Dit is een samenvatting van het vak biologie, geschikt voor leerlingen van 6 vwo. Dit is een uitgebreide samenvatting van thema 2 transport die veel begrippen verduidelijkt en die is geschreven met behulp van Biologie van jou . De samenvatting is onderverdeeld in de volgende paragrafen:
§1 Tran...
§1 Transportsystemen
- Eencellige organismen en organismen die bestaan uit enkele cellagen
hebben transport door diffusie over kleine afstanden.
- Grotere planten en dieren hebben een vatenstelsel (een netwerk buisjes).
Bij planten vindt transport plaats in twee richtingen en bij de meeste
dieren verloopt het transport circulair (opgeloste stoffen in vloeistof
stromen rond).
- Geleedpotigen hebben een open circulatiesysteem en een buisvormig
hart dat de lichaamsvloeistof laat bewegen.
- Anderen dieren (gewervelde) hebben een bloedsomloop: een gesloten
transportsysteem, waarin het bloed is gescheiden van de andere
lichaamsvloeistoffen. Een hart pompt het bloed door de bloedvaten. Een
gesloten systeem is effectiever en geschikt voor grotere afstanden dan bij
een open systeem.
Enkelvoudige bloedsomloop: per omloop stroomt het bloed één keer door het
hart (vissen). Het bloed dat van de organen het hart instroomt, verzamelt zich in
de boezem (atrium) die het bloed door pompt naar de kamer (ventrikel),
vanuit daar wordt het bloed gepompt naar de kieuwen.
In afbeeldingen met de bloedsomloop geeft rood zuurstofrijk bloed en blauw
zuurstofarm bloed aan.
Het hart van de mens bestaat uit een linkerharthelft en een rechterharthelft
(linkerharthelft zie je rechts in de tekening, dus omgekeerd). De rechterharthelft
pompt het bloed naar de longen, waarna het bloed naar de linkerharthelft
stroomt. Dit is de kleine bloedsomloop waarbij het bloed zuurstof opneemt en
koolstofdioxide afgeeft.
De linkerhelft van het hart pompt het bloed vervolgens door het lichaam naar alle
organen, wat uiteindelijk weer terug terecht komt in de rechterharthelft. Dit is de
grote bloedsomloop waarbij zuurstof en voedingsstoffen worden afgegeven
aan de cellen en koolstofdioxide en andere afvalstoffen uit de cellen worden
opgenomen in het bloed. Vandaar heeft de mens een dubbele bloedsomloop
(per omloop gaat het bloed twee keer door het hart). Een dubbele bloedsomloop
heeft een hogere druk dan een enkelvoudige bloedsomloop. De bloedsomloop
zorgt voor homeostase (dynamisch evenwicht interne milieu) door transport van
opgeloste stoffen en door verdeling van warmte die vrijkomt bij dissimilatie.
- Amfibieën hebben een eenkamerhart die een deel van het bloed perst naar
de huid het hart, de longen en de huid.
- Het bloed van reptielen is in de harten grotendeels gescheiden door een
tussenschot. Als het dier niet ademt dan kan het bloed vanuit beide
kamers naar beide aorta’s stromen. Als het dier wel ademt is de druk in de
longhaarvaten te laag. Doordat het rechterdeel van het hart eerder
samentrekt dan het linkerdeel gaat het grootste deel van het zuurstofarme
bloed naar de longen.
- Zoogdieren en vogels hebben een hart met een gesloten tussenwand
tussen de kamers en daardoor een volledig gescheiden bloedsomloop.
, In de baarmoeder krijgt een foetus zuurstof en voedingsstoffen via de placenta.
Voor de geboorte is er een opening tussen de hartboezems: het ovale venster.
Een groot deel van het bloed stroomt zo rechtstreeks van rechter naar
linkerboezem, wat vervolgens door de linkerkamer in de aorta wordt geperst.
De foetus heeft ook een verbinding tussen de longslagader en de aorta: de
ductus arteriosis (ductus Botalli). Het grootste gedeelte van het bloed dat
door de rechterkamer wordt weggepompt komt via de ductus arteriosis in de
aorta terecht.
Direct na de geboorte vullen de longen zich met lucht, waardoor de weerstand in
de longhaarvaten afneemt en het bloed gemakkelijker vanuit de rechterkamer in
de longbloedvaten stroomt. Hierdoor daalt de bloeddruk in de rechterharthelft en
stijgt de bloeddruk in de linkerharthelft (door aanvoer bloed vanuit longen). Dit
heeft tot gevolg dat het ovale venster door een klep wordt gesloten, die zich
spoedig vergroeit met de harttussenwand. De ductus arteriosis verschrompelt en
verdwijnt net zoals de resten van de navelstrengslagaders en navelstrang aders.
§2 Het hart
Het hart is een holle spier die energie verbruikt, waarover bloedvaten lopen:
- De kransslagaders (aftakkingen van de aorta) voorziet het
hartspierweefsel van zuurstof en voedingsstoffen
- De kransaders voeren koolstofdioxide en andere afvalstoffen af en
monden rechtstreeks uit in de rechterboezem.
De linkerharthelft en de rechterharthelft zijn gescheiden door een
harttussenwand. Elk harthelft bestaat uit een boezem met daaronder een
kamer. Het bloed uit het lichaam komt het hart binnen via de onderste en
bovenste holle ader, die uitmonden in de rechterboezem, waarna het bloed
naar de rechterkamer stroomt. Vervolgens wordt het zuurstofarme bloed in de
longslagader gepompt die vertakt naar de longen. Via de longslagaders stroomt
zuurstofrijk bloed via de longaders terug naar de linkerboezem en daarna de
linkerkamer. De linkerkant pompt het bloed in de aorta die wordt afgetakt door
slagaders en het bloed vervoerd naar alle organen.
Boezems en kamers zijn van elkaar gescheiden door hartkleppen (deze
bevatten pezen die verbonden zijn aan de spieren om te voorkomen dat de
hartkleppen doorslaan naar de boezems bij systole). Aan het begin van de
longslagader en de aorta bevinden zich halvemaanvormige kleppen.
Bij de werking van het hart zijn er 3 fasen die elkaar steeds opvolgen:
1. Systole: de samentrekking van het hartspierweefsel. De boezems zijn
volgestroomd met bloed uit de holle aders en longslagaders, waarna de
systole van de boezems tegelijkertijd aan beide harthelften plaatsvindt. Als
de kamers zijn volgestroomd vindt systole van de kamers plaats, waardoor
de hartkleppen dichtslaan en het bloed niet terugstroomt.
2. Diastole: de ontspanning van het hartspierweefsel. Het bloed stroomt de
kamers in dus is er in de kamers diastole. Tijdens de systole van de
kamers vindt er in de boezems diastole plaats.
3. De halvemaankleppen worden opengedrukt als de druk in de kamers hoger
is geworden dan die in de aorta en de longslagader, hierna volgt de
hartpauze. Hierin zijn de boezems en de kamers ontspannen en zijn de
halvemaanvormige kleppen gesloten (bloed kan niet terugstromen).
Met een stethoscoop zijn bij elke hartslag twee harttonen te horen. Een arts kan
aan deze harttonen horen of de halvemaanvormige kleppen goed functioneren.
Hartruis: als de kleppen niet goed sluiten. Een gaatje in de wand tussen de
boezems of de kamers kan dit ook veroorzaken.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ElenavanVliet. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.