Kritische Beroepssituatie
Urineweginfectie
Naam student: Gaby van der Meer
Studentnummer: 1001215
Klas: 21-OVK-220
Stage: Leerjaar 2
Stagecode: OVK2SSTG01
Datum: 21 februari – 8 juli
Stage-instelling: Stichting Humanitas
Stage-afdeling: De Kades, PG-afdeling, Gerard Goosenflat
Naam en contactgegevens werkbegeleider(s):
Karin Kreft: KKreft@stichtinghumanitas.nl en Berit Nieuwendam: 400100997@student.albeda.nl
Naam en contactgegevens praktijkopleider:
Margriet Preesman, MPreesman@stichtinghumanitas.nl
Naam en contactgegevens instellingsdocent:
Nelida Sanches, n.i.sanches@hr.nl
, Kritische Beroepssituatie
Situatie
Op 1 juni 2022 liep ik stage op de eerste verdieping van de Kades in de Gerard Goosenflat. Deze
afdeling heeft te maken met Psychogeriatrische zorgvragers. Het doel van de zorg op de afdeling is
het bieden van persoonlijke verzorging, geborgenheid, veiligheid, kwaliteit in het leven waar
mogelijk. De betrokken zorgvrager is Mw V., 87 jaar. Mw is vanuit het ziekenhuis opgenomen in
verband met een sepsis bij diverticulitis en een urineweginfectie. Wegens overbelasting van de
mantelzorger kon er thuis niet meer voor Mw gezorgd worden. Mw heeft hulp nodig bij de ADL, is
verminderd mobiel en Mw maakt gebruik van een rollator en een rolstoel, hierbij is Mw
valgevaarlijk. Verder heeft Mw COPD, Hypertensie, Epilepsie en verminderde nierfunctie.
Het moment speelde zich gedurende de dagdienst af. Ik was samen op de afdeling met twee
collega’s.
Taak
Mijn taak als verpleegkundige in de situatie is om de zorg rondom de zorgvrager te coördineren
(C.12). Hierbij is mijn taak als verpleegkundige om gezondheidsrisico’s te signaleren, de resultaten
van de zorgverlening te monitoren en te evalueren, actie te nemen bij verhoogd risico (C.1, C.10).
Verder is het mijn taak om zorgvuldig om te gaan met andere beroepsbeoefenaren en mijn
bekwaamheid en bevoegdheid aan te geven bij collega’s (C.6, C.16). Ook is het mijn taak als
verpleegkundige om mij te ontwikkelen als Evidence Based Practice professional (C.7, C.8, C.9).
Actie
Tijdens de overdracht vertelde de collega van de nachtdienst dat Mw V. last had van veel naar het
toilet moeten, waarbij Mw geen urine productie had (loze aandrang). Hierbij kwam bij mij gelijk
het idee van een eventuele urineweginfectie naar boven. Ik had voor een eerdere zorgvrager in
het zakboek Verpleegkundige Diagnosen van Carpenito (2018) gekeken naar welke
verpleegkundige diagnose hoort bij dit soort symptomen, hierbij hoort de verpleegkundige
diagnose: afwijkende mictie (C.1, C.10). Tijdens de overdracht deed ik het voorstel om Mw haar
urine te strippen via de Comburtest (C.10). Dit heb ik verder met mijn collega’s opgepakt. Hierbij
heb ik aangegeven dat ik graag de zorg rondom Mw V. wilde coördineren door de ADL van Mw op
mij te nemen, de arts te bellen voor toestemming voor de Comburtest, de Comburtest af te
nemen en eventuele andere zaken rondom Mw te regelen (C.6, C.11, C.12). Hierbij heb ik heb ik
ook gevraagd of mijn collega feedback zou willen geven op het gesprek met de arts en heb ik
afgesproken met mijn collega dat ik om hulp zou vragen waar dat nodig is (C.9, C.16). Na de
overdracht ben ik gestart met het bellen naar de arts voor toestemming voor het urinestrippen,
zodat ik Mw erna zou kunnen helpen met de ADL en meteen urine op zou kunnen vangen. Ik ben
apart gaan zitten samen met de collega die mee zou luisteren voor feedback op mijn gesprek (C.9).
Ik belde de arts en gaf aan dat Mw vaak aandrang heeft om te urineren, maar niet kan urineren of
kleine beetjes urineert. Hierbij heb ik de vraag gesteld of wij de urine van Mw mochten strippen
(C.6). Hierbij heeft de arts besloten dat Mw haar urine gestript mocht worden en dat er een kweek
afgenomen moest worden. De kweek moest afgenomen worden in verband met dat Mw resistent
is voor vele antibiotica. Na het gesprek heb ik mijn collega een feedbackformulier in laten vullen
en heb ik gevraagd hoe het gesprek met de arts ging (C.9). Hoewel ik urine al eerder gestript had
en bij bekwaam en bevoegd voelde, heb ik voordat ik naar Mw toe ben gegaan het protocol voor
urinestrippen opgezocht op de site van Vilans (C.14, C15, C16). Ook heb ik het protocol nogmaals
opgezocht zodat ik met zekerheid kon zeggen dat ik veilig en verantwoordelijk te werk ben gegaan
(C.13). Na de toestemming en het bestuderen van het protocol voor urinestrippen ben ik bij Mw
gaan kijken of zij al wakker was en of zij al uit bed wilde. Ik heb Mw uit bed gehaald en ben met
Mw naar de badkamer gelopen. Ik heb Mw gevraagd of zij het goed vindt dat ik haar urine opvang
en uitgelegd dat wij Mw haar urine moeten opvangen om te kijken of zij een urineweginfectie
Gaby van der Meer, 1001215