100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting psychopathologie toegepaste psychologie €8,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting psychopathologie toegepaste psychologie

1 beoordeling
 6 keer verkocht

Een hele uitgebreide samenvatting voor het vak psychopathologie in het tweede leerjaar van toegepaste psychologie. De hoorcolleges en het boek zijn in deze samenvatting verwerkt. Met het bestuderen van deze samenvatting heb ik zelf een 9 gehaald.

Voorbeeld 4 van de 62  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1t/m 3 + hoofdstuk 5 + hoofdstuk 9 + hoofdstuk 8 t/m 13
  • 3 november 2022
  • 62
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (40)

1  beoordeling

review-writer-avatar

Door: dc_xkleiinmeiisje3 • 1 jaar geleden

avatar-seller
Ivd22
Samenvatting psychopathologie
Week 1: kennisclip 1
Psychopathologie= geestziekte

Normaal gedrag: normaal gedrag wordt gezien als goed, iets dat natuurlijk is en vanzelf
gaat. normaal gedrag en abnormaal gedrag is erg afhankelijk van de cultuur en de tijdsgeest.
Abnormaal gedrag: abnormaal gedrag wordt vaak gezien als slecht, afwijkend, een teken
van een psychische aandoening.

Definiëren van afwijkend gedrag: binnen het classificatiesysteem van de DSM worden
psychische stoornissen gedefinieerd op grond van gedragspatronen die samenhangen met
emotioneel lijden en/of significante belemmeringen in het psychologisch functioneren.

Spreken we van normaal gedrag of van afwijkend gedrag?
Deskundigen gebruiken verschillende criteria om te beoordelen of emoties, gedachten en
gedrag afwijkend zijn.
Bij 2 punten kunnen je al spreken van afwijkend gedrag
6 criteria:
o Uitzonderlijk gedrag: komt deze gedragingen minder vaak voor in de maatschappij?
Een voorbeeld hiervan is gevoelens van intense paniek bij het betreden van een
supermarkt of een drukke lift.
o Sociaal afwijkend gedrag: cultuur: iets wat in een cultuur normaal is kan in andere
cultuur weer niet normaal zijn, bekijk dit ook vanuit deze blik. Alle samenlevingen
hebben normen (maatstaven) die bepalen welke vormen van gedrag acceptabel zijn
in een bepaalde context.
o Foute perceptie of interpretatie van de werkelijkheid: Wanneer iemands zintuigen en
cognitieve processen geen accurate mentale representatie van de werkelijkheid is. Bv
hallucineren. (bv mensen die denken dat alles wat mis gaat te wijten is aan hun eigen
handelen)
o Emotioneel lijden: client die last ondervindt van zijn gedragingen (denk bv op cliënten
die vastlopen op werk, studie, sociale relaties. Als ze daar hinder aan vinden spreek je
van emotioneel lijden). De meeste personen passen zich na een bedreigende of
emotionele aan na verloop van tijd. Hierdoor verminderen de heftige emoties. Maar
voor sommige personen blijven de emoties zoals angst en depressie zo hevig, dat ze
niet meer goed kunnen functioneren.
o Ongepast en contraproductief gedrag: zwaar alcoholgebruik, dat de gezondheid
ondermijnt en het sociale en beroepsmatige functioneren verstoort, ongepast en
afwijkt. Bv veelvuldig controleren van het slot van de deur omdat hij anders enorme
spanning ervaart. Het gedrag is niet productief of nuttig voor deze persoon, maar
belemmert iemand in haar functioneren. Als het de betrokkene beperkt in zijn
vermogen om te werken en om sociale verantwoordelijkheid te dragen, is het
contraproductief
o Gevaar: gevaar voor jezelf of voor een ander. (suïcidaal of agressie naar anderen)

Afhankelijk van de situatie wegen sommige criteria zwaarder dan andere, maar in de meeste
gevallen gebruiken deskundigen een combinatie van de verschillende criteria om een
psychische stoornis te stellen.

,Week 1: kennisclip 2
Wat wel mag in het werkveld als TP’er in psychopathologie:
o Groepsbegeleiding: alle cliënten die binnen de muren van een instelling hun
behandeling ontvangen die wonen op een leefgroep. Op die leefgroep zijn mensen
die het dagelijkse leven begeleiden. Zijn meestal HBO geschoolde mensen (social
work, pedagogiek, TP’er)
o Coachen: in de wat mildere en kleinere vorm
o Trainer: omgaan met psychotische symptomen bv. Trainingen die gebaseerd zijn op
cognitieve gedragstherapie. Therapie die gaat over het vergroten van vaardigheden
maar niet die ingaat op inzicht van eigen patronen
o Psychodiagnostisch onderzoek verrichten onder supervisie van een GZ psycholoog
o Doorverwijzen naar psychiater bv voor medicijnen

Wat niet mag in het werkveld als TP’er in psychopathologie
o Therapier: 1 op 1
o Geen diagnoses stellen: Classificatie maken, een stempel zetten (doet GZ
psycholoog)
o Geneesmiddelen voorstellen

Kritisch denken: kritisch denken betekent nooit afgaan op een eerste indruk en altijd beide
kanten van een argument of stelling bekijken. Belangrijke aspecten van kritisch denken zijn:
1. Blijf sceptisch: ga niet op eerste indrukken af, zelfs niet bij stellingen van
gerespecteerde wetenschappers of auteurs van studieboeken. Beoordeel zelf het
bewijsmateriaal, zoek naar aanvullende info en onderzoek de geloofwaardigheid van
bronnen.
2. Denk na over de definities en terminologie: beweringen kunnen waar of onwaar zijn,
afhankelijk van de in definities gebruikte terminologie.
3. Weeg de aannamen of premissen waarop argumenten gebaseerd zijn
4. Houd in gedachten dat correlatie niet gelijk staat aan een causaal verband
5. Overweeg de aard van de bewijzen waarmee conclusies worden onderbouwd
6. Simplificeer niet te sterk
7. Generaliseer niet te sterk

Hoofstuk 2: visie op afwijkend gedrag en behandelmethoden
Verschillende perspectieven: psychische stoornissen kunnen verschillende oorzaken en
gevolgen hebben. er zijn verschillende perspectieven/visies die een verklaring geven voor de
ontstaansgronden van afwijkende emoties, gedachten en gedragingen.

o Psychologische perspectief:
o Psychodynamische theorieën
o Leer theoretische modellen
o Humanistische modellen
o Cognitieve modellen

o Biologische perspectief
o Bio psychosociale perspectief
o Sociaal-culturele perspectief

,Biologisch perspectief
o Biologische processen en hersenstructuren spelen een rol in veel patronen van
afwijkend gedrag. er is een verband tussen veel psychische stoornissen en een
verstoorde werking van neurotransmitters of onderliggende afwijkingen de hersenen.
bij de psychische stoornissen schizofrenie, stemminsstoornissen,
verslavingsstoornissen en autisme spelen de genen een belangrijke rol

psychodynamische modellen: het psychodynamische model is gebaseerd op het werk van
Freud en zijn opvolgers
o Psychoanalytische theorie: het uitgangspunt van de psychoanalytische theorie is het
idee dat psychologische problemen aangestuurd worden door onbewuste motieven
en conflicten. Deze onderliggende conflicten hangen samen met primitieve seksuele
en agressieve instincten en de behoefte om deze impulsen uit het bewustzijn te
weren. Als we ons bewust zouden zijn van onze meest basale driften zou ons bewuste
zelf overspoeld worden door een verlammende angst.
Volgens Freud zijn abnormale gedragspatronen niets anders dan symptomen van de
dynamische worstelingen die plaatsvinden in onze geest. Mensen zijn zich namelijk
bewust van hun (lichamelijke) symptomen, maar zijn zich niet bewust van het onbewuste
(psychische) conflict dat ten grondslag ligt.
Freud onderscheidt in onze persoonlijkheid 3 psychische structuren:
Zijn voortdurend met zichzelf in gevecht
1. Id: het id is de oorspronkelijke psychische structuur die vanaf de geboorte
aanwezig is. Dit zijn lagere driften en instinctieve impulsen, waaronder
seks, honger en agressie.
Het id is volledig in het onbewuste opereert, werkt volgens het lustprincipe
→ het eist directe bevrediging van instinctieve verlangens zonder rekening
te houden met sociale normen en waarden of met de behoeften van
anderen.
➔ Impulsief en streeft naar onmiddellijke bevrediging ongeacht de consequenties
➔ Zit onder de streep van het bewustzijn
➔ Bv. honger, dorst, seks, agressie

2. Superego: is het internaliseren van psychische structuren van onze ouders
en andere belangrijke mensen in ons leven. Het superego is ons geweten,
oftewel een interne morele beschermer die het ego in de gaten houdt en
oordelen velt of wat goed of fout is. Als het superego vindt dat het ego zijn
morele normen heeft overtreden, deelt het straffen uit in de vorm van
schuld en schaamte.
➔ Onze morele normen, waarden en idealen die we meekrijgen van onze ouders en
samenleving
➔ Het komt overeen met ons ‘’geweten’’
➔ Het innerlijke stemmetje dat zegt; ‘’je zou moeten’’ of ‘’dat kun je beter niet doen’’
➔ Het is ons ik ideaal: ons beeld van de persoon die we zouden moeten zijn of waarnaar
we streven

Het ID streeft naar bevrediging van directe behoeftes terwijl het superego alleen datgene
wil doen wat goed is.

3. Ego: het ego ontwikkelt zich in de loop der jaren. Het verzint realistische
manieren om met frustratie om te gaan. het ego probeert de eisen van het
id te onderdrukken en het gedrag zo te sturen dat het voldoet aan de
sociale normen en verwachtingen. Het ego werkt volgens het

, realiteitsprincipe → het ego k ijkt naar wat praktisch haalbaar is en houdt
ook rekening met de behoefte van het id
➔ Functioneert soms als scheidsrechter: het moet beslissingen nemen, die zowel het id
als het superego niet aanstaan omdat het eenmaal moet komen tot compromissen.
➔ Als het ego geen werkbare compromissen kan vinden; hierdoor kunnen er interne
psychische conflicten ontstaan binnen een persoon.


Het ego staat tussen het id en het superego is en
probeert de verlangens van het id te bevredigingen
zonder de morele normen van het superego te
overtreden.




Afweermechanismes: het onbewuste deel van het ego is een soort waakhond die de
impulsen van het id controleert. Het gebruikt afweermechanismen om te voorkomen dat
sociaal onacceptabele impulsen in het bewustzijn terechtkomen. Afweermechanismen op
zich zijn niet afwijkend, ze zijn zelfs gezond. de mate waarin het mechanisme wordt
gebruikt en/of het soort mechanisme, kan wel afwijkend of ziekelijk zijn.

Het ego maakt gebruik van verschillende ego-afweermechanismen (=vermogen om de angstige of
te verdrietige gevoelens uit het bewustzijn weg te houden) bij het omgaan met het conflict tussen
de impulsen van het id en de eis van het superego om deze impulsen te onderdrukken
o Verdringing: verdrijving van angstaanjagende ideeën uit het bewustzijn naar het
onbewuste. Bv een student vergeet de uiterste inleverdatum van een belangrijk
werkstuk
o Regressie: terugkeer, tijdens stress, naar een vorm van gedrag dat kenmerkend is
voor een eerder ontwikkelingsstadium .bv een adolescent huilt als hij de auto van zijn
ouders niet mag lenen
o Rationalisatie: gebruik van misleidende rechtvaardiging voor onacceptabel gedrag.
bv een student verklaart haar spiekgedrag door te zeggen dat de docent het lokaal
verliet tijdens een tentamen
o Verplaatsing: verplaatsing van ideeën en impulsen over bedreigende of ongeschikte
objecten naar minder bedreigende objecten. Bv een werknemer zoekt ruzie met haar
man nadat ze van haar leidinggevende een standje heeft gehad.
o Projectie: toeschrijven van de eigen onacceptabele impulsen aan anderen, zodat het
lijkt of het andermans impulsen zijn. bv een vijandige persoon beschouwt de wereld
als een gevaarlijke plek
o Reactieformatie: gedrag dat tegengesteld is aan de werkelijke impulsen, om de
werkelijke impulsen te onderdrukken. Een sadistisch persoon wordt arts
o Ontkenning: weigeren om de werkelijke aard van een bedreiging onder ogen te zien.
Bv een zware roker kan zich niet voorstellen dat hij kanker zal krijgen
o Sublimatie: ombuigen van primitieve impulsen in positieve, constructieve acties. Bv
een vijandige persoon uit haar agressieve energie in wedstrijdsporten.

➔ Stadia van psychoseksuele ontwikkeling: volgens Freud zijn de eerste levensjaren van
het kind gebaseerd op het nastreven van sensueel of seksueel genot, zoals bv eten of
poepen. Er zijn 4 stadia in de psychoseksuele ontwikkeling te onderscheiden:

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Ivd22. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€8,99  6x  verkocht
  • (1)
In winkelwagen
Toegevoegd