100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Jurisprudentie overzicht Inleiding Staats- en Bestuursrecht €5,39   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Jurisprudentie overzicht Inleiding Staats- en Bestuursrecht

 6 keer bekeken  0 keer verkocht

In dit document is een uitwerking te vinden van alle jurisprudentie voor het vak Inleiding Staats- en Bestuursrecht. Op mijn account kan je ook een uitwerking vinden van alle leerdoelen voor dit vak. Succes met leren!

Voorbeeld 2 van de 10  pagina's

  • 2 november 2022
  • 10
  • 2022/2023
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (75)
avatar-seller
StudentFvB
Week 4:
 HR 13 januari 1879 --> Meerenberg:
o Rechtsregel voor 1887:
 Wetgevende bevoegdheid kan slechts door de Kroon worden uitgeoefend,
indien deze is toebedeeld door de Grondwet, of uitdrukkelijk is gedelegeerd
door een wet in formele zin.
o Rechtsregels na 1887:
 De Kroon is zelfstand bevoegd om een AMvB op te stellen, zonder dat dit is
toebedeeld in de Grondwet of gedelegeerd door een wet in formele zin. Als
de AMvB echter voorschriften bevat door straffen te handhaven, dient dit
gebaseerd te zijn op een wet in formele zin. Enkel delegatie is niet
voldoende.
o Inhoud arrest:
 Bestuursleden van het ‘krankzinnigeninstituut’ Meerenberg te Bloemendaal
weigerden een bevolkingsregister van hun patiënten aan te leggen en bij te
houden ten behoeve van andere soortgelijke instanties. Daarmee hadden de
bestuursleden een Koninklijk Besluit overtreden en daarop werden zij
vervolgd. De Blanketwet van 6 maart 1818 stelde overtreding van dergelijke
door de Kroon vastgestelde regelingen strafbaar. Op deze manier kon de
Kroon, waaraan sinds 1840 slechts formeel de uitvoerende macht toekwam,
door middel van Algemene Maatregelen van Bestuur regels uitvaardigen en
hierop ook straffen zetten. De Kroon ontliep dus eigenlijk de parlementaire
procedure die noodzakelijk is voor de totstandkoming van een formele wet.
o De rechtsvraag:
 Of er aan de Koning een wetgevende bevoegdheid toekomst als deze niet
uitdrukkelijk in de Gw, of door middel van delegatie door een formele wet
wordt verleend.
o Het oordeel van de RB:
 Het Koninklijk Besluit was niet op een formele wet gebaseerd en was daarom
onverbindend. De bestuursleden werden vrijgesproken.
o Het oordeel van de HR:
 De OvJ was het niet eens met de uitspraak van de RB en ging hierop in
cassatie. De HR oordeelde dat art. 104 Gw (oud) aan de Koning uitvoerende
macht toekent. De wetgevende macht daarentegen wordt uitgeoefend door
de Koning en S-G gezamenlijk. Het is daarom slecht mogelijk dat de Koning
een wetgevende bevoegdheid heeft in het geval dat dit aan hem door de Gw,
of door delegatie in een formele wet is verleend. Het oordeel van de HR sloot
aan bij die van de RB, het cassatiemiddel werd ongegrond verklaard en de
vrijspraak van de bestuursleden bleef gehandhaafd.
o Maar:
 Vanaf 1887 heeft de grondwetgever het Meerenberg arrest deels
teruggedraaid. Zij stelde vast dat de Kroon wel zelfstandig bevoegd is om
Algemene Maatregelen van Bestuur vast te stellen, maar dat deze slechts
met straffen gehandhaafd mogen worden indien zij op een wet berusten. De
uitwerking hiervan is te vinden in artikel 89, lid 1 en 2 van de Grondwet.
 Het Meerenberg arrest brengt twee belangrijke rechtsregels met zich mee,
namelijk dat Algemene Maatregelen van Bestuur met straffen te handhaven
moeten berusten op een wet in formele zin. Alleen delegatie is dan niet
voldoende. En vanaf 1887 is de Kroon zelfstandig bevoegd om zelfstandig
Algemene Maatregelen van Bestuur op te stellen, zolang deze geen
voorschriften bevatten waaraan straffen verbonden zijn.

,  HR 22 juni 1973 --> Fluoridering II:
o Rechtsregel:
 Een dergelijke maatregel als het toevoegen van fluoride aan drinkwater is zo
ingrijpend, dat dit zonder wettelijke grondslag niet geoorloofd is. Voor
ingrijpend handelen van de overheid is dus een wettelijke grondslag vereist.
o Rechtsvraag:
 In dit arrest draait het om de vraag of de Waterleidingwet zich er tegen
verzet dat de eigenaar van een waterleidingbedrijf een fluorverbinding aan
het drinkwater toevoegt, zodat deze via het waterleidingnet bij de
verbruikers terecht komt. Het vraagstuk hier is of er sprake moet zijn van een
wettelijke grondslag om deze handeling uit te voeren.
o Inhoud arrest:
 De gemeente Amsterdam nam het besluit om fluoride aan het drinkwater
toe te voegen. Eisers hebben hier bezwaar tegen. Zij voeren aan dat de
gemeente een monopolie positie heeft in het handelen van drinkwater. Bij
Koninklijk Besluit werd de door de staatssecretaris verleende toestemming
(beschikking) vernietigd.
o Het oordeel van de HR:
 Er is sprake van zo ingrijpend handelen, dat er een wettelijke grondslag voor
moet zijn. De Waterleidingwet voldoet hier echter niet aan. In de tekst van
de wet is geen aanwijzing te vinden voor de stelling dat
waterleidingbedrijven zo'n handeling uit mogen voeren. Ook zijn hier in de
wetsgeschiedenis geen aanwijzingen voor te vinden.
 Drinkwater is een van de eerste levensbehoeftes. Aangezien de gemeente
Amsterdam een monopolie positie bezit, wordt deze fluoridering door bijna
heel Amsterdam verspreid. Volgens de Hoge Raad worden bewoners dus
praktisch gedwongen om het drinkwater met fluoride te accepteren. De
Hoge Raad vindt dit te ingrijpend en concludeert dat voor zo’n actie een
wettelijke grondslag is vereist.

Week 5:
 EHRM 26 april 1979 --> Sunday Times:
o Essentie:
 De grondrechten, welke zijn opgenomen in het EVRM, kunnen in bepaalde
situaties aan beperkingen worden onderworpen.
o Rechtsregel:
 Volgens het Hof moet er aan een aantal voorwaarden worden getoetst om te
bezien of een beperking van de vrijheid van meningsuiting, en ook andere
grondrechten, gerechtvaardigd is. Deze voorwaarden zijn de volgende:
 De beperking dient bij wet te zijn voorzien:
 Hierbij zijn twee dingen van belang; de regel is toegankelijk
en voldoende duidelijk. Dit omdat de normale burger dan
weet wat zijn of haar rechten en plichten zijn.
 De beperking moet een legitiem doel dienen:
 Hierbij dient er ruimte te worden overgelaten voor de
keuzes van de staten. Deze kunnen in bepaalde situaties een
beter oordeel geven, dat past binnen de huidige tijd en
samenleving.
 De beperking moet noodzakelijk zijn in een democratische
samenleving:

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper StudentFvB. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71498 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,39
  • (0)
  Kopen