SAMENVATTING WEEK 1 ICC – JACKSON & SHADID
+ HC
INTERCULTURELE COMMUNICATIE
Het veld van interculturele communicatie houdt zich voornamelijk bezig met hoe individuen, om
hun communicatiedoelen te bereiken, culturele of taalkundige verschillen onderhandelen die door ten
minste één partij in de interactie als relevant worden beschouwd (Zhu 2014:200)
Interculturele communicatie wordt vaak gedefinieerd als de studie hoe mensen met verschillende
culturele achtergronden met elkaar communiceren.
o Het wordt ook gebruikt als overkoepelende term om te verwijzen naar zowel de studie van
interactie tussen mensen van verschillende culturen als naar de studies van
communicatiepatronen tussen culturen (Zhu 2013:198).
o Interculturele communicatie is een breed begrip en een breed veld. Cultuur richt zich op veel
verschillende dingen en men geeft er verschillende definities aan. Er moet dan ook goed
afgebakend worden waar je het over hebt.
Een interculturele situatie kan gedefinieerd worden als een situatie waarin de culturele afstand
tussen deelnemers significant genoeg is om een effect te hebben op interactie/communicatie dat
merkbaar is voor ten minste één van de partijen (Spencer-Oatey & Franklin 2009:3).
Binnen interculturele communicatie moet er niet alleen gekeken worden naar verschillen en deze te
benadrukken. Binnen het veld wordt er ook juist vaak gekeken naar de overeenkomsten tussen
mensen en culturen.
SHADID heeft het over een dichotomie. Een dichotomie is een opdeling in twee niet-overlappende
structuren of begrippen.
o Voorbeeld: Westen is creatief en dynamisch Islamitische wereld is beperkend en statisch
o “Us” tegenover “them” is hierbij een belangrijke tweedeling
o Media speelt vaak een grote rol in het accentueren van een bestaande tweedeling door
middel van taalgebruik en representatie door middel van afbeeldingen en video’s
Zelf- en ander identificatie leidt tot wij-zij denken
Cultuur kan op verschillende manieren gedefinieerd worden. Onderstaand staan een aantal
voorbeelden die laten zien dat cultuur een breed begrip is:
o Cultuur is dat complexe geheel dat kennis, geloof, kunst, moraal, wetten en alle andere
capaciteiten en gewoonten omvat die de mens als lid van de samenleving heeft verworven
(Edward Burnett Tylor)
o Cultuur is het depot van kennis, ervaring, overtuigingen, waarde, acties, attitudes,
betekenissen, hiërarchieën, religie, noties van tijd, rollen, ruimtelijke relaties, concepten van
het universum en artefacten verworven door een groep mensen (Samovar et al.)
o Cultuur is een vage reeks houdingen, overtuigingen, gedragsnormen en basisaannames en -
waarden die door een groep mensen worden gedeeld en die het gedrag van elk lid en
zijn/haar interpretaties van de ‘betekenis’ van andermans gedrag beïnvloeden (Spencer-
Oatey)
Volgens RAYMOND WILLIAMS (1983) kan cultuur gedefinieerd worden door middel van drie
definities:
o Cultuur kan gebruikt worden om te refereren naar een algemeen proces van intellectueel,
spiritueel en esthetische ontwikkeling
o Cultuur kan gebruikt worden om een bepaalde manier van leven (van een volk, periode of
groep) aan te duiden
o Cultuur kan gebruikt worden als synoniem (volgens de (post-)structuralisten) van ‘signifying
practices’ dingen die mensen doen
Als voorbeeld: Kerstmis of de Nederlandse zomervakantie in Frankrijk
1
,SHADID
Binnen de samenleving wordt er vaak gebruik gemaakt van een wij-zij deling. Hierbij wordt de wij-
groep als positief gezien en de zij-groep als negatief (bijvoorbeeld: polarisatie van het Westen en de
Islam).
Volgens SHADID kan het stigmatiseren van minderheden de relatie met een specifieke groep op een
negatieve manier beïnvloeden, want:
o Stereotypen beïnvloeden de wijze waarop mensen omgaan met informatie
Mensen zijn eerder geneigd positieve informatie over de eigen groep en
negatieve informatie over andere groepen te onthouden
o Stereotypen veroorzaken specifieke verwachtingen met betrekking tot het gedrag van de
andere groepen die op hun beurt als filters fungeren bij het waarnemen en interpreteren van
gedrag
o Stereotypen kunnen leiden tot ‘self-fulfilling prophecies’
Mensen zien in het gedrag van anderen wat ze op de grond van hun
vooroordelen verwachten
o Stereotypen kunnen leiden tot verkeerde voorspellingen van het gedrag van anderen, omdat
vooroordelen, althans gedeeltelijk, foutief zijn
JACKSON
Sociale categorisering verwijst naar de manier waarop we mensen groeperen in conceptuele
categorieën om onze complexe sociale omgeving te begrijpen
o Waarneming (perception): een belangrijk onderdeel van sociale categorisering, door middel
van een driestapsproces; selectie organisatie interpretatie
Gewaarworden van, weten of identificeren door middel van zintuigen
Bij sociale categorisering plaatsen we doorgaans mensen in verschillende groepen op basis van onze
huidige inzichten, percepties en ervaring. Conclusies over individueel gedrag op basis van
groepspatronen.
Bovenstaande kan leiden tot essentialisme: de kenmerken van sociaal gedefinieerde groepen
kunnen worden bepaald en verklaard door te verwijzen naar culturele en/of biologische kenmerken die
als inherent beschouwd worden aan een groep.
o Groepen kunnen duidelijk afgebakend worden
o Groepsleden lijken op elkaar (weinig tot geen verschil)
o Doen alsof je de ander kent door haar cultuur als statisch te kennen
Othering kan gezien worden als het objectiveren van een ander persoon of groep. In dit proces, wordt
cultuur gebruikt als het middel om alle gedragspatronen en visies van ‘de ander’ te categoriseren als
één. Er wordt dus GEEN rekening gehouden met diversiteit en complexiteit van individuele
karaktereigenschappen.
Social identity theory wordt gebruikt om intergroup gedrag te beschrijven. Onderdeel van deze
theorie is dat individuen categoriseren in ingroups en outgroups.
o Ingroup: mensen met wie je je verbonden voelt of een gevoel van loyaliteit verschuldigd bent
Mensen zien hun ingroup positiever dan hun outgroup (ingroup-favoratism)
o Outgroup: degenen met wie men zich emotioneel en psychologisch onthecht voelt
Ingroup-favoratism is sterk gekoppeld aan etnocentrisme. Dit is het gevoel van cohesie, interne
kameraadschap en toewijding aan de ingroup, wat een gevoel van superioriteit met zich meebrengt.
o Bereidheid om de belangen van de ingroup te verdedigen
o Een etnocentrische mindset zorgt ervoor dat mensen met een andere culturele achtergrond
als inferieur of onbeduidend zijn in vergelijking met hun eigen ingroup-leden.
o Eigen wereldkijk van eigen cultuur is centraal en is de enige manier om ernaar te kijken (juist)
Cultureel relativisme staat hiertegenover. De opvatting dat overtuigingen, waardesystemen en
sociale praktijken cultureel relatief zijn. Geen enkele cultuur is inherent superieur.
2
, o Etno-relativisme: een communicatiepraktijk begrijpen vanuit het culturele referentiekader van
de ander
Etnocentrisme leidt tot stereotypering: een vooropgezet idee dat bepaalde kenmerken, intenties en
gedragingen toeschrijft aan alle leden van een bepaalde sociale klasse of groep mensen
o Geleerd via socialisatie
Stereotyperingen kunnen een probleem vormen voor interculturele communicatie want:
o Kunnen ons laten geloven dat een algemeen aanvaard geloof echt is, terwijl niet
o Kunnen ons dwingen alleen informatie te accepteren die in overeenstemming is met eigen
percepties
o Zijn moeilijk te veranderen
o Gaan ervan uit dat alle leden van een groep dezelfde kenmerken hebben, terwijl niet
o Stereotypen reduceren mensen tot een enkel aspect van hun identiteit
o Erkent geen unieke, individuele kenmerken van een ander; gebruikt vereenvoudigde en
algemene percepties
= Culturele vertegenwoordigers
o Kan leiden tot gebruik van taal die de waarde van individuen vermindert, leidt tot
ongelijkheid en houdt over generalisaties in stand
Een bias is een persoonlijke voorkeur. Een vooroordeel verwijst naar de afkeer van of haat tegen
een persoon og groep die zonder reden gevormd is.
Racisme is het geloof in de inherente superioriteit van een bepaald ras. Het ontkent de fundamentele
gelijkheid van de mensheid en correleert vermogen met fysieke samenstelling. Er zijn drie vormen
van racisme:
o Individueel racisme: de houding, overtuigingen en acties van een persoon die racisme
kunnen ondersteunen of bestendigen; deze racistische gedachten en gedragingen kunnen
onder het bewustzijnsniveau van de persoon liggen
Voorbeeld: racistische moppen, racistische opmerkingen
o Institutioneel racisme: racisme op institutioneel niveau of in openbare organisaties en
bedrijven. Economische, sociale en politieke structuren kunnen een bepaalde raciale of
etnische groep bevoorrechten en anderen benadelen. Kan leiden tot verschil in toegang tot
goederen, diensten en kansen van de samenleving
Voorbeeld: ongelijke behandeling van tweetalige kinderen (migranten)
o Systemische racisme: vorm van racisme die kan leiden tot mishandeling op grote schaal
racistisch beleid.
Voorbeeld: rassenscheiding, holocaust, etc.
3