College 1: macht, politiek en de staat
Doorbraak van politieke antropologie en stromingen I
Eerste politieke antropologen focusten op typologieën en evolutie van
politieke vormen
Eerste breukvlak: De doorbraak van de politieke antropologie was in de
jaren 1940 en 1950 door African Political Systems
Inductie, afstand dominante politieke theorieën -> er is een belangrijk
onderscheid tussen primitieve en stateloze samenlevingen -> vaak zijn
verwantschapssystemen hier belangrijk.
Functie van politieke organisaties -> stabiliteit sociale structuur: ‘a
comparitive study of political systems has tob e on an abstract plane
where social processes are stripped of their cultural idiom and are reduced
to functional terms’ -> structureel functionalisme
Centrale vraag in deze tijd: wat is de aarde van politieke structuren en hoe
verhouden deze zich tot elkaar?
Verdere ontwikkelingen politieke antropologie en stromingen II
Radcliffe-Brown: ‘the political organization of a society is that aspect of the
total organization which is concerned with the control and regulation of
physical force’
Nadruk op stabiliteit, equilibria (evenwichten), statistische benadering,
weinig aandacht voor bredere koloniale context
Reactie 1950s: aandacht voor verandering en conflicten (Edmund Leach):
met name Manchester School -> conflict is constitutief voor sociale en
politieke orde; aandacht voor handelingen -> procesmatige benadering
politiek, politieke systemen
Ontwikkeling en stromingen III
Jaren 1960s: agency wind in de zeilen, maatschappelijke omwentelingen,
conflicten, contradicties (traditionele machtstradities werden betwijfeld),
engagement, invloed marxisme
Invloed Franse antropologie: coercion/ instemming, symbolische dimensie
politiek (ook VS -> Geertz), dialoog andere disciplines, er wordt nagedacht
over de geschiedenis van antropologie zelf
Tweede breukvlak in ontwikkeling politieke antropologie in jaren 1980:
opkomst post-structuralisme (Bourdieu en Foucault) -> Foucault initieert
nieuwe antropologische missie -> macht wordt in een breder kader
,geplaatst, het doet zich overal voor, niet allen in politieke structuren ->
zorgt voor nieuwe uitdrukkingen van politiek en macht
Ontwikkeling en stromingen IV
Foucault: vernieuwde en verbrede visie op macht voorbij statelijke
instituties -> verzet, politiek van representatie
Koster: postmodernisme, postkolonialisme, feminisme -> reflexiviteit,
positionaliteit, relatie kennis/ macht
Domein van politieke antropologie: kenmerken, discussies,
dilemma’s I
Politiek: verwevenheid of verzelfstandiging? Relatie politiek en andere
praktijken en processen:
- Totaal sociaal feit (Mauss) -> vooral van toepassing op kleinschalige
samenlevingen, kritiek op institutionele en rationalistische
benadering politicologie
- Aan de andere kant: historische ontwikkelingen van
‘verzelfstandiging politieke domein’, staatsvorming, waardevol
studieobject, denk aan dagelijks taalgebruik
Beide perspectieven worden benaderd: aan de ene kant als ‘totaal sociaal
feit’ dat overal traceerbaar en bestudeerbaar is, maar aande andere kant
ook als een domein dat claimt een eigenstandig onderdeel van de
samenleving (kijken naar evolutie van politieke vormen en instituties,
staatsvorming) en welke betekenis eraan wordt toegekend
Idee van een continuüm?
Domein-bepaling en theoretische stromingen: verschillende opvattingen:
- Terug naar African Political Systems: sterke traditie dat politieke
functies, regulering van dwang/ geweld (kernfunctie van politiek)
verder reiken dan formele politieke of statelijke structuren (bv via
verwantschapssystemen)
- Traditie van studie van politieke in brede zin wordt vanaf 1980s
enorm versterkt: Foucault: macht is overal werkzaam (post-
structuralisme) -> macht en kennis worden steeds belangrijker -> er
zou geen niet-politieke ruimte meer zijn in de wereld
o Expansie van notie van macht(suitoefening), resoneert met
etnografische methode -> enorme invloed van Foucaults
ideeën op antropologie van het politieke: macht/verzet, staat,
nationalisme, burgerschap, democratie (ook maatschappelijke
ontwikkelingen)
o ‘Studying power, and concomitant relations of domination and
resistance, was firmly established as substitute for studying
politics by 1990s
,Nadelen van expansie notie macht/ politiek: eigen gebruik politiek
categorieën door onderzoeks-participanten zelf (respondenten bakenen
politiek af, wij niet): wie bepaalt de afbakening van het politieke domein?
Dit heeft te maken met ‘politics as a category of practice’ en ‘politics
as a category of
analysis’
Onderscheid practice en analysis:
- Practice: gaat om de manier waarop ideeën en betekenissen rond de
staat, natie of burgerschap worden geproduceerd en gebruikt in
alledaagse omstandigheden en ervaringen van gewone mensen, die
daarmee de wereld en hun plaats erin inzichtelijk proberen te maken
o Gaat vooral om het creëren van orde
o Instituties, praktijken en plaatsen die doorgaans als politiek
worden geïdentificeerd -> mechanismen voor creëren
maatschappelijke orde
o Religie beïnvloed politiek
- Analysis: gaat om een abstract(er) perspectief op uiteenlopende
verschijnselen of praktijken gehanteerd door onderzoekers, het gaat
daarbij meer om een politieke lens op de sociale werkelijkheid in zijn
algemeenheid. Politiek wordt vooral begrepen in termen van de
werking van macht in alle sociale relaties (invloed Foucault)
o Bestudering van elk maatschappelijk verschijnsel uit het
perspectief van machtsverschijnselen -> gaat vooral over het
betwisten van ongelijkheid en het kijken naar verzet
o Generiek politiek of machtsperspectief -> machtsprocessen,
dominantie/ verzet, strijd, antagonisme/ agonisme,
rivaliserende politieke projecten stellen maatschappelijke orde
ter discussie
o Politiek beïnvloedt religie
Tweedelige karakter van huidige politieke antropologie:
- Het politieke refereert aan antagonistische (tegenpolige) dimensie
inherent aan alle menselijke samenlevingen
- De politiek refereert naar instituties, praktijken en discoursen die
orde willen creëren en de maatschappij organiseren
Het gaat om het begrijpen van de ‘dynamische spanning tussen deze
polen’
De politiek, instituties die orde willen brengen, die politiek wordt
onderbroken of ter
discussie gesteld door het politieke. Het politieke zal voortduren de
kop op steken/
tegengeluid brengen
Zo bezien stelt het politiek, de politiek voortdurend ter discussie,
onderneemt de politiek voortdurend pogingen om het politieke juist te
depolitiseren, beheersen, rationaliseren en orderenen
,