100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Klankleer 1 samenvatting Nederlands & Taalwetenschap €6,99
In winkelwagen

Samenvatting

Klankleer 1 samenvatting Nederlands & Taalwetenschap

 41 keer bekeken  2 keer verkocht

Samenvatting van Klankleer jaar 1 RUG. Voor taalwetenschap en Nederlands. Duidelijk overzicht van alles wat je moet weten + hoe je elke klank uitspreekt.

Voorbeeld 3 van de 25  pagina's

  • 7 november 2022
  • 25
  • 2021/2022
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
erpit
Klankleer HC1


HC 1;

Onderdelen van klankleer;
Boodschap (spreker bedenkt iets)  taalvorm (syntaxis, morfologie, fonologie)  spraakproductie
(realiseert het in een klankvorm)  spraakgeluid (als spraakgeluid wordt het doorgegeven aan de
luisteraar)  spraakperceptie (luisteraar neemt het spraakgeluid waar)  taalvorm (haalt hij uit het
spraaksignaal)  boodschap (probeert zo de boodschap te begrijpen)

Fonetiek; studie van spraakklanken.
3 onderdelen;
Spraakproductie, spraakgeluid & spraakperceptie.

Een fonoloog is opzoek naar de functie van klanken in de taal, hij wil weten of klankverschillen in de
taal betekenisonderscheid veroorzaken en in wat voor combinaties de klanken voorkomen.
Fonologie is nog voor de spraakproductie.

3 deelgebieden fonetiek;
Articulatorische fonetiek; onderzoekt hoe we spraakklanken maken (ligt de nadruk op dit blok)
Akoestische fonetiek; onderzoekt hoe we spraakklanken als luchtdeeltjestrilling doorgeven.
Perceptieve fonetiek; bestudeert hoe we klanken weer waarnemen.

Toepassingen fonetiek;
- hulpwetenschap bij taalbeschrijving
- basisvak logopedie & zangonderwijs
- onderwijs vreemde talen
- codering van spraak
- spraaksynthese
- omzetting tekst in spraak en v.v.
- hulpmiddelen gehandicapten
- technologische toepassing sprekerherkenning (fonetisch onderzoek)

Dectalk; een firma waarin verschillende stemmen worden gemaakt.

Productie van klanken met een gitaar;


Spierkracht (aanslag) Snaar(trilling) (Trilling van) klankkast




Energiebron Geluidsbron Filter




Toonhoogte, Timbre (klankkleur)
amplitude

,Bron-filtertheorie van geluid;
- Je hebt een energiebron nodig (spierkracht)  brongeluid (door spierkracht wordt snaar in trilling
gebracht)  bij geluidsbron wordt toonhoogte en amplitude bepaald  geluid wordt gefilterd (krijgt
een eigen klankkleur)  de geluidsgolf die we horen.
Bij spraak;
Energiebron; longen
Geluidsbron; stembanden (glottis)
Filter; mond-, keel- en neusholte boven je strottenhoofd.  bepaalt je klankkleur

Glottale component; stembanden/glottis
Subglottale component; longen
Supraglottale component; filter/mond-, keel-, neusholte

Hoofdcomponenten van het spraakproductieapparaat;
Subglottale systeem; de longen met bijbehorende spieren en de luchtwegen onder de larynx
Glottale systeem; Het strottenhoofd (de larynx) met de stembanden.
Supraglottale systeem; de mond-keelholte en de neusholte

Lucht komt uit longen  zet stembanden in trilling  lucht wordt vervormd in neus-, keel-,
mondholte.

Initiatiekenmerken;
Richting van de luchtstroom; De meeste talen kennen alleen klanken die met een naar buiten gerichte
(egressieve) luchtstroom worden geproduceerd, maar er bestaan ook klanken die worden gemaakt op
basis van een naar binnen gerichte (ingressieve) luchtstroom.
- ingressief; t-t-t bij aansporing van een paard.

Luchtstroommechanisme;
- Voor de meeste klanken is de luchtstroom pulmonisch; voortgebracht door de longen. En egressief.
- Ejectieven; gelijktijdige sluiting van de glottis en de mondholte
- clicks; compressie van een kolom lucht voor een afsluiting achter in de mondholte.

1. Je kan klanken indelen naar de manier waarop zij geïnitieerd worden.
2. Je kan klanken indelen naar hun laryngale kenmerken.


Laryngale kenmerken;
Of een klank stemhebbend of stemloos is.
Stemhebbend; een klank die gemaakt wordt met trilling van de stembanden. (d of z)
Stemloos; een klank die gemaakt wordt zonder trilling van de stembanden (t of s)

Aspiratie; pha i.p.v. pa, de stembanden van de klinker worden later in trilling gebracht.

Supralaryngale kenmerken;
Kenmerken van boven de larynx, het strottenhoofd en de stembanden.
Constrictie; vocaal vs consonant.
Consonanten/medeklinkers; klanken die gemaakt worden door ergens in de mond-keelholte
(bijvoorbeeld met de tong) een zodanige vernauwing aan te brengen dat de luchtstroom turbulent of
zelfs voor korte perioden onderbroken raakt.
Vocalen/klinkers; Klanken waarbij de vernauwing afwezig of gering is, zodat de luchtstroom
ononderbroken en gelijkmatig blijft voor de duur van de klank.

Anatomie van de spraakproductie;
I. Luchtpijp; lucht uit de longen gaat hierdoor omhoog

, II. Larynx/strottenhoofd; zorgt ervoor dat er bijv. geen water of eten door de luchtpijp naar de
longen loopt. Luchtpijp licht naast de slokdarm. Ook als er toch per ongeluk wat eten in de
luchtpijp komt kan dit eruit gehoest worden.
III. Stembanden; liggen binnen in de larynx.
IV. Glottis; ligt tussen de stembanden. (combinatie van stembanden en lucht hiertussen)
V. Epiglottis; ligt boven de larynx, dit is een soort klepje dat ervoor zorgt dat de luchtpijp
afgesloten wordt als je voedsel doorslikt.
VI. Mondkeelneusholte; het filter waarmee we klanken articuleren
VII. Mondholte
- palatum/hard gehemelte; gaat je tong hierheen dan maak je palatale klanken (J)
- velum/zacht gehemelte; gaat je tong hierheen, dan maak je velaire klanken. (G)
- alveolaire gebied/tandkassen; maak je alveolaire klanken (S)
VIII. Tong
- tongpunt
- tongblad; bovenkant tong vooraan
- tongrug; bovenkant tong achteraan
- dorsaal; bovenkant tong
- laminaal; voorkant tong
- radicaal; achterkant tong

Articulatorische classificatie van consonanten;
I. Glottaal; gemaakt bij de glottis (na-apen)
II. Faryngaal; in de keelwand, klanken zoals de ‘h’ (huh)
III. Uvulair; gemaakt bij de huig (huig-r)
IV. Velair; gemaakt door dorsaal (zachte gedeelte tong) naar zachte gehemelte te brengen ‘k’(ku)
V. Palataal; dorsaal naar palatum/hard gehemelte (j)
VI. Postalveolair; laminale gebied van de tong naar boven/voren ‘g’ (zachte g)
VII. Alveolair; tongpunt naar de boventandkas (t & s)
VIII. Labiodentaal; boventanden op onderlip (f van fiets)
IX. Bilabiaal; beide lippen (p)
X. Sub-apicaal; tongpunt iets naar achter trekken (r in real) komt in NL niet voor.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper erpit. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,99  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd