Hoofdstuk 1. De rol van inkoop binnen de keten van vraag en
aanbod
1.1 Introductie
- Inkoopdoelstellingen zijn een afgeleide van organisatiedoelstellingen
1.2 Inkoop in de keten van vraag en aanbod
- Inkoopvraag ontstaat wanneer een organisatie besluit om goederen of diensten die nodig
zijn voor de bedrijfsuitvoering uit te besteden: make-or-buy
Waardeperspectieven – Het Propeller Model
- 2 vragen:
1. Voor wie voegt een bedrijf waarde toe?
a. Klantwaarde – afstemming tussen klantwensen, marktmogelijkheden en
kwaliteiten en capaciteiten van het eigen bedrijf (producten op basis van
vooruitstrevende technologie, product koppelen aan slimme technologie, goede
kwaliteit + lage prijs)
b. Maatschappelijke waarde – ethische normen en waarden, ecologische waarden
en sociale waarden
c. Aandeelhouderswaarde – waarde op basis van de financiële resultaten van het
bedrijf afgeleid van het verdienvermogen en de risico’s verbonden aan de
bedrijfsvoering
2. Hoe kan een bedrijf hierin succesvol zijn?
a. Marktgerichtheid – interne processen richten op de klant
b. Innovatie – voordeel voor de klant door ontwikkeling en aanpassing
c. Duurzaamheid – MVO
Ketenperspectief – Het Porter-model
- Porter kijkt niet naar één bedrijf, maar ziet het voortbrengingsproces als geheel van
activiteiten gericht op ontwerpen, produceren, verkopen, leveren en onderhouden van een
product of dienst voor de afnemers
- Waardecreatie & marge
- Primaire activiteiten – fysieke transformatie en distributie van eindproducten
o Inkomende logistiek: ingangs- en kwaliteitscontrole, opslag, voorraadbeheer
o Productie
o Uitgaande logistiek
o Marketing en verkoop: voorbereiden en uitvoeren verkooptransacties
o Service: zorgen dat het product doet wat het moet doen – installatie, reparatie, etc.
- Ondersteunende activiteiten – voortgang primair proces
o Inkoop en bevoorrading (procurement)
o Technologie en ontwikkeling
o Personeelsmanagement
o Infrastructuur organisatie: activiteiten die gericht zijn op de ondersteuning van alle
processen – financiële administratie, facilitair management, etc.
- Inkoop richt zich op het voorzien in het primaire én secundaire proces
1.3 Definities en begripsafbakening
Bestellen = het rechtstreeks in de catalogus van een leverancier plaatsen van een opdracht tot
levering
, Kopen = als aan de opdracht tot levering enige marktverkenning vooraf is gegaan en er is
onderhandeld over condities
Purchasing (inkopen) = specificeren van wat gekocht moet worden, marktverkenning, selecteren
beste leverancier, contracteren incl. voeren onderhandelingen, bestellen en bewaken
behoeften centraal, niet wensen
(Public) procurement (inkopen) = alle activiteiten gericht op het beheersen en sturen van de
stroom van inkomende goederen en diensten vanaf het moment dat deze de leveranciers
verlaten tot en met het ge- of verbruik in de organisatie baseren op total cost of ownership
Supply = purchasing inclusief voorraadbeheer en transport = bevoorrading
Sourcing = marktonderzoek naar potentiële leveringsbronnen, het verzekeren van de continuïteit
van toelevering, zoeken naar alternatieven, up-to-date houden van marktkennis
Supply chain management = ketenmanagement = optimaliseren van alle activiteiten tussen de
diverse partners die onderdeel uitmaken van dezelfde voortbrengingsketen
Value chain management = variant supply chain management – richten op maximale waarde
voor de eindconsument
De inkoopfunctie heeft betrekking op de inrichting en uitvoering van het inkoopproces en
betreft het van externe bronnen betrekken van alle goederen en diensten die noodzakelijk zijn
voor de bedrijfsvoering en de instandhouding van een organisatie tegen de meest gunstige
voorwaarden.
Lineaire inkoopproces van Van Weele (schema!)
1. Tactische/ initiële inkoopfunctie
- Specificeren
- Selecteren
- Contracteren
2. Operationele inkoopfunctie/ bestellings- of verwervingsfunctie
- Bestellen
- Bewaken
- Ordernazorg en evaluatie
Inkoopmanagement = richt zich op het organiseren, structuren en gericht verbeteren van de
inkoopprocessen binnen een organisatie en tussen de organisatie en de leveranciers
1.4 Het cyclisch inkoopproces
- Van Berkel & Van Weele
1. Strategie
= het inkoopteam wordt samengesteld en de strategie op productgroep of inkooppakket
komt tot stand
- Analyse samenstelling inkooppakket en samenstelling en ontwikkelingen leveranciersmarkt
2. Inkooptraject
= specificeren, selecteren en contracteren van het lineair inkoopproces
- Strategie omzetten in een concreet inkooptraject
3. Implementatie
- Goede implementatie en opvolging
4. Beheer
= operationele inkoop en contractbeheer en het contract- en leveranciersmanagement
- Bestellen-bewaken-nazorg
, Voorwaarde stakeholdersmanagment
- Collega’s, medewerkers van leveranciers, etc. meenemen in het inkoopproces (soft skill)
- Vakkennis (hard skill)
Voorwaarde risicomanagement
- Kennen van de effecten van onzekerheden op het inkooppakketniveau en het
leveranciersniveau
1.5 Inkoop voor bedrijven op publieke instellingen
Verschillen tussen inkoop voor bedrijven en publieke instellingen:
1. Politieke omgeving – andere doelstellingen
2. Veel verschillende en mogelijk conflicterende doelstellingen
3. Budgetoriëntatie – publieke sector kan geen extra opbrengsten realiseren door meer inzet
1.6 Het belang van goed inkopen
Inkoopquote = het aandeel dat de totale kosten van de ingekochte goederen en diensten
hebben, uitgedrukt in een percentage van de totale kosten of de omzet van een bedrijf
- DuPont-chart laat zien welk effect inkoopbesparingen hebben op het rendement van een
bedrijf aandeelhouderswaardeperspectief
1.7 Inkoop goederenclassificatie
- Directe of indirecte inkoop
- Capex = capital expenditure – investeringen
- Opex = operational expenditure – kosten die samenhangen met de bedrijfsvoering
- Grondstoffen
- Halffabrikaten
- Componenten = goederen die geen fysieke verandering meer ondergaan, maar door
samenvoeging met andere componenten, waarmee ze een functionele relatie hebben, mede
het eindproduct vormen
- Gereed product
- Hulpstoffen = goederen die niet fysiek in het eindproduct terug zijn te vinden, maar wel zijn
gebruikt tijdens het productieproces
- Indirecte- of verbruiksgoederen = goederen die noodzakelijk zijn voor het functioneren van
een organisatie in het algemeen
- Diensten
- Investeringsgoederen = goederen die worden afgeschreven over een periode van meerdere
boekjaren
1.8 Trends en ontwikkelingen
- De waardepropositie naar de klant verandert – meer combineren
- Productontwikkeling
- Ketens veranderen snel
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mariaidadj45. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.