Human Learning Leren & Cognitie Notes
Chapter 4: Applications of behaviorist principles
Applying behaviorist principles to classroom management
o Goed gedrag moet beloond worden en negatief gedrag gestraft
Creating a productive classroom climate
o Alle concepten rondom school en presteren in goeie sfeer, voor goede gevoel,
connectie in brein en motivatie
o Klassieke conditionering, moeilijk terug te brengen
o Studenten moeten ook mislukking meemaken om te leren hoe ze daar mee moeten
omgaan
o Je leert evenveel van je fouten als je goede punten
Concerns about using reinforcement and punishment in classroom settings
Mythes hierover
1. Reinforcement is omkoping:
2. Reinforcement leidt tot afhankelijkheid van concrete, externe beloningen voor
gepast gedrag
3. Een bepaalde student reinforcer geven dat ze het goed doet, impliceert dat de
andere student het fout doet (doe het prive, of doe het bij iedereen)
4. Straf reduceert het zelfvertrouwen (geldt voor vernedering, psychologische straf)
5. Het elimineren van een probleemgedrag, elimineert niet de onderliggende oorzaak
vh gedrag; dus kunnen andere gedragsuitingen van die onderliggende oorzaak
verschijnen
Genuine concerns
1. Het aanmoedigen van productief gedrag door middel van alleen bekrachtiging
negeert cognitieve factoren die het leren zouden kunnen belemmeren
2. Versterking van bepaald gedrag kan op de lange termijn het maximale leren en
presteren in de weg staan (cheaten wordt hier gauw een optie)
3. Extrinsieke bekrachtiging van persoonlijk plezierig gedrag kan de intrinsiek
versterkende effecten van gedrag ondermijnen
- Voorbeeld: kinderen die een prijs krijgen voor een bepaalde opdracht, doen deze
opdracht daarna minder graag als ze er geen prijs meer voor krijgen
- Extrinsieke reinforcers ondermijnen intrinsieke motivatie meestal als:
- A. initiële interesse in een activiteit is groot
- B. nieuw aangeboden bekrachtigers tastbaar zijn
- C. mensen van tevoren weten dat er een reinforcers komt
- D. gewoon de activiteit doen - in plaats van het goed te doen - wordt versterkt
4. Een gestraft gedrag wordt niet vergeten en kan terugkeren: Straf onderdrukt een
reactie: het maakt de reactie minder waarschijnlijk. Dit onderdrukkingseffect is
echter vaak slechts tijdelijk: het gestrafte gedrag kan uiteindelijk weer verschijnen,
misschien wanneer de straf stopt of wanneer de bestraffer afwezig is
, 5. Straf kan negatieve bijwerkingen hebben (fysieke straf, slaag, harde psychologische
straffen TUURLIJK), angst kan een gevolg zijn van klassieke conditionering vd straf
Wanneer een leraar bijvoorbeeld een student straft, kan die straf (de UCS) worden
geassocieerd met de leraar, de taak of de klas, die vervolgens allemaal
geconditioneerde stimuli (CS's) kunnen worden die angst en angst opwekken (CR's).
6. Het verbeteren van gedrag in de ene context kan leiden tot frequentere
gedragsproblemen in een andere context.
- Behavioral contrast= Wanneer bekrachtiging of straf consequent wordt gebruikt
in de ene situatie, kan het algehele gedrag in die situatie verbeteren, maar in
andere afnemen
Using reinforcement to increase productive behaviors
Strategieën van effectief gebruik reinforcement
1. Geef vooraf gewenst gedrag(en) op
- Terminal behaviour= het gewenste eindresultaat
- Het geven van tussendoelen om het grote doel te bereiken
- Specifiek zijn bij taken geven als docent
2. Identificeer gevolgen die echt versterkend zijn voor elke leerling
- Echter niet ALLES werkt bij ALLE leerlingen
3. Zorg ervoor dat leerlingen meer winnen dan verliezen door hun gedrag te
veranderen
4. Beschrijf expliciet de onvoorziene omstandigheden van de reactie
- Reinforcement meer effectief als wanneer leerlingen precies weten welke
gevolgen verschillende gedragingen zullen hebben
- Contigency contract (noodcontract)= een overeenkomst die bepaalde
verwachtingen voor de student specificeert (het terminale gedrag) en de
consequenties van het voldoen aan die verwachtingen (de reinforcer).
5. Dien consequent reinforcement toe
6. Geleidelijk vormgeven aan complex gedrag
- Stapje voor stapje m.b.v. reinforcers komen tot het bereiken van het terminale
gedrag, i.p.v. een te grote taak vereisen
7. Zorg er bij het publiekelijk voor geven van versterking voor dat alle leerlingen de kans
krijgen om het te verdienen
8. Gebruik objectieve criteria om de voortgang te bewaken
- Baseline= de frequentie van een gedrag voordat de reinforcer begint
9. Bevorder het vermogen om bevrediging uit te stellen
10. Zodra het terminale gedrag zich regelmatig voordoet, moet u de leerlingen geleidelijk
afleiden van extrinsieke reinforcers
- Laat het terminale gedrag reinforced worden door intrinsieke motivatie
,Strategies for decreasing undesirable behaviors – 4 manieren
1. Uitstervende, vervaging in reactive
- Ervoor zorgen dat een bepaalde reactie niet langer tot reinforcers leidt
- Niet altijd mogelijk, want:
- A. het is niet altijd mogelijk om het specifieke gevolg te identificeren dat een
reactie daadwerkelijk versterkt
- B. verschillende bekrachtigers kunnen een reactie in stand houden, waaronder
enkele die moeilijk te verwijderen zijn
- C. zelfs als alle bronnen van versterking kunnen worden verwijderd, kan het
gedrag in eerste instantie een uitbarsting van uitsterven vertonen, die in
frequentie toeneemt voordat het begint af te nemen
- D. uitgedoofd gedrag vertoont soms spontaan herstel en duikt later weer op,
misschien in een andere context
- E. sommige reacties kunnen bijzonder resistent zijn tegen uitsterven omdat ze
eerder zijn versterkt volgens een intermitterend schema
2. Niet-contingente reinforcement presenteren
- Op onvoorspelbare tijden/ regelmatige pauzes van moeilijke taken leiden tot
afname ongepast gedrag
- Nadeel: gewenste gedrag wordt zo niet aangeleerd
3. Reinforcing ander gedrag
- Bepaald gedrag reinforcen en tegelijkertijd ervoor zorgen dat het te elimineren
gedrag niet gereinforced wordt
- Nadeel: tijdens dit proces kan een kind buiten de gedragingen waar het om gaat
ander ongepast gedrag vertonen maar toch een beloning krijgen
- Incompatible behaviour= Het uitvoeren van een van deze gedragingen maakt het
vrijwel onmogelijk om deel te nemen aan het gedrag dat moet worden
verminderd of geëlimineerd.
4. Straf geven
- Reduceren van ongepast gedrag, vaak gebruikt om erge schade te voorkomen
- Kies een "straf" die echt strafbaar is zonder overdreven streng te zijn
- Vertel welk gedrag gestraft wordt
- Aanwijzen, herinneren= leerlingen herinneren aan gedrag dat eerder als
verboden is beschreven
- Niet bluffen bij het zeggen dat je straf krijgt, kind krijgt indruk: ‘dat zegt ze alleen
maar, ik krijg toch geen straf’
- Beschrijf ongepast gedrag, in concrete duidelijke taal
- Als het mogelijk is, dien straf direct na het voorkomen van ongepast gedrag toe
- Geef straf in de context van een warme, veilige omgeving
- Leg uit waarom bepaald gedrag onacceptabel is
- Wees consistent met het geven van straf, over tijd en context
- Pas de omgeving aan zodat wangedrag minder snel voorkomt (de kletsende
kinderen bijv. uit elkaar halen)
- Leer en reinforce WEL gepast gedrag
, Applied Behaviour Analysis (ABA) – effectieve benadering van interveren bij hardnekkig en
contraproductief probleem gedrag
Frequently used ABA strategies
1. Gedragingen die de focus van een interventie zijn, worden geïdentificeerd in
waarneembare, meetbare termen
2. Doelgedrag wordt zowel voor als tijdens de interventie gemeten
- Effectiviteit interventie meten
3. Omgevingsomstandigheden die mogelijk probleemgedrag in de hand werken,
worden geïdentificeerd
- Antecedenten: stimuli en gebeurtenissen die de persoon tegenkomt
- Gedrag: reacties die de persoon vervolgens maakt
- Gevolgen: prikkels en gebeurtenissen die direct volgen op het gedrag
4. Er wordt een specifiek interventie- of behandelplan ontwikkeld en uitgevoerd
5. De behandeling wordt gecontroleerd op effectiviteit naarmate deze vordert en wordt
indien nodig aangepast
6. Er worden maatregelen genomen om de veralgemening van nieuw verworven gedrag
te bevorderen
7. De behandeling wordt afgebouwd nadat het gewenste gedrag is verworven
Using ABA in large groups
1. Groep onvoorspelbaarheid interventie
- Multiple baseline approach, begin de interventie op verschillende dagen
- Maak switch tussen reinforcement en nonreinforcement
- Alleen effectief als iedereen in de groep het gewenste gedrag vertoont/
ongewenste gedrag niet vertoont, want beloning en straf geldt voor de hele
groep
2. Token economy
- Individuen die zich gepast gedragen, worden versterkt met token-versterkers die
later kunnen worden ingeruild voor back-up-versterkers, dit zijn objecten of
privileges naar keuze van elke persoon
- Uitleg en beschrijving nodig van het gedrag dat reinforced wordt
- Variatie in back-up reinforcers die ingeruild kunnen worden (extra pause, Cadeau
etc.)
- Een "winkel" waar de back-upversterkers kunnen worden "gekocht"
- 2 voordelen: directe vorm van reinforcement + de variatie in back-up reinforcers
zorgt dat het voor iedereen aanspreekt en effectief is
3. Schoolwide positive behaviour support
- Expliciet aanleren en omschrijven van gepast gedrag
- Curriculum maken van studenten hun doelen en benodigdheden
- Studenten de mogelijkheid geven om keuzes te maken
- Studenten regelmatig beloningen geven voor hun gepaste gedrag
- Meerdere soorten en niveaus van hulp aanbieden
- Dit soort interventies monitoren en feedback geven
