College 1. De Basis
Alleen privaatrecht meenemen vanaf volgende week! Het is alleen toegestaan om tabjes in te
plakken en te markeren, maar het is verboden om te schrijven.
1.1 Weekopdracht
Krantenartikel Van Lienden
➔ Juridische Probleem: twee stichtingen opgezet die concurreren. Enige schreef zonder
winstoogmerk en de ander met winstoogmerk. Beide stichtingen hadden zelfde naam, wat
betekent dat je niet met wie je handelt. Ondernemingsrecht voor het niet volgen van de
statuten. Eventueel ook een bestuursverbod, wat op basis van de ondernemingsrecht is
opgelegd. Wanneer een vennootschap is failliet is gegaan, zou het ook kunnen gaan over het
faillissementsrecht.
➔ Rechtsgebied: Strafrecht (Fraude) en Ondernemingsrecht (van Civiel Recht).
➔ Wet: Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (Boek 2 BW) & Wetboek van Strafrecht
(Witwassing, verduistering)
Deliveroo
➔ Juridisch Probleem: Het wel of niet aannemen van mensen op basis van zzp of niet.
➔ Rechtsgebied: Arbeidsrecht (werknemer of zelfstandigen), Ondernemingsrecht (omdat
Deliveroo vertrekt uit Nederland, dan speelt het ook een rol), Fiscaal Recht (als je vertrekt, wat
moet je nog doen met belastingen/niet specifiek in artikel) en bestuursrecht (achterstallig
loonbelasting, sinds er geen loon is betaald, wat dus inhoudt op bestuursrecht)
➔ Wet: Boek 2 BW (Algemene Wet Bestuursrecht) Boek 7 BW (Arbeidsrecht)
Gouddiefstal
➔ Juridisch Probleem: Onrechtmatige daad ten aanzien van wie eigenaar zijn van de goudstaven.
Verder is er verduistering, door goud te vervangen met siliconen balletjes etc.
➔ Rechtsgebied: Civielrecht (vergoeding voor de schade) & Ondernemingsrecht
(bestuursaansprakelijkheid) & faillissementsrecht (de onderneming wordt failliet verklaard) &
strafrecht (het gaat om een strafbaar feit)
➔ Wet: Boek 2 BW (Faillissementsrecht)
Centric
➔ Juridisch Probleem: Het bedreigen door Sandrink en het nemen van besluiten namens Centric
zonder instemming met de executive board.
➔ Rechtsgebied: Ondernemingsrecht & Strafrecht (potentieel verduistering)
➔ Wet: Wetboek Strafrecht
,1.2 Het Recht en verschillen
Met het recht bedoelen we positieve recht, alle recht in Nederland die geldt. Deze worden gevormd
door de wet, jurisprudentie (uitspraken van de rechter), gewoonte (dit kan een rol spelen onder
bepaalde sectoren zoals bepaalde contracten of bepalingen die uitgelegd wordt, bijvoorbeeld het
opstappen van het kabinet als er geen vertrouwen is) en verdragen en sommige besluiten van
internationale organisaties (VN, Europese Unie, die maken ook verschillende verdragen en deze
kunnen ook bij de Nederlandse wetsorde bijhoren)
1.2.1 Onderscheid tussen privaatrecht (civiel/burgerlijk) en publiekrecht
Publiekrecht: Staatsrecht, bestuursrecht, strafrecht & internationaal- en Europees recht (Relatie
burger of private persoon vs de overheid)
Privaatrecht: Personen- en familierecht, ondernemingsrecht, vermogensrecht, arbeidsrecht (Recht
tussen burgers onderling, zoals twee natuurlijke personen, maar ook onderneming en private
persoon gaan).
1.2.2 Onderscheid tussen materieel recht vs formeel recht
Materieel Recht: Rechten en verplichtingen (Contract gesloten en je hebt een geschil erover. Dan
zoek je in de regels wat de rechten en verplichtingen zijn, kom je er niet uit dan ga je naar het
formeel recht). Privaatrecht, strafrecht (sr), bestuursrecht (Awb)
Formeel Recht: regels ter aanzien van procedures (termijn naar de rechter, wat toegelaten is als
bewijs, stappen naar de rechtszaak). Burgerlijk procesrecht, strafprocesrecht en
bestuursprocesrecht.
Stikker bij grondwet bladzijde 2951
1-25
1.3 Staatsrecht
Staatsrecht: Bevoegdheden van staatsorganen en het toekennen van bevoegdheden, zoals
legitimatie, staatsrecht staat in de grondrechten. Hier staan wie de wetten mogen maken,
uitvoerende machten en rechtsprekende. Staatsorganen vind je zowel centraal als decentraal.
In Nederland hebben we scheiding der machten: wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende.
Wetgevende macht: regering en Staten-Generaal gezamenlijk (Art. 81 Gw). Uitvoerende macht: de
regering (Art. 42 lid 1 Gw) en rechtsprekende macht (Art. 112 e.v. Gw.)
1.3.1 Staatsrecht: decentralisatie
Spreiding van macht over verschillende bestuurslagen, wat kan op provinciaal niveau (art. 125 en 127
Gw) en gemeentelijk niveau (art. 125 en 127 Gw.) Waterschappen niet in het tentamen.
Naast de decentralisatie --> heb je ook verschillende wetten, namelijk materiele zin en formele zin.
Wet in materiele zin = Alle wetten die algemeen verbindende voorschriften bevatten.
Wet in formele zin = alle wetten door de regering en Staten-Generaal tezamen (formele wetgever)
BW = formele zin want door de regering en Staten-Generaal gemaakt en het geldt voor onbeperkt
aantal personen.
Overzicht wie wetgeving kan afkondigen:
• Centrale wetgever: wetten in formele zin (Art. 81 Gw)
• De regering: AMvB (Art. 89 lid 1 Gw)
, • Minister: ministeriele regeling (staat wel in wetboek, maar niet relevant)
• Provinciale staten: provinciale verordening
• Gemeenteraad: gemeentelijke verordening (art. 127 Gw/149 Gemeentewet)
1.4 Bestuursrecht
Dit gaat over hoe bevoegdheid van bestuursorganen moeten worden uitgevoerd. De
bestuursorganen zijn: regering, gemeenten, provincies en waterschappen. Staatorganen gaan over
de bevoegdheden en het bestuursrecht gaat over hoe ze de bevoegdheden moeten uitvoeren. Tab
bestuursrecht/procesrecht in publiekrecht.
1.4.1 Bestuursrecht: bestuursorganen
A-orgaan: Een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld (zie art. 2:1 BW
– publiekrechtelijke rechtspersonen) (art. 1:1 lid 1 sub a Awb). Heel belangrijk.
B-orgaan: Een ander persoon of college, met enig openbaar gezag bekleed; doorgaans
privaatrechtelijke rechtspersonen, bijv. Nederlandsche bank.
1.4.2 Bestuurshandelingen: Besluit
Een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke
rechtshandeling (art. 1:3 Awb)
Besluit kan bestaan uit algemeen verbindende voorschrift (geldt voor iedereen, zoals een
gemeentelijke als provinciale verordening, zoals bepaalde tijd geen hoog geluidsniveau), een besluit
van algemene strekking, niet zijnde een algemeen verbindend voorschrift (bijvoorbeeld besluit dat
gemeente plekken aanwijst waar een weekmarkt mag worden georganiseerd, algemene strekking:
specifieke locatie aangewezen), beleidsregel (interne regels waar het bestuursorgaan aan moet
houden, zoals gemeenteraad) en beschikking (belastende of begunstigende beschikking). Een
beschikking is een besluit wat niet van algemene verstrekking is, dus voor een individueel persoon of
groep van personen, zoals een beschikking van de Belastingdienst, persoonlijk.
Stel je krijgt zo’n beschikking, er is een bezwaarprocedure: bij bestuursorgaan dat de beschikking gaf
(art. 6:4 Awb) binnen 6 weken (Art 6:7 Awb). Vervolgens beroep bij de rechtbank (bestuursrechter)
(art 8.1 Awb). En daarin staat dat als je er nog niet eens bent, dan kan je hoger beroep doen bij
Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State (RvSt) (=hoofdregel) (art. 8:105)
Uitzonderingen: sociale zekerheidszaken en ambtenarenzaken naar centrale raad van beroep
, Hoger beroep tuchtrechtspraak voor registeraccountants en mededingingsrecht bij college van
beroep voor het bedrijfsleven.
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank in belastinggeschil; evt. cassatie mogelijk bij Hoge Raad
Aansprakelijkheid accountants: tuchtrecht. Het kan dat de tuchtkamer een uitspraak doen en kan
een waarschuwing zijn of verwijderen van accountantsregister. Tuchtrechtspraak geldt niet alleen
voor accountants, maar ook medici, advocaten, etc. Als je het niet eens bent dan ga je dus naar de
college van beroep voor het bedrijfsleven.
Bestuursorganen dienen te houden aan verschillende regels:
➔ Zorgvuldige voorbereiding (3:2 Awb) Hoofdstuk 3 en 4 van Awb. Alle belangen dienen te
worden voorbereiden. Als je geschil hebt met de gemeente over een uitbreiding van
bebouwing, dan moeten andere belangen zoals buren ook meegewogen te worden.
➔ Detournement de pouvoir: Bestuursorgaan mag niet gebruikt worden voor een ander doel dan
is verleent. Burgermeester kan noodverordeningen uitgeven, maar alleen voor de openbare
orde.
➔ Evenredige belangenafweging:
➔ Bekendmaking Het moet worden bekendgemaakt
➔ Motiveringsplicht: het moet worden gemotiveerd waarom het bezwaar niet is gehonoreerd.
➔ Hoorplicht: beide partijen moeten betrokken zijn en worden gehoord en iedereen die in geschil
is, dat die ook worden gehoord.
➔ Beslistermijn: In de wet staat in welke termijn, moet redelijk termijn (max 8 weken) art 13.
Buiten de awb: gelijkheid (gelijke gevallen, zelfde behandeling), rechtszekerheid en vertrouwen.
1.5 Strafrecht
Strafrecht: strafbaarstelling strafbare feiten. Staatsrecht gaat over de bevoegdheden, bestuursrecht
gaat over hoe je het uitoefent en dan het strafrecht gaat over strafbaarstelling van de strafrecht.
Grondslag in wetboek van strafrecht. Het OM is onderdeel van ministerie van justitie en zij besluiten
zelf welke zaken voor de rechter komen en welke niet. Slachtoffer dient aangifte. Als je hebt over
strafbare feiten: misdrijven vs overtredingen. Belang onderscheid: absolute competentie, poging en
medeplichtigheid (alleen bij misdrijven), uitleveringsprocedure misdrijf gepleegd in buitenland door
NL burger en voorlopige hechtenis.
1.6 Internationaal en Europese Recht
Het gaat over de recht tussen staten onderling en staten internationale organisaties (Zoals VN).
Grondslag internationaal recht in verdragen, die verdragen moeten worden geratificeerd,
ondertekent en of die rechtstreeks van toepassing is, is afhankelijk van monisme of dualisme
systeem. Monisme in Nederland, als geratificeerd en in werking getreden, dan geldt het in de
Nederlandse rechtsorde. In Duitsland is Dualisme, eerst moet het worden omgezet in Nationaal
wetgeving, dus pas later in werking. In Nederland dus direct.
• Volkenrechtelijke organisaties: VN, Raad van Europa en Europese Unie.
• Voorrang ieder verbindende verdragsbepaling (Art. 94 Gw)
• Directe werking wil zeggen dat je beroep kan doen voor de Nederlandse Rechter.