Belangrijk wat voor soort micro-organismen ziekte veroorzaakt
→ bij cariës niet belangrijk, geen antibiotica tegen namelijk
diagnostiek als zinvol voor keuzes maken
aanpak:
gesloten methode: ik weet wat ik zoek en dat zal ik vinden
open methode: ik weet niet wat ik zoek e sta open voor onverwachte uitkomsten
globale stappen
- monster nemen
- isolatie (reinkweek)
o niet altijd nodig, ophopen is niet altijd nodig
o breedspectrum voedingsbodem
o aeroob en/of anaeroob groeien
- identificatie
o kweek: voedingsbodems
o non-kweek: microscopie, DNA-analyse
o immunologisch:
▪ serologie: gebruik van antigeen-antilichaam specifiteit: binden als ze
goede bacterie tegenkomen, ontstaat neerslag door witte bolletjes. Voor
meerdere dan op ELISA plaat: antilichamen op aan onderkant plaat,
bacterien toevoegen dan: enzymatische reactie ontstaan en dan positief
of negatief signaal
- evaluatie(AB gevoeligheid)
hemolyse is belangrijke eigenschap
api-test: veel reageerbuisjes met aangebrachte dingen waar je iets van wilt weten → afhankelijk
van soort geeft het een kleuromslag
DNA-analyse:
- isolatie van DNA uit monster
- identificatie soort op basis van sequentie stukje van specifiek stukje DNA
o PCR: gebaseerd op ribosomale RNA → als micro-organismen hebben dit:
Bacteriën 16S rRNA, eukaryoot 18S rRNA, V3 en V4 vooral gebruikt voor PCR:
Probes=complementaire nucleotiden en als volledig hetzelfde zijn dan binden ze →
geeft aan welke soort, primer geeft regio aan
o DNA hybridisatie: vastmaken van DNA aan membraan
o sequencing
RNA moleculen bestaan uit constante gebieden met variabele, minder belangrijke regios →
gevoelig voor mutaties, hopen op
Serotyping: detectie specifiek oppervlakte eiwit middels antilichamen
,Zijn er open methodes?: sequencen van DNA volgorde
Hoe langer lezen is hoe meer variabele regio’s je kunt aflezen hoe preciezer je kunt zeggen welke
soort het is
Evaluatie:
- vooral AB gevoeligheid
- resulteert in behandel advies
- MIC (concentratie nodig om groei te remmen) voor gangbare AB
Diagnostiek: waarom? Heeft het invloed op behandeling?
Antibiotica
- anti bios = tegen het leven
- als geneesmiddel gebruikte stof die de groei van bepaalde micro-organismen belemmert
- microbe-dodend middel
→ antibiotica niet specifiek tegen pathogeen
antibioticum: geproduceerd door micro-organismen: doodt of verhindert groei van een ander
m.oo.
antimicrobiële stof: stof die m.o. doodt of hun groei verhindert
targets: processen in bacteriële cellen die uniek zijn
- celwand
- ribosomen (translatiesysteem)
groepen antibiotica:
- beta lactam antibiotica:
o penicillines
o cefalosporines
o carbapenem
- tetracyclinen
- macroliden
- lincosamiden
- chinolonen
- metronidazol
belangrijke begrippen:
selectieve toxiciteit: eigenschap om m.o. te remmen of te doden zonder de gastheer te schaden
therapeutische breedte: dat het wel giftig is voor de bacterie maar niet voor de gastheer
breedspectrum middel: gram positief en gram negatief
smal spectrum: antibiotica gericht tegen gram negatief of gram positief
bacteriostatisch: bacteriegroeiremmend
bactericide: bacteriedodend
MIC: minimal inhibitory concentration
MBC: minimalbactericidal concentration
Mechanisme van antibiotica:
- antimicrobiele middelen: verschil tussen gastheer en micro-organismen uitbuiten (zijn
targets)
Restgroep is synthetische groep die varieert→kan target zijn
, - Betalactamring is essentieel → zorgt voor activiteit, verandering dan kan inactief
worden → betalactamaze knipt ring en maakt inactief
Dus: is actieve ring van antibiotica
Polysachariden niet langs elkaar schuiven door de crosslinks
Transpeptidases koppelen celwandonderdelen
Gram negatief en grampositief beiden peptidoglycan in
Verschil mens → micro organismen, pencilline werkt hier op in
- celwand
- eiwitsynthese
o lincosamiden
o macroliden
o tetracyclinen
- DNA-replicatie
Eiwitsynthese remmer: bindt aan de 50S subunit van het bacteriële ribosoom
Macroliden: grote antibiotica
- macrolide ring:
o macrocyclische lacton ring
o vb: erythromycine
o bindt aan 50S subunit
o bacteriostatisch antibioticum: remt groei als antibioticum weghaalt
mechanisme 3:
dna replicatie:
metronidazol:
- bacteriocidisch, grijpt aan op DNA: oxidatieve schade aan DNA
- wordt door bacteriën zelf geactiveerd
- werkt alleen op anaerobe bacteriën
antimyotica:
- schimmels grootste producent antibiotica
- bescherming nutriënten tegen snel groeiende bacteriën
- dus antibiotica natuurlijk en resistentie daar tegen ook!
Schimmel
celwand: Antigeen celwand met polysachariden
Celenvelop: membraan met ergosterol, celmembraan net iets andere fosfolipiden
Targets: membraan, celwandsynthese en egrosterolsynthese
Polyenen grijpen in op celmembraan
Nystatine&hotericine B maken poriën in de cytoplasma membraan
Azolen verschillende bindingsplaatsen, grijpen in op zelfde pathway, lage giftigheid naar
mensen toe
Beta1,3 niet kunnen maken dan turgor waardoor celwand kan knappen en schimmel doodgaat
Afsluitend:
, - AB pakken aan op verschillen tussen micro-organismen en gastheer
- AB natuurlijk van oorsprong,
Infectie en ontsteking
Gingivitis
Kleur gingiva bepaald door dikte en bloedvaten
Stipjes in gingiva: immuuncellen
Gingivitis:
Plaquevorming langs de gingiva tand
- klinisch: symptomen + metingen
- biologie: veranderingen in epitheel, vascularisatie, immuun repsonse
plaque vorming:
- pellicle formatie
o glycoproteïnen (speeksel)
o bescherming tandoppervlak
- → micro-organismen kunnen hier aan binden
- biofilm formatie
o orale micro-organismen
o maturatie → pH verlaagt + anaerobe omgeving, zuurstof komt veel moeilijker
binnen
plaque meten?
- onderzoek-/studie doeleinden
- patiënten zorg/registratie
- patiënten motivatie
- reflectie van systemische veranderingen?
Plaque zichtbaar meten?
- aanwezig/afwezig
- sillness&Loë methode
- Quigley & Hein, Turesky modificatie
Plaque index: Sillness en Loë
- 0 = geen tandplaque aanwezig
- 1 = geen zichtbare plaque op het blote oog, maar wel wanneer met de sonde langs het
tandopp/gingiva rand wordt gestreken
- 2 = het tandopp. Langs de gingivarand is bedekt met zichtbare plaque
- 3 = grote hoeveelheden tandplaque aanwezig
plaque index: Quigley & Hein. Turesky mod.
- 0 = geen tandplaque aanwezig
- 1 = lichte plaque verspreid langs het tandopp/gingivarand
- 2= zichtbare plaque (dunne continue band van max 1 mm
dikte) langs het tandopp/gingivarand
- 3 = zichtbare plaque (continue band van minimaal 1 mm
dikte tot < 1/3e van de kroon)
- 4 = zichtbare plaque (continue band van 1/3e >-<2/3e van
de kroon)
- 5 = zichtbare plaque (> 2/3e van de kroon)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lauritvandenboom. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.