Week 1 Diabetes mellitus type 1
• Kan gegevens van de cliënt methodisch registreren.
• Kent de methodiek van het ICF en gebruikt deze bij het formuleren van de diëtistische
diagnose en de behandeldoelen.
• Kent de NDF voedingsrichtlijn diabetes 2015 en kan deze toepassen op alle fases van het
diëtistisch consult bij een patiënt met diabetes mellitus type 1.
Nederlandse Diabetes Federatie NDF (2020) Voedingsrichtlijn Diabetes. Voedingsadvies voor mensen
met (een hoog risico op) diabetes: een evidence-based richtlijn met aandacht voor persoonsgerichte
zorg. Geraadpleegd op 22 januari 2021, van https://diabetesfederatie.nl/images/NDF-
Toolkit/NDF_Voedingsrichtlijn_Diabetes_2020.pdf
Hoofdstuk 5 samenvatten (bijzondere situaties)
Profiel 1: zelfmanagement, er is geen ondersteuning nodig.
Profiel 2: er zijn algemene voedingsvragen
Profiel 3: de diëtist op niveau 3 geeft individueel voedingsadvies
Profiel 4: de gespecialiseerde diëtist op niveau 4 geeft individueel voedingsadvies
Omdat 80% van de mensen met diabetes type 2 overgewicht heeft t, ligt de nadruk voornamelijk op
het bereiken of behouden van een gezond gewicht, voldoende lichaamsbeweging en het reduceren
van het risico op cardiovasculaire complicaties.
Bij mensen met diabetes type 1 ligt de nadruk op de afstemming tussen het voedingspatroon, de
koolhydraatverdeling en het insulinewerkingsprofiel om een optimale diabetesregulatie na te streven
en daarmee complicaties te voorkomen of uit te stellen.
➢ Diabetes type 1: Het is nog niet helemaal duidelijk hoe diabetes type 1 ontstaat. Bepaalde
virussen, gewichtstoename op jonge leeftijd en vroege blootstelling aan bepaalde
voedingsmiddelen (waaronder granen, wortelgroenten, kippeneieren en koemelk) zijn
geassocieerd met diabetes type 1
➢ Diabetes type 2: Overgewicht is een van de grootste risicofactoren voor het ontwikkelen van
diabetes type 2. Bij mensen met overgewicht verlaagt gewichtsverlies het risico. Mensen met
een matig en sterk verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) komen in
aanmerking voor een gecombineerde leefstijlinterventie. De eerste keuze bij de behandeling
van kinderen en volwassenen met een matig en sterk verhoogd GGR is een behandeling
, bestaande uit verschillende interventies. Deze ‘gecombineerde leefstijlinterventie’ bestaat
uit: - Individueel samengesteld energiebeperkt dieet met aandacht voor verbetering
eetgedrag op langere termijn (> 1 jaar). - Verhogen van lichamelijke activiteit. - Eventueel
toevoeging van psychologisch interventies ter ondersteuning van gedragsverandering.
Het is bewezen dat een voedingspatroon rijk aan volkorenproducten, fruit, groenten, peulvruchten
en noten, met weinig geraffineerde graanproducten, rood of bewerkt vlees en zonder
suikerhoudende dranken geassocieerd is met een relatief lage kans op diabetes type 2. Daarnaast is
de inname van yoghurt, koffie en vitamine D invers gerelateerd(beschermend) aan type 2.
Bij mensen met diabetes type 1 ligt de nadruk op de afstemming tussen het voedingspatroon, de
koolhydraatverdeling en het insulinewerkingsprofiel om een optimale diabetesregulatie na te streven
en daarmee complicaties te voorkomen of uit te stellen.
diverse voedingspatronen, zoals een koolhydraatbeperkt, vetbeperkt, mediterraan, DASH en
vegetarisch voedingspatroon zijn geassocieerd met een relatief gunstig risicoprofiel.
Bij mensen met recent gediagnosticeerde diabetes en overgewicht moet gestreefd worden naar
minimaal 5-10% gewichtsreductie. Bij ernstig overgewicht kunnen Low Calorie Diets (800-1200
kcal/dag), Very Low Calorie Diets (<800 kcal/dag), maaltijdvervangers of intermitterend vasten
worden aanbevolen onder medische begeleiding. (voorkom hypoglykemie)
NDF Voedingsrichtlijn Diabetes 2020
https://diabetesfederatie.nl/images/NDF-Toolkit/NDF_Voedingsrichtlijn_Diabetes_2020.pdf
Preventie van diabetes
➢ Diabetes type 1: het is nog niet helemaal duidelijk hoe diabetes type 1 ontstaat. Bepaalde
virussen, gewichtstoename op jonge leeftijd en vroege blootstelling aan bepaalde voedings-
middelen (waaronder granen, wortelgroenten, kippeneieren en koemelk) zijn geassocieerd
met diabetes type 1.
➢ Diabetes type 2: overgewicht is een van de grootste risicofactoren voor het ontwikkelen van
diabetes type 2. Bij mensen met overgewicht verlaagt gewichtsverlies het risico. Mensen met
een matig en sterk verhoogd gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico (GGR) komen in
aanmerking voor een gecombineerde leefstijlinterventie. De eerste keuze bij de behandeling
van kinderen en volwassenen met een matig en sterk verhoogd GGR is een behandeling
bestaande uit verschillende interventies. De ‘gecombineerde leefstijlinterventie’ bestaat uit:
• Individueel samengesteld energiebeperkt dieet met aandacht voor
verbetering eetgedrag op langere termijn (> 1 jaar).
• Verhogen van lichamelijke activiteit.
• Eventueel toevoeging van psychologische interventies ter ondersteuning van
gedragsverandering.
De GLI (Gecombineerde Leefstijl Interventie) wordt sinds 2019 onder voorwaarden vergoed door de
basisverzekering. Een GLI wordt uitgevoerd door hbo-opgeleide en erkende leefstijlcoaches. Voor
mensen met diabetes die deelnemen aan een GLI is het belangrijk dat het voedingsadvies dat als
onderdeel van de GLI wordt gegeven, ook is aangepast aan de persoon met diabetes. Dit
persoonsgerichte voedingsadvies moet worden gegeven door een diëtist, volgens zorgprofiel 3 en 4
uit de Zorgmodule Voeding. Indien de leefstijlcoach in de GLI geen diëtist is en de deelnemer met
,diabetes aan de GLI op dat moment niet in behandeling is bij een diëtist, zal naar een
(diabetes)diëtist verwezen moeten worden.
Verschillende voedingspatronen zijn geschikt voor mensen met een hoog risico op diabetes type 2.
De kwaliteit van de geconsumeerde vetten en koolhydraten is belangrijker dan de hoeveelheid van
deze macronutriënten. Het is bewezen dat een voedingspatroon rijk aan volkorenproducten, fruit,
groenten, peulvruchten en noten, met weinig geraffineerde graanproducten, rood of bewerkt vlees
en zonder suikerhoudende dranken geassocieerd is met een relatief lage kans op diabetes type 2.
Daarnaast is de inname van yoghurt, koffie en vitamine D invers gerelateerd (beschermend) aan
diabetes type 2. Verschillende voedingspatronen voldoen aan deze criteria, zoals de Schijf van Vijf,
maar ook een koolhydraatbeperkt, vetbeperkt, mediterraan, DASH en vegetarisch/veganistisch
voedingspatroon. Het voedingspatroon wordt aangepast aan de individuele wensen en behoeften
van de persoon met diabetes (budget, religie, cultuur, overtuiging en kennis) om te komen tot een
persoonsgericht voedingsadvies waarbij de volwaardigheid van het voedingspatroon uitgangspunt is.
Behandeling van diabetes
Bij mensen met diabetes type 1 ligt de nadruk op de afstemming tussen het voedingspatroon, de
koolhydraatverdeling en het insulinewerkingsprofiel om een optimale diabetesregulatie na te streven
en daarmee complicaties te voorkomen of uit te stellen.
Net als voor mensen met een hoog risico op diabetes, is aangetoond dat diverse voedingspatronen,
zoals een koolhydraatbeperkt, vetbeperkt, mediterraan, DASH en vegetarisch voedingspatroon zijn
geassocieerd met een relatief gunstig risicoprofiel bij mensen met diabetes type 2. Omdat 80% van
de mensen met diabetes type 2 overgewicht heeft, ligt de nadruk voornamelijk op het bereiken of
behouden van een gezond gewicht, voldoende lichaamsbeweging en het reduceren van het risico op
cardiovasculaire complicaties.
Van de onderzochte voedingspatronen bij mensen met diabetes zijn het mediterrane
voedingspatroon en een voedingspatroon volgens DASH het meest volwaardig. Bij deze
voedingspatronen is het risico op tekorten klein. De toepassing van de Schijf van Vijf bij mensen met
diabetes is nog niet onderzocht. Bij een koolhydraatbeperkt, vetbeperkt, vegetarisch/veganistisch
voedingspatroon is dit risico iets groter en verdient het aandacht om zorg te dragen voor voldoende
inname van vezels, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen.
De wisselende resultaten uit de literatuur laten zien dat er niet één voedingspatroon is dat het meest
geschikt is voor mensen met diabetes, maar dat er meerder voedingspatronen geschikt zijn om te
volgen voor mensen met diabetes. Bij het veranderen van het voedingspatroon is het raadzaam om
de bloedglucosespiegel nauwkeurig te monitoren zodat de persoon met diabetes kan leren hoe de
bloedglucosespiegel reageert op bepaalde voeding. Daarnaast is het belangrijk om rekening te
houden met het lipidenprofiel, bloeddruk en het gewicht. Verwijs voor voedingsadvies op maat naar
de diëtist.
De nadruk ligt op de kwaliteit van de voeding, waarbij de voeding persoonlijk wordt aangepast en
rekening wordt gehouden met persoonlijke wensen, culturele voedselvoorkeuren en juiste
hoeveelheid energie. Kwalitatief goede voedingsmiddelen die in alle geschikte voedingspatronen
terugkomen zijn onder meer volkoren graanproducten, vezelrijke groenten, fruit, peulvruchten,
noten en olijfolie.
, Voedingspatronen
In de volgende tabel zijn de diverse voedingspatronen beschreven die geschikt zijn voor mensen met
(een hoog risico op) diabetes. De kenmerken en aandachtspunten worden per voedingspatroon
benoemd. Bespreek de verschillende aspecten van de voedingspatronen. Op die manier kunnen
mensen in overleg een keuze maken voor een voedingspatroon dat goed bij de persoonlijke
voorkeuren past. De volwaardigheid en kwaliteit van de voeding staan bij alle genoemde
voedingspatronen centraal.