Overig
Volledige proeftoets Strafrecht
- Vak
- Strafrecht
- Instelling
- Hogeschool InHolland (InHolland)
De proeftoets is zowel in het eerste als in het tweede jaar gegeven. De antwoorden zijn alle juist en zijn gecontroleerd door de docent.
[Meer zien]Voorbeeld 2 van de 10 pagina's
Voorbeeld 2 van de 10 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Voorbeeld van de inhoud
20 MC-vragen (50 punten)1. Bij het uitvaardigen van een strafbeschikking kunnen bepaalde straffen en
maatregelen worden opgelegd. Daarnaast kan een strafbeschikking aanwijzingen
bevatten waaraan de verdachte moet voldoen. Bij het opleggen van welke straf,
maatregel of aanwijzing hoeft de verdachte NIET eerst door de officier van justitie te
zijn gehoord?
a. Taakstraf
b. Geldboete
c. Aanwijzing van het gedrag
d. Ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen
2. In welk van onderstaande gevallen mag de rechter GEEN taakstraf opleggen?
a. Opzettelijke belediging van de Koning (art. 111 Sr).
b. Verspreiding van opruiende geschriften (art. 132 Sr).
c. Een kind van beneden de zeven jaar te vondeling leggen (art. 256 Sr).
d. Afpersing of afdreiging (art. 317 Sr).
3. Beoordeel van onderstaande stellingen of ze juist of onjuist zijn.
Stelling I Art. 273f lid 1 onderdeel 1 Sr is een doleus commissiedelict.
Stelling II Art. 308 lid 2 Sr is een culpoos gekwalificeerd delict.
a. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
b. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
c. Beide stellingen zijn juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist.
4. Beoordeel of onderstaande stellingen juist of onjuist zijn.
Stelling I De Opiumwet valt onder het commune strafrecht.
Stelling II De Opiumwet is een wet in formele zin.
a. Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
b. Stelling I is onjuist, stelling II is juist.
c. Beide stellingen zijn juist.
d. Beide stellingen zijn onjuist.
5. In welk arrest geeft de Hoge Raad de rechtsregel omtrent het leerstuk van
“ontbreken van materiële wederrechtelijkheid”?
a. Grenswisselkantoor-arrest
b. Melk en Water-arrest
c. Opticien-arrest
d. Veearts-arrest
6. Vlogger Tim haalt nogal wat stunts uit voor zijn YouTubekanaal. Hij wil aandacht
vragen voor de lichtvervuiling boven Nederland. Om zijn kijkers tevreden te houden,
beklimt hij ’s nachts de vuurtoren van IJmuiden met als doel het enorme licht
1
, daarvan te doven. Het lukt Tim om de vuurtoren te beklimmen. Hij filmt zichzelf
terwijl hij het glas van de vuurtoren probeert stuk te slaan. Het lukt hem niet snel
genoeg, maar er zitten aardig wat barsten in het glas. Tim vindt dat hij zijn punt
gemaakt heeft en gaat weg. De vuurtoren is echter een belangrijk signaal voor
schepen in de Noordzee. De video van Tim is dan ook aanleiding voor zijn
aanhouding. Tim wordt art. 45 jo. 166 onderdeel 1 Sr ten laste gelegd.
Wat is de maximale gevangenisstraf die de rechter Tim kan opleggen?
a. 3 jaar
b. 8 jaar
c. 9 jaar
d. 12 jaar
7. Van welk delict is het strafbaar om dit voor te bereiden?
a. Bedrieglijke levering militair materiaal (art. 105 Sr)
b. Schending van het digitaal briefgeheim (art. 273d Sr)
c. Opzettelijk bieden van hulp bij zelfdoding (art. 294 lid 2 Sr)
d. Listig gebruik maken van een telecommunicatiedienst (art. 326c Sr)
8. In een recent arrest heeft de Hoge Raad uitgemaakt dat een verdachte verklaringen
heeft afgelegd die niet in vrijheid zijn verkregen. Met welk beginsel is dit in strijd?
a. Legaliteitsbeginsel
b. Ne bis in idem-beginsel
c. Nemo tenetur-beginsel
d. Vertrouwensbeginsel
9. Marita heeft in 2004 van haar buurvrouw sieraden gestolen (art. 310 Sr). Haar
identiteit als dader is altijd verborgen gebleven. Door gewetensnood heeft zij zich in
2017 bij de politie aangegeven. De buurvrouw is inmiddels overleden. Het OM besluit
Marita te vervolgen. Welke uitspraak dient te volgen?
a. Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie.
b. Onbevoegdheid van de rechter.
c. Ontslag van rechtsvervolging
d. Vrijspraak.
10. In 2012 wordt Nederland opgeschrikt door een moord die later bekend wordt als de
Facebook-moord.
Het latere slachtoffer heeft via Facebook ruzie gekregen met P. P wil iets tegen haar
voormalige vriendin doen. Uiteindelijk leidt dit ertoe dat P en haar vriend W een
ander, J, bereid vinden om die voormalige vriendin om het leven te brengen.
Kortgezegd komt het erop neer dat P en W beloven dat J daarvoor voortaan zijn
drankjes betaald zal krijgen in het uitgaansleven. Daarnaast laten zij J weten waar het
slachtoffer woont en wanneer het slachtoffer alleen thuis zal zijn. J pleegt daarop de
moord. J wordt daarvoor veroordeeld. P en haar vriend W worden ook veroordeeld
voor hun aandeel.
Aan welke deelnemingsvorm zijn P en W schuldig?
a. Doen plegers
2
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Sag98. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen