100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Goederenrecht alles in een korte samenvatting €6,49   In winkelwagen

Samenvatting

Goederenrecht alles in een korte samenvatting

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

Per onderwerp/week een duidelijke uitwerking in rijtjes vorm van de uitwerking van de stof (tutorials hier in verwerkt) en de arresten.

Voorbeeld 3 van de 18  pagina's

  • 28 oktober 2022
  • 18
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (37)
avatar-seller
saschaf
W1 – verkrijging van goederen
Uitgangspunten goederenrecht
1. Gesloten systeem/numerus clausus (van beperkte rechten, alleen beperkte rechten als ze
door de wet zo zijn genoemd)
2. Droit de suite  zaaksgevolg  beperkt recht volgt moederrecht
o HR Blaauboer/Berlips: een rechtsopvolging onder bijz. titel (art. 3:80 lid 3 BW:
overdracht, verjaring & onteigening) is niet gebonden aan verbintenissen die zijn
rechtsvoorganger op zich heeft genomen t.a.v. het goed waar de overgang op ziet.
Na overgang blijft de voorganger dus gebonden.
 Onder algemene titel gaat het wel mee (art. 3:80 lid 2 BW: erfopvolging,
boedelmening, fusie, splitsing en door toepassing van een
afwikkelingsinstrument)
3. Nemo plus regel  je kunt niet meer krijgen dan je rechtsvoorganger had (3:84 BW)
4. Prioriteitsregel/ prior tempore, potior iure: het oudere goederenrechtelijke recht gaat voor
het jonge

Goed (art. 3:1 BW) =
1. Zaken (art. 3:2 BW)
a. Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1 BW)
i. Gebouwen + met de grond verenigd
ii. Altijd registergoed  rg: voor overdracht of vestiging is inschrijving nodig
iii. HR Portacabin – was natrekking van toepassing?
1. Of een gebouw duurzaam verenigd is met de grond hangt af of het
naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te
blijven.
a. Naar buiten kenbare bedoeling van de
bouwer/opdrachtgever
b. Verkeersopvattingen kunnen meespelen (geen maatstaf)
iv. Levering door notariële akte + inschrijving daarvan (art. 3:89 BW)
b. Roerende zaken, geen registergoed (art. 3:3 lid 2 BW)
i. Alles wat niet onroerend is
ii. Overdracht middels art. 3:84 lid 1 BW
1. Geldige titel
a. Rechtvaardigingsgrond voor de overdracht
b. Geen geldige titel door nietigheid/vernietiging (art. 3:53 BW)
2. Levering: bezitsverschaffing - art. 3:90 BW + één van de volgende art:
a. Feitelijke machtsverschaffing (art. 3:114 BW)
i. Eigenaar draagt het goed feitelijk over
b. Levering constitutio possessorio (c.p.) (art. 3:115 sub a BW)
i. Bezitter wordt houder voor een nieuwe bezitter
ii. Art. 3:110/111  je kan niet cp leveren als je houder
bent
c. Levering brevi manu (art. 3:115 sub b BW)
i. Houder wordt bezitter
d. Levering longa manu (art. 3:115 sub c BW)
i. Houder van de één wordt houder van de ander
3. Beschikkingsbevoegd
a. De eigenaar. In beginsel volledig BB, tenzij beperkt recht.

, b. Dwingend recht (kan niet door contract worden uitgesloten)
c. Verlies van BB door faillissement
d. Derdenbescherming (art. 3:86 BW + soms art. 3:88 BW)
i. Onbevoegdheid
ii. De overdracht is niet geldig (na toepassing van dit
artikel wel)
iii. Levering + GT (het heelt alleen BOB)
iv. Anders dan om niet
v. Te goeder trouw (art. 3:11 BW)
1. Niet kende of niet behoorde te kennen
vi. HR Mesdag II: consignatieovk zorgt voor een
afgeleide BB, door overschrijving vd grenzen van de
ovk BOB
c. Roerende zaken, wel registergoed
i. Roerende zaken zijn in beginsel geen registergoed, soms wel. Dus altijd
zeggen. ‘Roerende zaak, niet zijnde een registergoed’ als het geen
registergoed is.
d. Eigenaar/eigendom
2. Vermogensrechten (art. 3:6 BW)
a. Vorderingsrechten
b. Andere vermogensrechten
c. Rechthebbende/rechthebbende zijn van

Rechtsposities:
Middellijke bezitter/houder = wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor
hem houdt – art. 3:107 lid 2 BW
Onmiddellijke bezitter/houder = wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem
houdt – art. 3:107 lid 1 BW
Middellijke vertegenwoordiger = uit eigen naam, maar voor rekening van een ander – art. 3:110/111
Onmiddellijke vertegenwoordiger = handelen in naam van een ander

HR Teixeira de Mattos
1. Geen volgnummers op de aandelen en klant kan niet bewijzen welk aandeel in het depot van
hem is
2. Geen vermenging idzv art. 5:15 BW  hier: oneigenlijke vermenging  algemene regels
over bezit, houderschap en bewijslastverdeling moet worden toegepast
3. Processuele functie van bezit = degene die een zaak onder zich heeft geniet bewijsrechtelijke
voordelen

, W2 – Originaire verkrijging

2 soorten verkrijging

1. Derivatieve verkrijging (afgeleide verkrijging)
a. Opvolging in het recht vd voorganger
b. Dat wat de verkrijger verkrijgt, ontstaat niet nieuw maar is overgegaan vd
voorganger op de verkrijger
c. Bv. Overdracht
d. Nemo plus-beginsel
2. Originaire verkrijging – een recht ontstaat nieuw
a. Er vindt geen opvolging plaats
b. De eerste verkrijger van het recht
c. Geen werking van het nemo plus-beginsel
d. Bestanddeelvorming
i. HR Dépex/curatoren Bergel c.s.
e. Natrekking
i. Art. 5:20 lid 1 aanhef onder e BW
ii. Eigenaar vd zaak heeft ook het recht op het gebouw of werk dat natrekt naar
de grond
f. Vermenging
i. Wanneer twee hoeveelheden van een substantie met elkaar in aanraking
komen en er daardoor slechts 1 hoeveelheid overblijft en de 2
oorspronkelijke ophouden met bestaan
ii. Art. 5:15 BW
iii. Van toepassing op alle ‘niet individualiseerbare’ dus ok granen, aardappelen
en meel
iv. HR Zeeland Aluminium Company
1. Wat gebeurt er met twee samenstellende zaken die vermengd
worden tot een nieuwe zaak, waarbij die twee zaken van een en
dezelfde eigenaar zijn maar een samenstellende zaak is met stil
pandrecht belast  vervalt het pandrecht van rechtswege na
vermenging?
2. Rechtsregel: bij vermenging van twee zaken tot een nieuwe zaak,
waarbij geen van beide samenstellende zaken als hoofdzaak kan
worden gezien terwijl deze samenstellende zaken beide aan de
dezelfde eigenaar toebehoren maar de ene zaak stil verpand was,
komt van rechtswege een nieuw pandrecht te rusten op het aandeel
in de zaak van de samenstellende zaak waar het pandrecht op rustte
3. Een faillissement van de eigenaar van de zaak staat niet aan de
verkrijging van het pandrecht in de weg  van rechtswege en niet
afhankelijk van de BB
4. Als er wel een hoofdzaak kan worden aangemerkt, valt het
pandrecht in het geval dat het rustte op een zaak die na vermenging
bestanddeel is geworden vd hoofdzaak  nieuw pandrecht op de
hoofdzaak
g. Zaaksvorming
i. Art. 5:16 BW

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saschaf. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 72042 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,49
  • (0)
  Kopen