Hoorcollege Zenuwen, sensoriek & autonoom zenuwstelsel
Centraal en perifeer zenuwstelsel =
- centraal = hersenen en ruggengraat
- perifeer = verbinding tussen het centrale stelsel en het
lichaam. Het zorgt ervoor dat informatie van de organen,
zintuigen en spieren bij het centrale zenuwstelsel komt.
Somatisch en visceraal =
- somatische stelsel = centraal = willekeurig (skeletspieren)
- viscerale (autonome) stelsel = perifeer = onwillekeurig
(regeling organen)
Animaal en vegetatief =
- animaal (somatisch) = bewust en willekeurig, je houding
- vegetatief (visceraal)= onwikkekeurig, organen
Dus
- somatisch = animaal = willekeurig (motorisch -> beweging, sensorisch -> gevoel)
- autonoom = visceraal = vegetatief = onwillekeurig
Autonoom zenuwstelsel =
- Onwillekeurige zenuwstelsel
- regeling organen
- sympaticus en parasympaticus
Ascenderend en descenderend =
- ascenderend (sensorisch gevoel) = omhoog/ stijging van prikkeling (van vingers naar
hersenen)
- descenderend (motorische beweging) = omlaag/ daling van prikkeling (van hersenen naar
de vingers)
Afferent en efferent =
- afferent = opstijgende zenuw
- efferent = dalende zenuw
Sensorisch en motorisch =
- sensorisch = gevoel
- motorisch = beweging
Exteroceptie =
- receptoren in de huid, waarmee je aan de buitenkant pijn of de tastzin kan voelen
Proprioceptie =
- receptoren in spieren, gewrichten, botten
-> diepte gevoel in je lichaam (als je bijv je ogen dicht doet)
,Somatosensoriek =
- huid-, houdings- en bewegingsgevoel
Sensibiliteit =
- gevoelig
- gevoel voor zowel de patiënt als de huidtherapeut (bijv pijngrens cliënt/ soms koeling nodig
na behandeling/ even aanraking bij cliënt stelt als geruststelling)
Vitale en gnostische sensibiliteit =
- vitale sensibiliteit = oppervlakkig in de huid
- gnostische sensibiliteit = diep in de gewrichten en spieren
1.Sensorische velden =
3 soorten neuronen?
Axon/neuriet?
2.Centrale verwerking van prikkels =
- in de hersenen? Via ruggengraat naar de hersenen (van perifeer naar centraal)
Verschillen tussen de somatische en vegetatieve delen van het zenuwstelsel:
- Somatisch is centraal, sensorisch (gevoel), willekeurig -> skelet, spieren
- Vegetatief is perifeer, motorisch (bewegen), onwillekeurig -> organen
Globale omschrijving van de functie van het autonoom zenuwstelsel:
- Het autonome zenuwstelsel houdt zich bezig met de homeostase van de organen, wat
automatisch gebeurt en je niet zelf kunt beïnvloeden
Verschillen tussen het sympatische en parasympatische deel van het autonoom
zenuwstelsel:
- sympatisch = als je actief bent, stress, hart sneller kloppen/ sneller ademhalen (zodat
andere organen kunnen rusten), remt spijsvertering, bloed moet naar spieren, activeert
zweten
- parasympatisch = in rust, gericht op groei en herstel, doorbloeding wordt gestimuleerd,
activeert spijsvertering, remt zweten
Hoe wordt de huid beïnvloed door het autonome zenuwstelsel, wat doet de parasympaticus
en wat de sympaticus?
-sympaticus: bleekheid (bloed moet naar spieren), zweetkliertjes actief, vasoconstrictie
-parasympaticus: doorbloeding wordt gestimuleerd (roodheid), zweetkliertjes non actief,
vasodilatatie
Vragen:
1. Wat valt onder de sensorische velden?
2. Waar vindt de centrale verwerking van prikkels plaats?
3. parasympatisch remt zweten, hoe zit dat dan bij mensen die heel erg zweten in hun slaap
(niet denkend aan warmte), kan je ook stress in je slaap hebben?
, Samenvatting
- 12 zenuwen in het gezicht
Nervus facialis (7e zenuw)/ aangezichtszenuw
- innervatie mimische musculatuur (alle kleine spiertjes in het gezicht)
- zorgt voor de uitdrukking op je gezicht
- (gezichtsverlamming)
Nervus trigeminus (5e zenuw)
-zorgt voor gevoel in het gezicht
Signalen= manier waarop cellen communiceren
Snelle -> zenuwstelsel
Langzame -> hormonaal, endocriene stelsel
Functie zenuwstelsel
Besturing andere organen
Reactie van het lichaam op de omgeving
Geest/ psyche (karakter, eigenschap)
Indeling zenuwstelsel
Anatomische indeling (structuur, bouw)
Centraal -> hersenen, ruggenmerg (omgeven door bot)
Perifeer -> 12 hersenzenuwen, 31/32 spinale zenuwen (niet door bot omgeven)
Fysiologische indeling (functie)
Animaal = Somatisch (willekeurig)
o Motorisch (beweging), sensorisch (gevoel)
Autonoom = Vegetatief, viscerale (onwillekeurig)
o Sympathisch, parasympatisch
Indelingen van het zenuwstelsel
Centraal – perifeer
Sensorisch – motorisch
Animaal – vegetatief
Somatisch – visceraal
Willekeurig – onwillekeurig
Anatomische indeling
CZS (centraal zenuwstelsel)
Hersenen, ruggenmerg
Benig omhulsel
Veel meer neuronen (neuronen zorgen voor grijze structuur)
Grotere deel