Ziektebeelden oogheelkunde
Acute visusdaling
• Ablatio retinae: kan leiden tot glasvochtbloeding.
• Symptomen: unilaterale lichtflitsen, “gordijn” (bij vocht tussen retinalagen), floaters.
• Risicofactoren: myopie, geïnduceerde PVD (e.g. door trauma).
• Behandeling: zsm (binnen 24u) laserbehandeling om macula te besparen. Soms ook netvlieschirurgie nodig.
• Aanvullend onderzoek: spleetlamp om te beoordelen of pigmentlaag ook los is gekomen.
• Natte maculadegeneratie: > 55 jr. Predisponerende factoren: voeding, roken, vrouwen, genetische factoren. Begint vaak unilateraal, eindigt vaak
bilateraal.
• Symptomen: snelle visusdaling, metamorfopsie.
• OCT: vochtblaasjes intraretinaal en subretinaal door neovascularisaties, harde exsudaten (dit zijn reacties op vocht in de netvliesl vel gele
spikkels bij fundoscopie, witte stukjes op OCT).
• Behandeling: anti-VEGF (avastin, lucentis, eylea).
• Glasvochtbloeding:
• Behandeling: vitrectomie of afwachten.
• Arteriële vaatocclusie: unilateraal. Visus alleen handbewegingen zien of lichtperceptie. Door atherosclerose of embolie (vel geel vlekje).
• Risicofactoren: >60 jr, hypertensie, DM.
• Fundoscopie: oedeem retina (waardoor bleek en gezwollen) waardoor de fovea nog feller lijkt dan normaal (cherry red spot). Dunne draad
arteriën.
• (Soms te zien bij arteritiitis temporalis: vragen naar pijn bij slaap en kauwen en spierreuma. Lab: BSE, CRP en trombo’s prikken. Bij verdenking a.
temporalis biopt. Therapie bij diagnose: hoge dosis prednison.)
• Behandeling: herhaling voorkomen, screen risicofactoren e.g. HT, DM, AF, roken. Oogdrukverlaging (medicamenteus, massage, parcentese).
• Aanvullend: (stolsel origine) duplex carotiden, ECG.
• Veneuze vaatocclusie: unilateraal. Centraal (alle kwadranten aangedaan) of tak (verschijnselen in verloop van venen).
, • Risicofactoren: hypertensie, dyslipidemie, DM.
• Fundoscopie: bloedingen, verwijde/tortueuze venen, cotton-wool spots, onscherpe papil (n. opticus is niet goed te zien door lekkage van vocht).
• Niet-ischemische veneuze occlusie: visus > 0,05 (de grootste letter op leeskaart), geen RADP, geen ischemie op fluorescentie angiogram. Betere
prognose.
• Ischemische veneuze occlusie: < 0,05 (kunnen alleen handbewegingen zien, vingers tellen), RAPD+, veel ischemie op fluorescentie angiogram.
• Ischemie kan leiden tot neovascularisaties.
• Behandeling: lasercoagulatie, anti-VEGF voor maculaoedeem.
• A-AION: anterior infarct oogzenuw, arteriitis temporalis. > 50 jr. Slechte prognose. Papiloedeem.
• Symptomen: pupilreactieafwijkingen, kaak-claudicatio, haarkam-pijn, proximale spierzwakte, koorts.
• Lab: CRP, BSE. Evt. biopt.
• Behandeling: zsm hoge dosis corticosteroïden om blindheid te voorkomen van andere oog.
• N-AION: idiopathisch, maar hangt vaak samen met diabetes, hypertensie, slecht vaatlijden.
• Symptomen: vaak halve gezichtsvelduitval.
• Neuritis opticus: hangt vaak samen met MS. 20-40 jr. Vaker vrouwen. Lastig te zien door dokter.
• Symptomen: visusdaling over dagen, pijn bij oogbewegingen, afferent pupildefect (RAPD), rood desaturatie. Soms afwijken GVO.
• Aanvullend: meestal niks te zien, soms papiloedeem.
• Diagnose: VEP (latentietijdverlenging), MRI (aankleuring n. opticus en hersenen).
• Lensluxatie: ectopia lentis. Vaak bij Marfan (ook myopie, ablatio retinae, cataract, glaucoom, strabismus).
• Symptomen: witte schaduw in pupil, wazig zien.
• Gecompliceerde PVD: glasvocht membraan trekt aan macula. Vrouwen, 60 jr.
• Symptomen: metamorfopsie met scotoom.
• Behandeling: operatie.
• Amaurosis fugax: vluchtige blindheid. Volledig herstel 5-30 min. Tijdelijke retinale afsluiting door vaatkramp of kleine emboliën.
• Symptomen: luikje dat van boven naar beneden dichttrekt en vervolgens weer open gaat van beneden naar boven.
• Belangrijk om een TIA screening te doen om te voorkomen dat er een arteriële occlusie ontstaat.
, Geleidelijke visusdaling
• Droge maculadegeneratie: > 55 jr. Predisponerende factoren: voeding, roken, vrouwen, genetische factoren. Begint vaak unilateraal, eindigt vaak
bilateraal.
• Symptomen: geleidelijke visusdaling, nabeelden na kijken in fel licht.
• OCT: ophopingen van afvalstoffen (drusen; gelige hobbeltjes) of atrofie (slijtage).
• Behandeling: geen; leefstijl.
• Cataract: cataracta insipiens (beginnende staar) > 0,5.
• Oorzaken/risicofactoren: leeftijd, roken, congenitaal/syndromaal, traumatisch (tik tegen lens kan leiden tot cataract op jonge leeftijd), straling,
iatrogeen, medicaties (corticosteroïden, phenothiazide, amiodarone), DM, ziekte van Wilson, uveitis, infrarood licht.
• Symptomen: verstrooiing van licht, mat glas, grauwer en minder kleurrijk beeld, monoculair dubbelzien, halo’s, myopie neemt toe, verminderd
contrast (vooral ’s avonds wordt lezen moeilijker).
• Behandeling: staaroperatie (phacoemulsificatie). Geeft droge ogen.
• Glaucoom: open kamerhoek. Chronische, geleidelijk progressieve anterieure opticoneuropathie; papil ziekte.
• Gevorderde glaucoom schade: een grote cup-to-disk ratio (CD) en randstandigheid (geen zenuwvezels meer aanwezig).
• Klachten: ongemerkt beloop.
• Risicofactoren: hoge oogdruk, positieve familie anamnese, negroïde ras, >40 jr, (steroïd gebruik).
• GVO: boogvormig scotoom met nasale step.
• OCT: ganglioncellaag aangetast rondom macula (dat correspondeert met gezichtsvelduitval).
• Behandeling: levenslang en intensief; 1-3x per dag druppelen, operaties (trabeculectomie, Baerveldt). Let op systemische bijwerkingen van
betablokkers en alfa-adrenergica bij ouderen.
• Soms glaucoom door slechte doorbloeding van de n. opticus waardoor schade e.g. door hartfalen, lage BP, ritmestoornissen, OSAS.
• Gecompliceerd PVD: glasvocht membraan blijft zitten, er groeit een dik vlies op de macula en de macula wordt omhoog getrokken en zuigt vocht
op (macula oedeem). Vrouwen, 60 jr.
• Symptomen: geleidelijke visusdaling, metamorfopsie, last van wazig zicht (met name met lezen en rijden).
• Diabetische retinopathie: