100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Kennis Basis Nederlands . €4,49   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Kennis Basis Nederlands .

 12 keer bekeken  1 keer verkocht

Haal je toets met deze samenvatting. Alle termen zijn erin opgenomen en is makkelijk te leren.

Voorbeeld 2 van de 5  pagina's

  • 6 november 2022
  • 5
  • 2018/2019
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (5)
avatar-seller
Dejavu
Kennisbasis Nederlands
- Foneem: Spraakklank (wat je hoort), er zijn er 34 totaal ( o.a.: b, i, r, eu, ei, ng)
- Grafeem: Een letter of letter combinatie (wat staat geschreven).
Voorbeeld: Koffer: heeft 6 grafemen (k-o-f-f-e-r) maar heeft 5 fonemen (k-o-f-e-r). Je hoort
namelijk maar één ‘f’.
- Fonologisch principe/ beginsel van standaard uitspraak: schrijven zoals je het zegt.
Voorbeeld: KAT, KAAK, deze woorden noemen we klankzuiver.

- Morfeem: woorddelen; onwijs = on / wijs, heeft twee morfemen.
- Vrije morfemen: morfemen die als woord voorkomen.
- Gebonden morfemen: voorvoegsels (on, be, ge, ver) en achtervoegsels (-ig, -heid).
- Morfologisch principe is op te delen in twee regels:
 Regel van de gelijkvormigheid: een woord, voor- of achtervoegsel wordt altijd op dezelfde
manier geschreven. (het is onttrekken, want het is ook onteigenen)
 Regel van de overeenkomst: opbouw van een woord in de spelling wordt duidelijk.
(het is grootte, want het is ook lengte. Het is hij vindt, want het is ook hij loopt.)
- Etymologisch principe: hij/hei, rauw/rouw. Maar ook leenwoorden als; interview, radio.
Deze woorden kan je niet beredeneren, deze moet je gewoon onthouden.

- Homofonen: woorden met dezelfde uitspraak maar een andere betekenis, andere
schrijfwijze (wij/wei).
- Homoniemen: woorden met dezelfde uitspraak en schriftelijke weergave, maar een andere
betekenis (bank)
- Homograaf: een begrip dat aangeeft dat twee woorden, hoewel hetzelfde geschreven,
verschillend worden uitgesproken Voorbeeld: `Bédelen en bedélen zijn homografen.
- Hyponiemen: een woord dat behoort tot een verzameling van vergelijkbare woorden die
met een algemenere term wordt aangeduid Voorbeeld: `Bordeaux, port en sherry zijn
hyponiemen van wijn, dat op zijn beurt weer een hyponiem is van drank. `
- Antoniemen: Een woord met een tegengestelde betekenis. 'Mooi' is een antoniem van
'lelijk', en 'lelijk' een antoniem van 'mooi'.
- Polysemie: hetzelfde woord kan in een andere context leiden tot een verschil in betekenis.
Wel dezelfde algemene betekenis maar een andere nuance.

- Syllabe: klankstuk, anders dan en morfeem want een syllabe heeft geen betekenis. We
zeggen loo/pun en ba/kur. Lettergreep is anders dan is het bak-ker.
- Syllabisch principe: twee regels:
 verenkelingsregels: raamen = ramen
 verdubbelingsregel: kofer = koffer
Uitzondering: mee, zee (anders wordt het gek met me en ze)

- Akoestische identiteit: hoe het klinkt
- Articulatorisch identiteit: hoe je het uitspreekt
- Fonologisch identiteit: Akoestische en articulatorisch samen (is nml moeilijk onderscheid in
te maken)

, - Morfologische identiteit: weten hoe woorden zijn opgebouwd, dus de goede schrijfwijze (je
hoort ‘poskantoor’ maar het is ‘post – kantoor’.)
- Semantische identiteit: betekenis van een woord zoals omschreven in het woordenboek.
- Syntactische identiteit: mogelijkheden om met andere woorden gecombineerd te woorden.
We weten hoe we /vint\ schrijven wanneer we weten dat het hij vindt is.
- Orthografische identiteit: de spelling van een woord.

- Auditieve objectivatie: letten op de klank en niet op de betekenis
(bijv. als je kleuter vraagt welk woord langer is; trein of vrachtwagen zegt hij waarschijnlijk
trein. Zij denken niet in klanken nog, maar hebben betekenis in hun hoofd)
- Auditieve discriminatie: verschil horen tussen klanken en woorden. (moeilijk is verschil
tussen pet en pit, bot en boot, pak en bak. Maar ook verschil tussen s en z)
- Auditieve analyse: een woord in klanken splitsen (T-A-K).
- Auditieve synthese: losse klanken samenvoegen tot een woord (t-a-k, tak).
- Temporeel ordenen: volgorde van klanken te onthouden (dorp-drop)
- Klankpositie bepalen: aangeven waar je de klank in een woord hoort (vooraan, achteraan, in
het midden)

- Visuele discriminatie: verschil zien tussen letters en woorden (d/p, ie/ei).
- Visuele analyse: letters in een woord herkennen.
- Visuele synthese: losse letters samenvoegen tot een woord.
- Spationeel ordenen: volgorde van letters onthouden.
- Letterpositie bepalen: aangeven wat de plaats van een letter is een woord (vooraan,
achteraan).

- Kennis van begrippen: instructiebegrippen als voor, achter en letter kennen.
- Letterkennis: koppeling tussen foneem en grafeem kennen. (beer, maar je zegt bir).

- Generaliseren: één regel toepassen op de rest. (hij vindt, hij loopt, hij kijkt)
- Interferentie: toepassen van regels bij taal die bij een andere taal horen.
- Overgeneralisatie: één regel toepassen op alle (bijv: in het meervoud is +en, maar kinden
bestaat niet).
- Contamine: ‘kost duur’ of ‘optelefoneren’.
- Pragmatisch: gebruik van taal.
- Overextensie: alle dieren hond noemen.
- Onderextensie: alleen mijn eigen hond is een hond, de rest van de honden niet.
- Neologisme: nieuw woord dat een kind zelf bedenkt (streepjesvlieg (wesp)).
- Mentale lexicon: woordgeheugen van iemand.

- Communicatief taalonderwijs: leren om goed mondeling en schriftelijk te communiceren.
- Strategisch taalonderwijs: voor het uitvoeren van communicatieve taken moeten leerlingen
leren beheersen.
- Taalgericht taalonderwijs: onderwijs moet plaatsvinden vanuit taken die leerlingen zelf
interessant vinden.
- Interactief taalonderwijs: bij interactief taalonderwijs wordt het leren een sociaal proces.
De kinderen leren van en met elkaar, door bijvoorbeeld samen te lezen, schrijven, de ander

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Dejavu. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 73918 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,49  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen