Ik heb zelf een 9 gehaald voor het tentamen! Let op: de samenvatting dateert uit studiejaar 2020/2021 en daarom kan het zijn dat hij niet OVEREENKOMT met de huidige stof.
Leereenheid 1: Verbintenissen uit de wet: inleiding en samenloop
Samenloop van een toerekenbare Wanprestatie levert op zich geen onrechtmatige daad op, maar een bepaald handelen of
tekortkoming in de nakoming en nalaten kan niet alleen een verplichting tot schadevergoeding op grond van
onrechtmatige daad wanprestatie, maar tevens een onrechtmatige daad opleveren. In dat geval is sprake van
een samenloop.
Antwoord voorbeeld tentamen: Hier is sprake van een samenloop van toerekenbare
tekortkoming (art. 6:74 BW) en onrechtmatige daad (6:162 BW). Een succesvolle
vordering tot schadevergoeding is zowel op grond van wanprestatie (art. 6:74 BW) als
onrechtmatige daad (art. 6:162 BW) mogelijk. Het criterium aan de hand waarvan moet
worden bepaald of een contractuele dan wel een buitencontractuele/wettelijke
aansprakelijkheidsgrond moet worden aangewend, is of de handeling onafhankelijk van
de tussen partijen bestaande contractuele verhouding, ofwel onafhankelijk van een
schending van contractuele verplichtingen een onrechtmatige daad oplevert (arrest
Boogaard-Vesta). In casu is zowel sprake van een toerekenbare tekortkoming door H
van een uit de huurovereenkomst voortvloeiende verbintenis (namelijk de verbintenis om
zich als een goed huurder van een gemeubileerd huis te gedragen) als sprake van een
zelfstandige onrechtmatige daad (vernieling/zaaksbeschadiging) welke aan H kan
worden toegerekend.
Loodgieter ondeugdelijk iets gemaakt → alleen 6:74
Samenloop is voornamelijk bij beroepsfouten (arts, advocaat).
HR Boogaard-Vesta Een handeling jegens een contractspartij kan zowel een toerekenbare tekortkoming als
een onrechtmatige daad zijn indien die gedraging onafhankelijk van de schending van de
uit de contractuele relatie voortvloeiende verbintenis een onrechtmatige daad oplevert.
Verbintenis Vermogensrechtelijke rechtsverhouding tussen twee of meer personen krachtens welke
de een tot een prestatie verplicht is terwijl de ander tot die prestatie gerechtigd is. Bij
een verbintenis tot schadevergoeding ex 6:162 BW wordt de schuldenaar veelal
aangeduid met dader of aansprakelijke en de schuldeiser als benadeelde of slachtoffer.
Aan het bestaan van een verbintenis tot schadevergoeding zitten ingrijpende
consequenties aan verbonden.
◼ In beginsel is een verbintenis rechtens afdwingbaar (art. 3:296 BW)
◼ In beginsel kan een schuldeiser van een verbintenis zijn vordering op alle
goederen van de schuldenaar verhalen (art. 3:276 BW).
Gelet op de ingrijpende gevolgen die de wet aan het bestaan van een verbintenis
verbindt, is voor het ontstaan van een verbintenis een wettelijke basis vereist (art. 6:1
BW)
De belangrijkste bron van verbintenissen is de obligatoire overeenkomst. Het systeem is
echter niet zo gesloten als het lijkt: door het toekennen van een verbintenisscheppende
kracht aan de redelijkheid en billijkheid (art. 6:2) en aan een doen of nalaten in strijd met
hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt (art. 6:162
lid 2) zijn verbintenissen die voortvloeien uit het ongeschreven recht eveneens als
verbintenissen uit de wet aan te merken.
Bovendien kunnen verplichtingen die passen in het stelsel van de wet en aansluiten bij
wel in de wet geregelde gevallen ook als verbintenissen worden aangemerkt → (HR
Quint/te Poel)
,Verschil tussen toerekenbare 1) Vereisten voor aansprakelijkheid
tekortkoming en onrechtmatige daad - Bij niet-nakoming: Toerekening → geen beroep op
overmacht (6:75)
- Bij onrechtmatige daad → Geen rechtvaardigingsgrond
2) Afwijkende regeling mogelijk in overeenkomst (exoneratie)
3) Personen en criteria bij aansprakelijkheid voor zaken, dieren en
producten komen niet overeen
4) Stelplicht en bewijslast zijn verschillend
Verzekering en aansprakelijkheid: de Drie soorten verzekeraars:
aansprakelijkheidsverzekering en - Schadeverzekeraar: bv. een ziektekostenverzekeraar.
schadeverzekering ◼ De werkelijke schade die optreedt door een onzeker voorval
(waartegen de verzekering dekking biedt) wordt aan de benadeelde vergoed.
- Sommenverzekeraar: bv. een ongevallen/levensverzekeraar.
◼ Bij het intreden van een onzeker voorval wordt een bepaalde som
uitgekeerd, ongeacht de schade van de verzekerde.
- Sociale verzekeraars
◼ Werknemersverzekeringen bv WIA of volksverzekeringen zoals ANW.
Verhaal op de aansprakelijke door de verzekeraar:
- Op grond van de wet, ook wel regres genoemd
1. Subrogatie met name art. 7:962.
Bij subrogatie gaat (door betaling door de verzekeraar aan de gelaedeerde) de
vordering van de gelaedeerde over op de verzekeraar. Dit artikel zorgt ervoor
dat de verzekeraar die betaald wordt gesubrogeerd in de rechten van de
gelaedeerde.
o Geldt niet voor de sommenverzekeraars. Aan sommenverzekeraars
komt geen regresrecht toe.
2. De wetten die de grondslag vormen voor de sociale verzekeringen kennen aan
de uitvoeringsorganen een zelfstandig verhaal/regresrecht toe. De sociale
verzekeraars hebben daardoor naast de vordering van de gelaedeerde een
eigen recht. Wel beperkt tot het bedrag dat de aansprakelijke verschuldigd zou
zijn → civiele plafond
- Op grond van een overeenkomst
◼ Cessie → het recht van de gelaedeerde wordt overgedragen aan de
verzekeraar.
◼ Subrogatie (art. 6:150 sub d)
Vordering die op OD kan worden 1. Eem schadevergoeding
gebaseerd 2. Een verklaring voor recht dat de daad onrechtmatig is
Let wel: Hiervoor is nodig (art 3:303 BW).
HR Jeffrey ➔ Een zuiver emotioneel belang is hiervoor niet voldoende (HR Jeffrey) jo art.
3:302.
3. Verbod tot het plegen van een dreigende onrechtmatige daad (in combinatie
met een dwangsom) art. 3:296 jo 3:302 jo 3:303. Dwangsom 611a Rv.
- Dreigende onrechtmatigheid moet worden vastgesteld ex 3:302.
- Let op art. 6:168 BW verbod afwijzen ivm maatschappelijke belangen
4. Bevel tot het verrichten van een bepaalde handeling (art. 6:167 BW)
, Leereenheid 2: Aansprakelijkheid voor eigen gedrag
Onrechtmatige daad 1. Onrechtmatigheid: kan bestaat uit een doen of nalaten. In tweede lid wordt
onrechtmatigheid (een en ander behoudens rechtvaardigingsgrond)
aangemerkt:
o Doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht
o Inbreuk op een subjectief recht
o Doen of nalaten in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in
het maatschappelijk verkeer betaamt
2. Relativiteit: De geschonden norm moet strekken tot bescherming tegen de
geleden schade.
- Er moet jegens de benadeelde onrechtmatig zijn gehandeld.
3. Toerekening: De onrechtmatige daad moet de dader kunnen worden
toegerekend.
o Schuld (verwijtbaarheid)
o Toerekening volgens de wet (risicoaansprakelijkheden)
o Toerekening op basis van verkeersopvattingen
4. Er moet schade zijn.
5. Er is een causaal verband tussen daad en schade.
Conditio sine qua non
- Omkeringsregel → Normaliter bewijslast art. 150 Rv. Indien echter door een
als wp of od aan te merken gedraging een specifiek gevaar ter zake van het
ontstaan van schade in het leven is geroepen en dit risico zich verwezenlijkt, is
daarmee het causaal verband tussen de gedraging en de ontstane schade
gegeven. De wederpartij moet dan aannemelijk maken dat de schade ook
zónder die gedraging zou zijn ontstaan.
→ In jurisprudentie wordt deze omkeringsregel onder andere toegepast bij te
HR
hard rijden en rijden onder invloed, onvoldoende toezicht op psychiatrisch
Trombose
patiënt en medische aansprakelijkheidszaken (HR Trombose)
Categorie 1: Strijd met een wettelijke - Wet in formele zin
plicht Wet in materiële zin
- Schending van een verplichting die uit een vergunning voortvloeit.
Categorie 2: Inbreuk op een recht Het recht waarop inbreuk wordt gemaakt moet een aan een ander toebehorend
subjectief recht zijn. De belangrijkste subjectieve rechten zijn de persoonlijkheidsrechten
en absolute vermogensrechten (recht op lichamelijke integriteit/eigendom) Onder
inbreuk wordt verstaan:
- Verrichten van een handeling waartoe alleen de rechthebbende
bevoegd is.
- Het belemmeren in of verhinderen van de uitoefening van een
recht door de rechthebbende (b.v. hinder)
- Beschadiging van een zaak waarvan een ander rechthebbende is.
Er moet een extra toetsing komen. Uit jurisprudentie blijken 3 benaderingen:
Problemen met de toepassing van het
1) Directe, rechtstreekse en opzettelijke inbreuk/culpose rechtsinbreuk
criterium inbreuk op een recht: soms
De eerste is die waarbij de vraag of er sprake is van een inbreuk op een
vaag geformuleerd/algemener.
subjectief recht, afhankelijk wordt gesteld van de vraag of het gaat om een
directe of een rechtstreekse of opzettelijke inbreuk. Slechts de inbreuk die
opzettelijk, rechtstreeks of direct is, dient als onrechtmatig worden aangemerkt.
- Bij culpose rechtsinbreuk wordt altijd getoetst aan ongeschreven
zorgvuldigheidsnormen.
- Bij de opzettelijke rechtsinbreuk kan deze toetsing vervallen, omdat de
onrechtmatigheid impliciet besloten ligt in het ‘opzettelijke of rechtstreekse’
karakter van de rechtsinbreuk. Nadere toetsing aan ongeschreven noren is dan
overbodig.
, 2) Toetsing vooraf aan andere criteria
De tweede is die waarbij men de gevallen waarin een inbreuk wordt
aangekomen, beperkt tot gevallen van een ‘echte’ inbreuk.
- Men toetst dan vóórdat men tot de conclusie komt dat er een inbreuk is, of aan
bepaalde eisen is voldaan bijvoorbeeld of het voldoende ernstig was of dat het
gedrag zelf inbreuk maakte.
3) Extra toetsing aan ongeschreven normen na vaststelling inbreuk
De derde is die waarin nádat een inbreuk is aangenomen nog extra getoetst
wordt aan ongeschreven zorgvuldigheidscriteria.
Leer Smits De heersende leer is dat een inbreuk op een subjectief recht voldoende is om
onrechtmatigheid aan te nemen. Volgens sommige schrijvers is echter een inbreuk op
een subjectief recht niet voldoende: voor het aannemen van onrechtmatigheid is tevens
vereist dat is gehandeld in strijd met hetgeen volgens het ongeschreven recht in het
maatschappelijk verkeer betaamt (HR Breda-Nijs, Taxusarrest).
Soms is ook schending van een wettelijke plicht niet voldoende en is voor het aannemen
van onrechtmatigheid tevens nodig dat onbehoorlijk jegens de benadeelde is gehandeld
(HR Maas-Willems).
HR Breda-Nijs (Leer Smits): levering van energie en gas aan een gekraakt pand in weerwil van de wens
van de rechthebbende (Nijs). De HR overwoog dat de vraag of het gebruik een inbreuk
oplevert niet los kan worden gezien van de vraag of de gemeente door voortzetting van
die levering jegens Nijs onzorgvuldig handelde.
HR Taxus (Leer Smits): Indien het om een plant of struik gaat, waar men de giftigheid niet van kent
en niet van behoort kennen, strekt de maatschappelijke zorgvuldigheid niet zo ver dat
deze persoon de plant of struik zodanig onder zich moet houden dat de plant of struik
geen gevaar oplevert tenzij hij weet dat deze plant of struik ongevaarlijk is.
Schending wettelijke plicht niet Soms is schending van een wettelijke plicht niet voldoende en is voor het aannemen van
voldoende: tevens nodig onbehoorlijk onrechtmatigheid tevens nodig dat onbehoorlijk jegens de benadeelde is gehandeld.
gehandeld
HR Maas-Willems Vrachttarieven: Maas duikt onder de in de tariefbeschikking vastgestelde prijs en Willems
verliest daardoor een klant. De HR overwoog dat dit niet zonder meer een onrechtmatige
daad tegenover Maas’ concurrenten doet ontstaan. De door Maas gevolgde wijze van
berekening was gangbaar en Maas heeft door overtreding van de beschikking niet
onbehoorlijk jegens Willems gedragen.
Inbreuk op een subjectief recht
HR Omgevallen boom Het is een zorgvuldigheidsplicht om een einde te maken aan de inbreuk op een anders
HR Overwaaiend
eigendom, zodra je op de hoogte daarvan komt ook al valt de inbreukmaker van het
onkruid
ontstaan van de inbreuk geen verwijt te maken. Dit levert een eigenaardige zorgplicht
zonder verwijt op. Als een boom door een hevige storm ontworteld raakt en op het
perceel v/d buren terechtkomt, is de eigenaar v/d boom verplicht om deze te laten
verwijderen, ongeacht of hem enig verwijt treft.
Categorie 3: Dit wordt ook wel schending van de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm genoemd.
Strijd met hetgeen volgens
ongeschreven recht in het Het gaat om in de jurisprudentie van de HR gehanteerde open normen die aan de hand
maatschappelijk verkeer betaamt van de concrete omstandigheden van het geval moeten worden beoordeeld.
1. Schending van verkeers- en
veiligheidsnormen (o.a onrechtmatige
gevaarzetting en sport en spel)
2. Zorgvuldigheidsnormen buiten
gevaarzettingssituaties (hinder,
normen ter bescherming van
vermogensschade)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper KimberlyH. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,20. Je zit daarna nergens aan vast.