Blok 2 GGZ: Stemmingsstoornissen GGZ2022
Colleges
- College 1: Stemmingsstoornissen
- College 2: Rouw, depressie en veerkracht in verschillende culturen
- College Farmacotherapie
- College 4: Interpersoonlijke Psychotherapie (IPT)
- College 5: Cognitieve gedragstherapie bij depressie
- College 6: Mindfulness en Commitment Therapie
- College 7: Omgaan met psychiatrische patiënten: ethische en juridische aspecten
Taken
- Taak 1: Stemmingsstoornissen
- Taak 2: Biologische ethiologie van stemmingsstoornissen
- Taak 3: cognitieve psychologie en depressie
- Taak 4: Evidence-based behandelaanbod voor depressie
- Taak 5: MBCT, ACT en internettherapie
- Taak 6: Suïcide en euthanasie
,College 1: Stemmingsstoornissen
- Anhedonie: verlies van interesse (in eten bijvoorbeeld) → ze proeft helemaal niks meer. Niet
meer kunnen genieten. Schuldgevoelens, groot maken van wat niet groot hoeft te zijn
Categorieën
- Stemmingsepisodes (puzzelstukjes)
• Depressieve episode (eventueel met gemengde kenmerken)
o Sombere stemming en/of verlies aan interesse en plezier
o 2 weken
o 5 symptomen
o Beperkingen in dagelijks leven
• Manische episode: heel veel energie, prikkelbaar
o Periode van uitgelaten of prikkelbare stemming, plus 3 of 4 anderen punten
▪ Verhoogd zelfgevoel
▪ Afgenomen slaapbehoefte
▪ Spraakzamer dan normaal
▪ Gedachtevlucht
▪ Verhoogde afleidbaarheid
▪ Dadendrang, psychomotorische agitatie
▪ Daden met grote kans op pijnlijke consequenties
o 1 week
o 3 symptomen
o Beperkingen in dagelijks leven (dingen doen waar ze later spijt van hebben)
• Hypomanische episode: anders dan dat je normaal bent, minder dan manisch
o 4 dagen
o 3 symptomen
o Verhoogde, expansieve of prikkelbare stemming die verschilt van niet-
depressieve stemming
o Geen verstoring van dagelijks leven
o Glijden vaak af in een depressieve episode
o Lastig om verschil te zien tussen vrolijke stemming
- Stemmingsstoornissen (samengelegde puzzels)
• Depressieve stemmingsstoornissen
• Bipolaire stemmingsstoornissen
,Cyclothyme: voldoet niet aan stoornissen, maar hebben last van stemmingswisselingen
Andere criteria
- Klinische significante lijdensdruk?
- Niet door middel of door somatische aandoening?
- Bijvoorbeeld bij depressieve stoornis: nooit hypomanische episode?
- Niet beter verklaard door een psychotische/andere psychische stoornis?
Epidemiologie
- Cijfers
• Aantal gevallen per duizend of per honderdduizend op een bepaald moment/binnen
bepaalde tijd: prevalentie
• Nieuwe gevallen: incidentie
• Probleem: waar meten? Welke instrumenten? Welke definitie?
o Filtermodel: algemene bevolking, eerste lijn. Generalistische GGZ, …
o Zelfrapportage, vragenlijsten, diagnostische interviews
o Basis van afkappunt, DSM 4 of DSM 5
• Gevolg: enorme verschillen in prevalentie van depressie
• 0,1% tot 60%
• Voorzichtig met interpretatie
• Ziektelast in samenleving
• Kosten
• Steeds meer gevallen van depressie als we kijken per cohort, maar alles wordt ook beter
bijgehouden in systemen
- Beloop
• Duration: 50% herstelt binnen drie maanden, 20% van de mensen hebben een
chronische depressie
• Gemiddelde duur is drie maanden
- Man/vrouw verschillen: begin puberteit ontstaan geslachtsverschillen, meisjes krijgen dan
meer symptomen. Na overgang wordt dat minder extreem
- Behandeling: pillen, praten
,College 2: Rouw, depressie en veerkracht in verschillende culturen
Definitie rouw
- Reacties die optreden als gevolg van een definitief verlies van een persoon (of zaak)
waarmee een betekenisvolle relatie bestond
- Geen banden = geen rouwreacties
- Rouw als onthechtingsfenomeen (met pensioen gaan, uitmaken relatie)
- Onnauwkeurig
• Emoties
• Rouwrituelen (begrafenis, zwarte kleding dragen → niet veel van over)
- In het Engels nauwkeuriger
• Grief: gevoelens en bijhorende gedragingen (huilen)
• Morning: sociale uitdrukking van rouw, rouwrituelen aangaan
- Gaat vaak samen, maar hoeft niet
- Kaalslag t.a.v. rituelen in Westerse wereld
Misvattingen over rouwgevoelens
- Vaste, uniforme reacties
- Fasen- of stadiagewijze verwerkring
- Het verlies dient doorwerkt te worden
- Positieve emoties zijn nagenoeg afwezig
- De nabestaande hervindt evenwicht binnen 1 à 1,5 jaar
Rouw – gevoelens
, - Duur en intensiteit kan variëren
- Secundaire verliezen (schoonfamilie, gezamenlijke familiekring, ouders van basisschool die je
regelmatig zag, toekomstbeeld)
- Geslachtsverschillen
- Goede verliesverwerking
• Leven niet meer dag in dag uit in het teken van overlijden
• Niet: nooit meer intens verdriet over verlies
4 rouwtaken
- Accepteren van de realiteit van het verlies
- Aanvaarden van emoties horende bij het verlies
- Je leven herinrichten na het verlies
- De overledene emotioneel een plaats geven
Geslachtsverschillen
- Man: dingen doen, werken, externaliseren, drank/drugs
- Vouwen: erover praten
Geen rouw na overlijden kind?
Als baby nog een vrucht is, hoef je er niet over te rouwen
Gecompliceerde rouw
- Onderreacties
• Ontkennen van het overlijden
• Vermijding van gevoelens
- Overreacties
• Vermijding van bepaalde situaties/voorwerpen
• Vermijding van praten voer de overledene
- Vermijding is aangrijpingspunt voor cognitieve gedragstherapie: blootstelling → aan het feit
dat persoon echt overleden is
Cognitief gedragstherapeutische aanpak gecompliceerde rouw
- Betekenissen achterhalen die een cliënt heeft gelegd op het overlijden
- Betekenissen op realtietswaarde toetsen → meer realistische/functionele
betekenistoekenningen
, - Blootstelling aan vermijding
Vanuit perspectief omgeving
- Confrontatie met getroffene
• Besef eigen kwetsbaarheid
• Gevoel van hulpeloosheid
• Innerlijk conflict
- Invloed op gedrag
• Terugtrekken
• Ambigue boodschappen
• Of conflict kort kenbaar maken (zeggen dat je niet weet hoe ermee om te gaan)
Gedachten bij overreacties
- Dit had (mij) niet mogen gebeuren (kwaadheid)
- Ik het dit moeten voorkomen (schuldgevoelens)
Gedachten bij onderreacties
- Angst om iets te ervaren
• Als het echt toeslaat, dan
o Gebeurt er iets verschrikkelijks
o Word ik gek
o Kan ik niet elven
• Twijfel om iets te mogen ervaren, bijvoorbeeld
o Ik heb geen recht op verdriet
o Als ik mijn verdriet uit, dan hinder ik mijn overleden dierbare
Depressie vs. rouw
- In DSM V mag diagnose depressie ook bij rouw gegeven worden → in de DSM 4 mocht dat
niet
- Overeenkomsten: tranen, verdriet, slapeloosheid, verlies van eetlust, …
- Verschillen
• Depressie: meer cognitieve symptomen (waardeloosheid, lage zelfwaardering,
persistente suïcidale gedachten), minder positieve emoties
Vergroten van veerkracht