TOETSMATRIJS BS7
1.KAN HET PROCES VAN GASWISSELING IN DE LONGEN (PULMONES) EN IN DE
WEEFSELS UITLEGGEN EN KAN HET CAPILLAIR UITWISSELINGSPROCES BESCHRIJVEN
PARTIELE DRUK
Gaswisseling vind plaats via het respiratorische membraan. De snelheid van dat proces wordt bepaald door:
-Partiele druk door gas
- Diffusie van moleculen
Partiele druk van zuurstof is bepalend voor de hoeveelheid zuurstof die een oplossing binnengaat
Partiele druk heeft GEEN effect op de diffusiesnelheid van stikstof of CO2
Voor diffusie heb je druk nodig -> Partiele druk (P)
- Bepalend voor de snelheid van de diffusie
- Druk die door 1 enkel gas wordt uitgeoefend
- Recht evenredig met percentage
Atmosferische druk -> Som van alle partiele drukken (O2, Co2, stikstof)
ERYTROCYTEN
Erytrocyten (rode bloedcellen) (hemoglobine)-> De opgeloste O2 & CO2 uit het bloedplasma opnemen en
binden.
Concetratie O2 & CO2 te hoog? -> overtollige moleculen door erytrocyten verwijderd.
ZUURSTOFTRANSPORT
1 hemoglobine molecuul kan 4 zuurstofmoleculen binden -> Hb + O2 <-> HbO2 (oxyhemoglobine)
Hoeveel zuurstof door hemoglobine kan worden afgegeven wordt bepaald door de PO2, PH en temperatuur.
Hoeveelheid O2 binding hangt af van de zuurstofdruk in de omgeving
Hoeveelheid O2 afgifte -> activiteit weefsels, PH | , temperatuur ^
KOOLSTODIOXIDE TRANSPORT
Wanneer moleculen CO2 in het bloed zijn kunnen ze:
- Oplossen in het bloedplasma (7%)
- Zich binden aan hemoglobine in rode bloedcellen (23%)
- Worden omgezet in een bicarbonaation (70%)
CO2 + H2O <-> H2CO3 <-> H+ + HCO3-
,Externe respiratie:
Alveoli <-> Alveolaire capillairen
Interne respiratie:
Capillairen grote bloedsomloop <-> Interstitiële vloeistof
Buffers = zorgen dat ze zuur-basen verhouding goed blijft -> bicarbonaat buffer
2.KAN HET PRINCIPE VAN ZUUR-BASE-EVENWICHT UITLEGGEN EN DE ROL VAN DE
LONGEN HIERIN HERKENNEN
PH
Concentratie waterstofionen -> PH (tussen 0-14) -> zuiver = 7
Zuiver (7)? - > oplossing bevat evenveel waterstofionen als hydroxideionen
Meer waterstofionen? -> PH lager dan 7 (zuur)
Meer hydroxideionen? -> PH hoger dan 7 (basisch)
PH van bloed en meeste lichaamsstoffen = 7,35 – 7,45 -> PH hierbuiten? Cellen beschadigd of functie verstoord
Pco2 stijgt -> ph waarde daalt -> bloed zuurder
Hoe meer co2 -> hoe zuurder
3.KAN BESCHRIJVEN HOE DE ADEMHALING WORDT BEWAAKT, WELKE PARAMETERS
HIERBIJ VAN BELANG ZIJN EN AFWIJKINGEN HIERIN INTERPRETEREN.
ADEMHALINGSCENTRA
Homeostatische processen herstellen het evenwicht van O2 & CO2
1- Veranderingen van de doorbloedingen en de zuurstofafgifte door plaatselijke regulering
2- Veranderingen van de diepte en snelheid van de ademhaling
PCO2 stijgt? -> bronchiolen verwijden zich, wanneer PCO2 afneemt trekken de bronchiolen weer samen
,Ademhalingscentra 3 paar kernen:
- Formatio reticularis
- Pons -> Ademhalingsfrequentie & diepte van de ademhaling
- Medulla oblongata -> belangrijke rol bepalen ademritme
Dorsale respiratoire groep = inademingscentrum
Ventrale respiratoire groep = uitademingscentrum
Mechanoreceptoren reageren op veranderingen van het longvolume of veranderingen bloeddruk
In- en uitademingsproces belangrijk bij geforceerde ademhaling
REFLEXEN CHEMORECEPTOREN
Chemoreceptoren reageren op chemische veranderingen van het bloed en de cerebrospinale vloeistof
Onder normale omstandigheden wordt de ademhalingsactiviteit door de concentratie CO2 gereguleerd.
Je chemoreceptoren reageren altijd op de concentratie CO2. Dan wordt je ademhaling aangepast. Als je COPD
hebt wordt er wel gereageerd op zuurstof
4.KAN DE DEFINITIE, RISICOFACTOREN, SYMPTOMEN, ONDERZOEKEN, COMPLICATIES,
PREVENTIE EN BEHANFELING VAN ASTMA, COPD, ACUTE BRONCHITIS, PNEUNOMIE EN
PNEUMOTHORAX UITLEGGEN.
COPD
= Ontsteking van de longblaasjes
Chronische bronchitis -> ontsteking bronchitis (Sijm ->
vernauwing)
, Longemfyseem -> Alveoli wordt aangetast (tussenschotjes verliezen = minder difussie oppervlak)
Symptomen:
-Hoesten
-Piepende ademhaling (vooral uitademing verstoord)
-Dyspneu
-Ongewenst gewichtsverlies/ spierkracht (hele dag inspanning om te ademen)
-Beperking lichamelijke inspanning
Diagnostiek:
Lichamelijk onderzoek - > Inspectie, Percussie, Auscultatie
Aanvullend onderzoek -> Longfunctie, X-thorax
Behandeling:
Niet medicamenteus: Voorlichting, adviezen (stoppen met roken, bewegen, revalidatie)
Medicamenteus: Luchtwegverwijders (kortwerkend, Langwerkend), Inhalatiecorticosteroïden
Exacerbatie COPD
= Plotselinge verergering van het ziektebeeld (Toename dyspnoe, hoesten en sputumproductie)
Oorzaken -> Luchtweginfecties, omgevingsfactoren, onbekende oorzaak
Kenmerken -> Toename dyspnoe in rust, ademfrequentie >30/min, hartslag > 120/min, saturatie <92, fors
gebruik van hulpademhalingsspieren
Behandeling -> Afhankelijk van ernst
ACUTE BRONCHITIS
Oorzaken:
Virus of bacteriën
Symptomen:
Eerst droge hoest, daarna productieve hoest, Drukkend gevoel op de borst, piepende ademhaling,
benauwdheid, koorts
Behandeling:
Geen, soms antibiotica
PNEUMONIE
= Longontsteking
Oorzaken:
Bacterie <- , virus, schimmel of parasiet
Risicofactoren:
Verlaagde weerstand, COPD of astma, aspiratie, bronchuscarcinoom, postoperatief
Symptomen:
Koorts, Hoesten, purulent sputum, dyspnoe (benauwdheid), pijn bij ademhaling
Onderzoek:
Lichamelijk -> Algemeen, Inspectie, percussie, auscultatie. Aanvullend -> laboratorium, X-thorax, Sputumkweek,
Arteriele astrup (hoe ernstig is de gaswisseling verstoord?)
Behandeling:
Antibiotica, zuurstof
PNEUMOTHORAX
= Klaplong
(Lucht tussen pleura visceralis en parietalis)