100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Jeugdhulpverlening binnen gedwongen kader - social work €4,99   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Jeugdhulpverlening binnen gedwongen kader - social work

 53 keer bekeken  2 keer verkocht

Complete samenvatting van jeugdhulpverlening. Voor minor werken in gedwongen kader van social work op windesheim. Artikel 3 - Protocol beschermingszaken, artikel 4 - Kwaliteitskader (hoofdstuk 1, paragraaf 3.3 en hoofdstuk 4), artikel 5 - Delta methode, artikel 6 - Deltamethode (paragraaf 4.2: v...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 31  pagina's

  • 1 november 2022
  • 31
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Mariska2003
Jeugdhulpverlening – minor werken in gedwongen kader
Week 1
Artikel 3 – protocol beschermingszaken
De kinderbeschermingsmaatregelen die door de RvdK voor de kinderbescherming kunnen worden
verzocht zijn:
- Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
- Gezagsbeëindigende maatregel
- Voorlopige maatregelen

Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing
Art. 1:247 lid 2 BW en art. 1:255 BW. De ondertoezichtstelling kan voor max. 1 jaar worden
uitgesproken (art. 1:258 BW). Kan ook korter duren. De kinderrechter kan ambtshalve de andere
kinderen in het gezin onder toezicht stellen waarvoor de RvdK geen ondertoezichtstelling heeft
verzoek. Het doel van ondertoezichtstelling is om een oplossing te vinden voor de problemen die de
ontwikkeling van een kind bedriegen. Denk aan ondersteuning vanuit het sociale netwerk en/of
hulpverlening om de problemen op te lossen en/of te werken aan het herstel van de relatie tussen
ouder en kind.
Als de RcdK de kinderrechter verzoek een ondertoezichtstelling uit te spreken, kan de RvdK de
kinderrrechter tevens verzoeken de GI te machtigen om de minderjarige voor de duur van max. 1
jaar dag en nacht uit huis te plaatsen. Wordt slechts gedaan als dit noodzakelijk is in het belang van
de verzorging en opvoeding van het kind of tot onderzoek van diens geestelijke of lichamelijk
gesteldheid (art. 1:265b BW). Het doel is de veiligheid te herstellen, de ontwikkeling van een kind op
gang te brengen en zijn welzijn bevorderen. Wanneer een kind kampt met ernstige opgroei- en
opvoedingsproblemen die zijn ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren, zal intensieve
vorm van jeugdhulp zijn om hem in staat te stellen gezond en veilig op te groeien naar
zelfstandigheid, voldoende zelfredzaam te zijn en maatschappelijk te participeren. Wanner het kidn
zich aan de jeugdhulp onttrekt, kan gesloten jeugdhulp worden ingezet. Dit is een zware en
intensieve vorm van gespecialiseerde jeugdhulp waarbij de vrijheden worden ingeperkt, om te
voorkomen dat de jeugdige zich onttrekt of ontrokken wordt aan de hulp die hij nodig heeft. Het als
doel jeugdigen met een ernstige gedragsproblemen te behandelen en een gedragsverandering te
bewerkstelligen dat ze weer kunnen participeren. Voor machtiging tot plaatsing in gesloten
jeugdhulp moet er worden voldaan aan de voorwaarden van art. 6.1.2. Jw en dat het noodzakelijk is.


Wie kan verzoek ondertoezichtstelling indienen?  meestal RvdK zelf, maar kan ook de OvJ doen
door een verzoek bij de kinderrechter in te dienen. Indien de RvdK niet overgaat tot het indienen van
een verzoek tot ondertoezichtstelling kunnen (pleeg)ouders overgaan tot het indienen van dit
verzoek (art. 1:255 lid 2 BW). De burgemeester kan, indien de RvdK geen verzoek tot
ondertoezichtstelling indient, het oordeel van de kinderrechter vragen of een ondertoezichtstelling
noodzakelijk is. De RvdK deelt zijn beslissing, niet over te gaan tot het indienen van een verzoek tot
ondertoezichtstelling, schriftelijk mee aan degene die het verzoek tot onderzoek heeft gedaan,
waarna deze de burgemeester kan informeren. De burgemeester kan vervolgens de RvdK verzoeken
de zaak voor te leggen aan de kinderrechter. Dit doet de RvdK binnen twee weken na dagtekening
van het verzoek van de burgemeester.

Gezagsbeëindigende maatregel
De rechtbank kan het gezag van een ouder beëindigen als (1) een minderjarige zodanig opgroeit dat
hij in zijn ontwikkeling ernstig wordt bedreigd en de ouder binnen een voor het kind aanvaardbare

,termijn niet de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding, zoals bedoeld in artikel 1:247
BW, kan dragen of (2) als de ouder het gezag misbruikt.

Zowel de RvdK als het OM kunnen een verzoek indienen voor een gezagsbeëndigende maatregel bij
de rechtbank. Degen die tnemiste een jaar het kind verzorgt en opvoedt als behorende tot zijn gezin
is bevoegd een verzoek tot het nemen van een gezagsbeëindigende maatregel in te dienen als de
RvdK niet tot een verzoek overgaat.

De GI kan, indien de RvdK geen verzoek tot gezagsbeëindigende maatregel indient, het oordeel van
de rechtbank vragen of een gezagsbeëindigende maatregel noodzakelijk is. De RvdK deelt zijn
beslissing om niet over te gaan tot het indienen van een verzoek tot het nemen van een
gezagsbeëindigende maatregel, schriftelijk mee aan de GI, waarna deze de RvdK kan verzoeken de
zaak voor te leggen aan de rechtbank. Dit doet de RvdK binnen twee weken na dagtekening van het
verzoek van de GI. De rechtbank kan ambtshalve de beëindiging van het gezag uitspreken.

Indien beide ouders geen gezag meer mogen hebben, wordt er nagegaan of de voogdij bij
pleegouders gelegd kan worden. De RvdK verzoekt de pleegouders met de voogdij te belasten.
daartegen geen bezwaren zijn, verzoekt de RvdK de pleegouders met de voogdij te belasten.
Wanneer de pleegouders naar de mening van de RvdK (nog) niet met de voogdij belast kunnen
worden, wordt de motivering hiervan in het rapport opgenomen. Daar kan onder meer sprake van
zijn als een intermediair tussen ouders en pleegouders gewenst is. Het kan ook zijn dat de RvdK
adviseert de voogdij aan (andere) familie of een GI op te dragen.

Voorlopige maatregelen
Indien er sprake is van een acute en ernstige bedreiging voor de minderjarige en het vermoeden
bestaat dat de ouders binnen een voor het kind aanvaardbare termijn niet de verantwoordelijkheid
kunnen dragen kan de RvdK de kinderrechter verzoeken de ondertoezichtstelling met onmiddellijke
ingang voorlopig voor de duur van maximaal drie maanden uit te spreken en de GI te machtigen om
de minderjarige met spoed uit huis te plaatsen (art. 1:257 BW).

Voorlopige voogdij  De rechtbank kan het gezag van een ouder schorsen indien

1. Er een ernstig vermoeden bestaat dat de grond voor een gezagsbeëindigende maatregel is
vervuld en schorsing van het gezag noodzakelijk is om een acute en ernstige bedreiging voor
de minderjarige weg te nemen.

óf

2. 2. Als een medische behandeling noodzakelijk is van een minderjarige jonger dan twaalf jaar
of van een minderjarige ouder dan twaalf jaar die niet in staat is tot een redelijke waardering
van zijn belangen en de ouder die het gezag uitoefent toestemming voor behandeling
weigert (art. 1:268 BW).


De voorlopige voogdij vervalt na verloop van drie maanden, tenzij voor het einde van deze termijn
beëindiging van het gezag is verzocht.
De kinderrechter kan ook een voorlopige voogdij uitspreken, indien dit dringend en onverwijld
noodzakelijk is, ingeval van ontbrekend gezag of van niet uitoefenen van gezag (art. 1:241 BW). Dat
kan eveneens indien een minderjarige jonger dan zes maanden niet onder voogdij van een
rechtspersoon staat en zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de RvdK als pleegkind is

,opgenomen. Ook hier vervalt de maatregel na verloop van drie maanden, tenzij voor het einde van
deze termijn om een voorziening in het gezag is verzocht.
Een schorsing van het gezag kan voorts verzocht worden na onderzoek van de RvdK naar de
leefsituatie van een minderjarige die door anderen dan degene die het gezag uitoefent wordt
opgevoed en verzorgd en er een redelijk vermoeden bestaat dat de minderjarige in strijd met een
wettelijk voorschrift in dat gezin is opgenomen (art. 1:241, lid 7 BW)

Werkwijze van de RvdK
Een verzoek aan de RvdK om onderzoek naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel
wordt met stukken onderbouwd. Uit deze stukken dient te blijken welke hulpverlening is ingezet en
waarom deze onvoldoende resultaat heeft opgeleverd, dan wel waarom hulpverlening niet mogelijk
is. Tevens dient te blijken dat inzet van het sociale netwerk van het gezin onvoldoende oplevert om
de bedreigende ontwikkeling van het kind af te wenden. Zo nodig kan de RvdK de verzoeker om
nadere informatie vragen.
RvdK een maatschappelijke advies- , informatie- en consultfunctie ten behoeve van derden.
De RvdK is beschikbaar voor overleg met de gemeente, de gemandateerde instelling, de GI en Veilig
Thuis, zodrag zij jeugdhulp in het gedwongen kader overwegen, ook als dat nog niet leidt tot een
Verzoek tot ondertoezichtstelling (VTO). Inzet is om waar mogelijk het gedwongen kader te
voorkomen en het advies van de RvdK levert hier een bijdrage aan.
De RvdK levert als resultaat een advies. Op basis van dit advies kan de organisatie die
raadsbemoeienis overweegt weer verder met de zaak of kan hij besluiten om een VTO in te dienen.
De RvdK kan, wanneer zij daartoe aanleiding ziet, ook zelf besluiten om een raadsonderzoek te
starten naar een ontwikkelingsbedreiging, op basis van een eigen afweging. De RvdK kan ook
ambtshalve besluiten een Beschermingsonderzoek te starten wanneer de RvdK vanuit een andere
taak onderzoek doet en daar een zorgelijke situatie van een minderjarige aantreft. Uiteraard met
instemming en medeweten van de ouders en bij voorkeur ook in overleg met ouders.
In het beschermingsonderzoek dient aan de orde te komen:
 de ernst van de bedreiging van de minderjarige(n) (niet alleen de directe aanleiding of symptomen
maar ook de onderliggende problematiek);
 zorgpunten en sterke punten in de ontwikkeling van de minderjarige(n) en aandacht voor de
ontwikkelingsfase;
 zorgpunten en sterke punten van het persoonlijk functioneren van de ouder(s) en/of verzorger(s)
en van de minderjarige(n), opvoedingsomgeving, aandacht voor basale zorg en veiligheid, het
handelen van de opvoeder en zijn perspectieven: wat is nodig om te zorgen dat het kind veilig op kan
groeien;
 ten aanzien van de hulpverlening: de mogelijkheden van ouder(s)/verzorger(s)/minderjarige(n) om
de nodige hulp te accepteren en te benutten met daarbij aandacht voor de eventuele
hulpverleningsgeschiedenis (inclusief de eventueel behaalde resultaten) en de
toekomstverwachtingen;
 de mogelijkheden van het sociale netwerk om het gezin te ondersteunen;
 of het kind gesproken is of alleen geobserveerd (afhankelijk van oa de leeftijd);
 opvragen van justitiële documentatie, als het kind al in een netwerkgezin verblijft dat nog niet als
formeel pleeggezin is goedgekeurd.

Binnen een multidisciplinair overleg wordt het onderzoeksplan vastgesteld. Dit gebeurt op basis van
de melding en het verzoek tot onderzoek, de eventuele bijgevoegde stukken en de inhoud van het
eventueel bij de RvdK aanwezige dossier van het gezin of van de andere kinderen. Als tijdens het
raadsonderzoek blijkt dat vrijwillige hulpverlening tot de mogelijkheden behoort, zorgt de

, raadsonderzoeker voor de verwijzing van de cliënt naar de hulpverlening. Wanneer verwijzing naar
vrijwillige hulpverlening niet tot de mogelijkheden behoort en hulpverlening wel noodzakelijk is,
wordt een kinderbeschermingsmaatregel overwogen.

Toetsende taak
De wet bepaalt dat de RvdK de besluiten die de GI neemt in het kader van zijn uitvoeringstaak, in drie
situaties vooraf moet toetsen:
 indien de GI geen verlenging vraagt van de door de kinderrechter vastgestelde termijn van de
ondertoezichtstelling;
 indien de GI geen verlenging vraagt van de door de kinderrechter vastgestelde termijn van een
machtiging tot uithuisplaatsing;
 indien de GI een uithuisplaatsing tussentijds wil beëindigen, dus vóór het aflopen van de door de
kinderrechter bepaalde termijn.

De RvdK ontvangt bericht van de GI. De RvdK toetst in eerste instantie het voornemen op basis van
de informatie die door de GI wordt verstrekt. De RvdK bepaalt of de informatie volstaat om een
beslissing te nemen of een advies te geven. Als bekend is dat ouders het niet eens zijn met het
voornemen van de GI, betrekt de RvdK hen bij de toetsing. Indien nodig vergaart de RvdK
aanvullende informatie. Op basis van de volledige informatie weegt de RvdK af of hij instemt met het
voornemen van de GI of dat het starten van een raadsonderzoek noodzakelijk is.
Indien de RvdK op basis van de beschikbare informatie van mening is, dat een verlenging van de
ondertoezichtstelling en/of verlenging van de machtiging uithuisplaatsing dient te worden
overwogen, kan de RvdK zelf een rekest indienen voor een ondertoezichtstelling en/of
uithuisplaatsing (al dan niet na nader onderzoek door de RvdK).

Artikel 4 – Kwaliteitskader (hoofdstuk 1, paragraaf 3.3 en hoofdstuk 4)
1.1 Beschermingstaken
Ieder kind heeft het recht zich gezond en evenwichtig te ontwikkelen en uit te groeien naar
zelfstandigheid. Staat in Verdrag Rechten van het Kind.

De beschermingstaken van de RvdK hebben betrekking op situaties waarin de (fysieke) veiligheid en
de ontwikkeling van een kind gevaar loopt. We onderscheiden hierbij de volgende situaties:
- Als ze weet hebben van vermoedens van risicovolle omstandigheden in het leven van een
kind, en hulpverlening in een vrijwillig kader mogelijk niet meer voldoende is, onderzoeken
we de situatie van het kind en zijn/haar gezinsomgeving. Zo nodig vragen we de rechter om
een (voorlopige) kinderbeschermingsmaatregel uit te spreken. Ook als een nog niet geboren
kind ernstig gevaar loopt kunnen we een onderzoek instellen en zo nodig een
kinderbeschermingsmaatregel verzoeken.
- Als een minderjarige niet onder het wettelijk vereiste gezag staat, of als daar vermoedens
van zijn, stelt de RvdK een onderzoek ik. Dit onderzoek kan leiden tot een verzoek of advies
aan de rechtbank over het gezag/de voogdij.

1.2 Taken van RdvK rond gezag en omgang
Als de rechtbank de RvdK hierom verzoekt heeft de RvdK een adviestaak wanneer er beslissingen
moeten worden genomen over zaken als:
- Het gezag over een kind
- De verdeling van zorg- en opvoedtaken tussen de ouders
- De hoofdverblijfplaats van het kind

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mariska2003. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen