Niets is meer specifiek menselijk dan de kennis van taal.
- over het algemeen wordt een regelmatig verloop van de verwerving gevolgd, dat niet bepaald wordt
door veranderingen in de omgeving. Bijv. deels doofheid etc. hoeft dit niet te verhinderen.
Het taalprogramma kan niet volledig aangeboren zijn, aangezien kinderen niet voorgeprogrammeerd
geboren worden om een specifieke taal te leren. Elke taal in de wereld is even makkelijk te verwerven,
maar als je niet aan een taal wordt blootgesteld leer je die taal niet.
Ontwikkelingsonderzoek; het verloop van de taalverwerving in de tijd wordt empirisch beschreven
Logische benadering; het probleem van taalverwerving wordt formeel geanalyseerd.
Taalverwerving is inherent computationeel en staat dus even centraal in de cognitiewetenschap als de
cognitiewetenschap dat is. Taalverwerving is niet herleidbaar tot veranderingen in de fundamentele
cognitieve architectuur voor taal.
Epistemologie; hoe is het mogelijk dat de menselijke geest zoveel te weten komt, gebaseerd op
beperkt, divers en ongestructureerd bewijsmateriaal. En in hoeverre is aangeborenheid noodzakelijk
om dit probleem op te lossen.
Computerwetenschap; de fundamentele wetenschap van de complexe kennisberekening
Psychologie; het centrale doel is de karakterisering van de menselijke intelligentie.
Taal is een vorm van zenden en ontvangen, het komt vanuit het cognitieve systeem in onze hersenen.
De psychologische concepten die in de geest worden gerepresenteerd, worden verbonden met talige
klanken die worden weerspiegeld in een fysiologisch proces. De hersenen zenden een impuls die
overeenkomt met het (geluids)beeld naar de organen die worden gebruikt om geluiden te produceren.
dit wordt vervolgd door omzetting in de fysieke geluidsgolven die op hun beurt moeten worden
ontvangen door een toehoorder en omgekeerd omgezet in psychologische concepten die in de geest
worden gerepresenteerd.
Taalsysteem zit in ons brein, maar niet alleen in ons brein.
- I-language; het interne systeem van een taalgebruiker, de taalkennis in de mind van een
individu, taal in de hersenen.
- E-language; de externe weerspiegeling van taal, een verzameling taalvormen.
Wij bestuderen vooral de I-language
Eigenschappen van taal;
- symbolisch; je spreekt met elkaar af dat we bijv. een tafel een tafel noemen. Symbolen gelinkt aan
klanken. niet alleen verwijzing naar concrete specifieke objecten in het hier en nu. Ook naar
verleden, toekomst, wat mogelijk zou kunnen gebeuren of onmogelijk is. (verplaatsing)
Klanken, woorden en zinnen vertegenwoordigen een oneindig aantal mogelijke betekenissen of
bedoelingen. rond hun 3e jaar hebben kinderen de basis gelegd voor de oneindige symbolische
kracht van de taal, waardoor ze situaties kunnen overstijgen.
- combinatorisch en daardoor oneindig generatief; door een eindig aantal symbolen te combineren
ontstaat een oneindig aantal mogelijke vormen. Van klanken tot woorden van woorden tot zinnen
Aantal mogelijke vormen; , met m= aantal verschillende symbolen & n= lengte van reeks. (duality
of pattern) Hoe langer de toegestane reeks, hoe groter de woordenschat.
- discreet; taal plaatst waarnemingen in discrete (van elkaar te onderscheiden) categorieën.
- van vormen; een klank is een b of een p, maar niet iets er tussen in
, - van betekenissen; een vorm is vierkant of rond, maar niet beide
- hiërarchisch; Taal is hiërarchisch gestructureerd, waarbij eenheden zijn gegroepeerd binnen
eenheden; [de grommende hond [met scherpe tanden]]
- recursief; toepassing van een regel op zijn eigen uitkomst. Bijv. de regel ‘voeg een bijvoeglijk
naamwoord toe’ kan je krijgen; de glimmende, rode, grote brandweerauto.
- begrensd; niet alle denkbare combinatie van klanken en woorden zijn grammaticaal. Er zijn door
regels bepaalde dingen ook niet mogelijk/goed.
- formeel systeem; taal is een systeem met specifieke formele eigenschappen. Constituenten kunnen
verplaatst worden. ‘ik heb hem gisteren niet gezien’ en ‘hem heb ik gisteren niet gezien’
Constituenten kunnen worden weggelaten (ellipsis) of gereduceerd (anafora).
- medium voor communicatie en denken; taal legt relatie tussen vormen en betekenissen. Betekenis
wordt deels bepaald door de syntaxis, maar voor een ander deel door context en pragmatiek.
Grammatica; Het systeem van regels en de principes in de geest/hersenen die een taal genereren.
Grammatica is het cognitieve systeem dat vorm en betekenis met elkaar in verband brengt.
Language faculty;
- conceptual; dat je als je bijv. ‘bal’ hoort je ook aan een bal denkt.
- auditory interface; dat wat je hoort.
- pragmatiek; het taalgebruik, je kan met onze zinnen naar bepaalde dingen in de werkelijkheid
verwijzen en dit ook weer begrijpen.
Eenheden in taal; syntaxis, fonologie, semantiek. Syntaxis staat bovenaan omdat mensen dit als
hoofd zien.
L1; moedertaal
Kinderen herkennen al heel jong hun eigen taal
, HC 2;
Positief bewijs; kinderen hebben ervaring nodig met wat in een taal voorkomt.
- bewijs kan alleen effectief zijn als kinderen het juist verwerven en het bewijs is eindig.
volwassenen kunnen niet bepalen wat een bepaalde uitdrukking kan betekenen. Als zij een hond
aanwijzen kunnen zij zowel het hele ding als zijn vacht bedoelen etc.
Negatief bewijs; ook laten zien wat fout is.
- dit wordt niet heel vaak aangeboden, en als het aangeboden wordt wijzen kinderen dit vaak af. Zij
denken dan snel dat de betekenis niet klopt i.p.v. de syntaxis/vorm
Indirect negatief bewijs; herstellen door de vorm van het kind niet te gebruiken. kinderen moeten
dan wel dit waarnemen en als het wordt waargenomen is dat niet noodzakelijk een bewijs dat het niet
voor kan komen.
PLD: primaire taalkundige gegevens; de feitelijke oorspronkelijke eindige taalgegevens waaraan
kinderen worden blootgesteld en waaruit zij de kennis van een specifieke taal moeten afleiden. Een
combinatie van klank en extra-linguïstische ervaring.
Het projectie-probleem; een kind krijgt maar een beperkte input, hij hoort niet alle zinnen die
mogelijk zijn in een taal.
hoe kan een eindig aantal specifieke ervaringen met taal geprojecteerd worden naar volwassen
kennis van de taal.
- kinderen krijgen een aanbod, produceren zinnen en kunnen zinnen begrijpen die ze nooit eerder zo
hebben gehoord, maar wat gebeurt er in die middenstap?
om dit op te lossen moeten kinderen de eenheden ontdekken die in de taal functioneren en hun
organisatie. Bijv. van 5 naar 6
Zeer jonge kinderen zijn al gevoelig voor ritme perceptie en prosodische gevoeligheden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper erpit. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,99. Je zit daarna nergens aan vast.