Beleid & Methodiek
Samenvatting “Hoe jongerenwerkers werken aan
preventie”
Methodisch werken in de leefwereld van jongeren
Het jongerenwerk bestaat uit een levendige praktijk met activiteiten en
projecten (sport, cultuur, straat, school, centra/buurthuizen).
Jongerenwerkers maken contact, signaleren, motiveren, opvoeden,
activeren, samenwerken met organisaties.
Jongerenwerkers dragen bij door methodisch te werken aan preventie. Om
de beoogde transformatiedoelen te realiseren werken de jw’ers op een
planmatige en systematische manier. Het jongerenwerk is een semi
professie.
Doelgroep: jongeren in kwetsbare situaties
Met ongelijkheid, uitsluiting, armoede etc. krijgen deze jongeren te maken,
tijdens de (late) pubertijd. Jongerenwerk bereikt gemiddeld 10 tot 20
procent van de jongeren uit directe omgeving. Het geschatte bereik is
370.000 tot 740.000 jongeren. Hierin zijn meiden ondervertegenwoordigd,
maar tegenwoordig bestaat ook het meidenwerk. Er zijn ongeveer 3000
jongerenwerkers in Nederland. Leeftijdsklasse is 10-27 jaar (nadruk op 15-
25 jaar).
Jongeren groeien op met veel druk, prestatiegerichtheid, diversiteit,
armoede etc. Vooral jongeren met bi-culturele achtergrond, met grote
gezinnen, eenoudergezin, ouders in de bijstand, risico op armoede. Ze
groeien vaak in dezelfde buurten op waardoor hun sociale netwerken
eenzijdig zijn samengesteld. Jongeren met een beperking worden ook
buitengesloten. Meiden in kwetsbare situaties lopen een verhoogd risico
op isolement, mentale problemen, slachtoffer van sexting, loverboys,
seksueel misbruik etc. Maar ook de externaliserende problematiek onder
meiden neemt toe.
% van de jongeren:
- 1/3e ontvangt geen steun van sociale netwerk door overlevingsstress
of het netwerk is zelf zoekende.
- 1/4e ervaart vaak of altijd stress.
- 1/3e heeft te maken met een beperking (chronisch, lichamelijk,
verstandelijk etc.) waardoor ze de meerderheid niet bij kunnen
houden.
- 1/3e raakt in aanraking met politie of justitie.
Binnen kwetsbare jongeren zijn er 3 groepen:
- Jongeren zonder problemen
Stabiele thuissituatie, schoolgaand, toekomstvisie, goede omgeving.
Eventuele problemen lossen ze zelf/samen op. Jongerenwerk richt zich op
informatie en advies, stimuleren en ondersteunen.
, - Jongeren met lichte problemen
Door omgeving, thuissituatie en beperkingen (factoren zoals armoede of
IQ) is er verhoogd risico dat ze in de problemen komen. Jongerenwerk richt
zich op bevorderen van participatie binnen de samenleving, bijdragen aan
ontwikkeling, versterken zelfregie.
- Jongeren met zware problemen
Serieuze problemen op meerdere leefgebieden. Slechte huisvesting,
onveilige thuissituatie, slechte gezondheid, in aanraking met politie/justitie
komen, schooluitval, geen werk/inkomen, schulden, verslaving etc. minder
sterk sociaal netwerk, vaker stress, laag zelfbeeld, weinig/zwakke
vaardigheden. Jongerenwerk richt zich op ontwikkelen van
toekomstperspectief, positieve tijdsbesteding vinden, overlast
verminderen, passende professionele hulp.
Werken in de leefwereld van jongeren
Deelname aan jongerenwerk is altijd vrijwillig, niemand is verplicht om
mee te doen, het bevindt zich namelijk in het domein van de vrije tijd van
jongeren. Zij bepalen hun mate van participatie.
Voor kwetsbare jongeren is de overgangsfase van kind naar volwassene
extra uitdagend door achterstand of gebrek aan steun. Deze jongeren
hebben meer behoefte aan jeugdhulp. Hoe beter jongeren zich in deze tijd
verbeteren en ontwikkelen, des te minder zij later problemen zullen
ervaren.
Het jongerenwerk is altijd gericht op ontwikkeling, ook als er problemen
zijn. Ontwikkelingsgericht is ‘de aandacht voor de brede, positieve en
langdurige ontwikkeling van jongeren. Hier gaat het over persoonlijke,
sociale en maatschappelijke ontwikkeling tot volwaardig volwassene te
zijn. Belangrijk hierin is dat de jongere de gelegenheid krijgt om zelf
richting te geven aan het proces van volwassen worden.’
Werken vanuit de leefwereld betekent dat jongerenwerkers werken op
plekken waar jongeren verblijven (straat, thuis, school, jongerencentra) en
aansluiten bij hun perspectief en de vragen en doelen van jongeren. Hierin
maken jw’ers verbinding tussen persoonlijke ontwikkeling en volwaardige
participatie in de samenleving. Omdat het JW in de vrije tijd van jongeren
gebeurt, moeten jw’ers meebewegen met de jongeren.
Jongerenwerk krijgt te maken met invloeden vanuit het sociale netwerk
(ouders, vrienden, buurt, school, werk). Voor methodisch werken moeten
jw’ers inspelen op de constant veranderende vraag en behoefte bij
jongeren. Jw’ers kunnen hierdoor nauwelijks gebruikmaken van
gedetailleerd uitgewerkte aanpakken die gelden voor een specifieke
situatie. Hierdoor hanteren jw’ers een open benaderingswijze waarin het
doel en de methodiek die jw’ers toepassen afhankelijk zijn van de situatie,
mogelijkheden en wensen van de jongere.