Boekverslag Bougainville
1. Schrijver: F. Springer
Titel: Bougainville
Plaats van uitgave: Amsterdam
Jaar van eerste uitgave: 1981
Jaar van gelezen uitgave: 1991
2. Carel Johannes Schneider, Ceddie, Ced (Batavia, 15 januari 1932 – Den Haag, 7 november
2011) was als Nederlands schrijver bekend onder het pseudoniem F. Springer. Daarnaast was
hij werkzaam als bestuursambtenaar en diplomaat. Hij was de oudste van drie broers, onder
wie Hans Schneider en de latere acteur Eric Schneider.
Schneider werd geboren in Nederlands-Indië, als zoon van een leraar Duits. Tijdens de
Japanse bezetting bracht hij een deel van de tijd door in het interneringskamp Tjihapit in
Bandoeng, terwijl zijn vader tewerkgesteld werd aan de Birma-spoorlijn. Na de oorlog kwam
het gezin naar Nederland, na een lange omweg via Ceylon, Singapore en Thailand. Schneider
ging naar het Erasmiaans Gymnasium in Rotterdam en naar het Christelijk Gymnasium
Sorghvliet in Den Haag, en studeerde rechten aan de Universiteit Leiden. Zijn vader,
Dr.J.Schneider, werd later hoogleraar Duitse letterkunde aan de Vrije Universiteit in
Amsterdam en schreef het befaamde leerboek Deutscher Wortschatz.
Van 1958 tot 1961 was hij bestuursambtenaar in Nederlands-Nieuw-Guinea, het
tegenwoordige Papoea. Als controleur stelde hij in opdracht van resident mr. Eibrink Jansen
een onderzoek in naar het optreden van controleur eerste klasse Rolph Gonsalves tegen de
Dani-bevolking in de Baliemvallei. In het rapport, dat hij op 12 juni 1960 inleverde, maakte hij
melding van stelselmatige agressie. Mede als gevolg van Schneiders rapport werd Gonsalves
naar een andere afdeling op Vogelkop overgeplaatst.
Na zijn periode in Nieuw-Guinea was Schneider diplomaat op Nederlandse ambassades in
onder meer New York, Bangkok, Brussel, Dhaka, Teheran en Straatsburg. Ook werkte hij in
Angola. Eind jaren tachtig was hij ambassadeur in de DDR. In 1989 ging hij met pensioen. Hij
was getrouwd met Joky Bos en vader van twee kinderen; echtgenote Joky figureert o.a. als
Juultje in zijn boeken Zaken over zee en Bangkok.
3. Het boek speelt zich het grootste gedeelte af in een hotelkamer in Dacca, waar Bo zich van
alles herinnert. Het einde van het boek speelt zich af op een reünie in Rotterdam.
4. Het boek gaat over Bo, opgegroeid in Nederlands-Indië, die werkt als diplomaat in Dacca,
Bangladesh.
Een ander belangrijk persoon in het boek is Tommie Vaulant, een jeugdvriend van Bo, die hij
al kent van de tijd dat hij nog in Nederlands-Indië woonde.
5. Het boek bestaat vooral uit de herinneringen van Bo, Tommie en de opa van Tommie, Johan
de Leeuw. Bo vertelt zijn herinneringen uit zijn geheugen en leest als het ware de
herinneringen van Tommie en Johan voor.
Johan de Leeuw verblijft van 1934 tot 1942 in Malang, Java, en heeft zijn herinneringen
opgeschreven in een kasboek. Een van die herinneringen gaat over een bezoek met zijn
vader in 1882, hij is dan veertien jaar oud, aan Dr. Zürcher, de Multatuli-vereerder, die geld
voor hem inzamelt. Zijn vader is ook een Multatuli-bewonderaar en handelaar in
scheepsbenodigdheden. Niet veel later gaat de zaak failliet en wordt Johan loopjongen bij de