijn en zouden we geen organisatiewetenschappers nodig hebben. Het is omdat
de sociale constructie van organisaties/werkelijkheid allerlei onbedoelde gevolgen heeft, wat het complex
maakt en OS belangrijk. Wij moeten zorgen voor het begrip.
1. Theory in anthropology since the sixties (Ortner, 1984: 148-159)
2. Gaffers, gofers and grips: Role-based coordination in temporary organizations (Bechky, 2006)
– uses the insights provided by this and puts it to use in an analysis of film crews.
Institutional realities and individual lifeworlds
LESSON 1 DUALITY : als twee kanten van een munt zijn sociale werkelijkheden zowel individueel als
institutioneel, zowel persoonlijke leefwereld als supra-personal structuur.
Als je met één persoon praat is er ook een sociale structuur. Dit lijkt een stel individuen, maar we
reproduceren een sociale structuur, een instituut, een wetenschappelijke lezing. Een beetje als een pion in
een schaakspel.
This relates to key dualisms in social scientists:
9