College 1.1 KENNIS
De nitie gezondheid —> gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en
sociaal/maatschappelijk welbevinden en niet slechts de afwezigheid van ziekte of gebrek
• Brengt medicalisering op gang omdat er om volledige gezondheid wordt geeist
• Volgens deze de nitie is bijna niemand gezond omdat bij kleine gebreken zoals een
oogafwijking of werkloosheid al leiden tot een slechte gezondheid. (Gezondheid volgens de
WHO)
De nitie gezondheid —> gezondheid is het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te
voeren, in het licht van de sociale, mentale en fysieke uitdagingen van het leven. (Positieve
gezondheid volgens Huber et al.)
• Positieve gezondheid wordt geoperationaliseerd adv 6 dimensies (die dienen als indicatoren);
lichaamsfuncties, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven, sociaal maatschappelijk
participeren en dagelijks functioneren. Deze de nitie laat zien dat gezondheid automatisch iets
medisch moet zijn.
• Met deze de nitie kunnen mensen zelf meer bepalen/imput geven over wanneer ze gezond zijn
(of tevreden zijn met hun leven).
- Iemand in een rolstoel is volgens de WHO de nitie niet gezond, maar volgens Huber et al. Wel,
omdat hij zich aan past aan zijn situatie
- 90 jarige man wil euthanasie plegen omdat hij zich eenzaam voelt, maar is voor de rest t. Hij is
volgens de WHO de nitie gezond, maar volgens Huber et al. Niet
Er zijn verschillende modellen om ziekte en gezondheid te omschrijven.
• Het biomedische model; er is een ‘storing’ van een normaal functionerend organisme. Bij de
kleinste mate van storing is er al sprake van ziekte, dit is dan objectief meetbaar. De patiënt
heeft een passieve rol ende focus ligt bij de behandeling van een arts en het wegnemen van de
oorzaak van ziekte
—> verouderd model met slechte invloed op genezing.
Oer principes;
1. Doctrine van de speci eke etiologie —> er moet altijd een oorzaak zijn in het lichaam zelf
2. Ziekte bestaat niet zonder pathologisch-anatomisch substraat —> ziekte moet zichtbaar
gemaakt kunnen worden in het lichaam
3. Universalisme —> ziekte gedraagt zich bij verschillende mensen hetzelfde, iedereen voelt zich
hetzelfde bij een bepaalde ziekte
4. Wetenschappelijke neutraliteit, objectiviteit —> kennis verzamelen door
scans om vast te stellen of iemand ziek is meetbaar dus objectief en
universeel.
• Het bio-, psycho-, sociaal model; er is sprake van een continuüm tussen
ziekte en gezondheid —> iemand kan zich beter of slechter voelen door
verloop van tijd. De patiënt heeft een actieve rol in het ziekte proces (kan zelf
dingen doen om de gezondheid te bevorderen). Er is een samenspel van
biologische psychologische en sociale factoren. Dit kunnen ook verschillende
aangrijpingspunten zijn voor ziektepreventie en gezondheidsbevordering.
DE DRIE DIMENSIES VAN ZIEKTE
- disease = ziek zijn vanuit medisch professioneel perspectief. Er wordt objectief
gekeken naar mensen, er worden afwijkende waarde gemeten dus er is sprake
van een ziekte.
- Illness = de mening van de patiënt zelf wordt gegeven. Er hoeft niet perse een
afwijkende waarde in het lichaam te zijn voor een patiënt om zich ziek te voelen.
De patiënt kan niet de dingen doen die hij wil doen door zijn ziekte.
- Sickness = de mate waarin een ziekte door de maatschappij wordt
geaccepteerd. Vooral belangrijk om toegang te krijgen tot voorzieningen (zoals
uitkeringen).
fi fi fi fi fi fi fi fi
,Ziektelabels zijn belangrijk voor; erkenning (goed voor verkrijgen van voorzieningen), afbakening
van het medisch domein (naar welke dokter en welke behandeling moet iemand krijgen/ wat moet
de arts doen) en dit brengt de gevolgen in kaart van de manier waarop er behandeld moet worden
(wie moet wat doen over en onderbehandeling).
3 THEORIEEN OVER ZIEKTE
- naturalistische theorie; ziekte en gezondheid moeten worden afgemeten aan het statistische en
biologisch gezien normale functioneren van het organisme (perspectief) Voordeel; kan op elk
organisme worden toegepast, sluit aan bij biomedisch denken. Nadeel; mensen worden als
biologische wezens gezien zonder een eigen mening, alles wat niet normaal is is ziek.
- Normativistische theorie nordenfelt; gezondheid is iemands vermogen om onder normale
omstandigheden voor hem of haar essentieel doelen te bereiken die een minimaal niveau van
welbevinden of geluk bewerkstelligen (illness perspectief). Er wordt gekeken naar de mensen
als meer dan alleen een biologisch wezen (holistische blik = mens wordt gezien als een geheel
wezen). Nadeel; doelen zijn heel subjectief, gezondheid gaat niet alleen over lichamelijke
aspecten. Voordeel; zelfs als je in een rolstoel zit maar jezelf gelukkig voelt ben je volgens deze
theorie gezond.
- Sociaal-constructivistische theorie; wat een ziekte is wordt bepaald door de maatschappij en
wat die maatschappij als goed of slecht of normaal ziet (sickness perspectief). Voordeel; sociale
aspecten worden wel belicht. Nadeel; de de nitie kan per land verschillen.
fi
, COLLEGE 2.1 KENNIS
1. HET STRESS-COPING MODEL
Er zijn verschillende vormen van stressoren in het stress-copingmodel
- de potentiële stressor —> situaties, gebeurtenissen of prikkels die belastend zijn en een
aanpassing vereisen (dingen waar je aan moet wennen / waar aanpassing voor nodig is).
- Levensgebeurtenissen (life events) —> hele grote en dramatische aanpassing vragen, situaties
die het hele leven op zijn kop zetten, werk privé enz (bv overlijden echtgenoot of scheiding) niet
alleen negatief, ook bv zwangerschap of huwelijk.
- Dagelijkse moeilijkheden (daily hazards) —> op zichzelf niet heel belastend of stressvol, maar
situaties die het dagelijkse ritme verstoren. Wordt irritanter als ze vaker gebeuren en dus om
een aanpassing vragen (bv etssleutel kwijt, zorgen over gewicht, ziekte van familie, huiswerk
of een overvolle planning. Op zich niet erg, maar als het te veel wordt veroorzaakt het stress.
- Chronische stressoren —> langdurige aanhoudende situaties die sterk interfereren met het
dagelijks leven (bv medicijn gebruik of gewicht) houd lang aan is er altijd.
- primaire stressoren —> oorspronkelijke stressoren (bijvoorbeeld baanverlies).
- Secundaire stressoren —> gevolgen van de primaire stressoren (bijvoorbeeld ruzies thuis en
nanciële problemen na baanverlies).
Kenmerken van stressoren zijn; hoge intensiteit, oncontroleerbaarheid (mensen hebben graag de
touwtjes in handen), onvoorspelbaarheid (mensen kunnen zich niet op stress voorbereiden),
langdurigheid (als iets te lang duurt gaat het meer stress opleveren bv corona) en een hoge
ambiquiteit (men weet niet of iets positief of negatief uit gaat pakken en of men er goed aan doet).
De impact van stress is niet hoog op het dagelijkse leven, daily hazards hebben een sterkere
invloed, omdat critical life events (bv een ziekte diagnose of ongeluk) zich vaak vertalen in
allemaal kleine daily hazards. Deze impact is niet groot omdat het niet gaat over welke
gebeurtenissen, maar over hoe iemand omgaat met deze gebeurtenissen (iedereen reageert
anders op situaties en iedereen schat situaties anders in).
Bij de inschattingen die mensen maken is er sprake van een primaire en een secundaire
inschatting;
Primaire inschatting Secundaire inschatting
Beoordeling van de situatie in relatie tot Beoordeling van de eigen mogelijkheden
eigen welzijn om met de situatie om te gaan
Neutraal vs. Positief vs. Negatief (schade Positief vs. Negatief
vs. Dreiging vs. Uitdaging
Primaire en secundaire inschattingen vinden tegelijkertijd plaats en worden regelmatig herhaald
Iedereen maakt een andere inschatting, bij sommige mensen ontstaat in een situatie geen stress
en bij anderen wel (beide negatief —> stress)
Stress en stressreacties
Stress; subjectieve ervaren onevenwicht tussen interne en/of externe gebeurtenissen/prikkels en
de mogelijkheden er mee om te gaan.
fi fi
, Stressreacties;
▪ fysiologisch; zweten, hart gaat sneller kloppen, stresshormonen
▪ cognitief (denken); concentratie problemen, piekeren
▪ emotioneel; boos worden, verdrietig worden, zenuwachtig zijn
▪ gedragsmatig; chagrijnig, kortaf tegen naasten (prikkelbaar) onrustig bewegen (tikken met
vingers enz), slecht slapen, meer fouten maken
Mensen functioneren het beste bij een gemiddeld stress
niveau, liefst iets hoger zodat iets als uitdaging gezien
worden. Dit stressniveau mag echter niet te lang duren,
omdat het dan negatieve invloeden kan hebben.
Mensen kunnen een lange tijd met veel stress
functioneren, maar na een bepaalde tijd zal dit niet meer
gaan (bv bij langdurige mantelzorgers). Hoe langer deze
stress duurt, hoe langer het herstel ook zal duren.
Stress hoeft dus niet altijd vermeden worden, maar het
mag niet te lang en te intensief zijn
Coping
—> alle mentalen en gedragsmatige acties die gericht zijn op het omgaan met als stressvol
ervaren interne en/of externe prikkels/gebeurtenissen. Mensen kunnen slecht tegen een
onevenwicht en reageren dus hoe dan ook op de ervaren stress om hun evenwicht weer in balans
te krijgen (coping).
Poging om het evenwicht te herstellen is relevant, niet of het daadwerkelijk lukt (sprake van
ine ectieve coping —> levert meer stress op)
Coping is geen automatische fysieke reactie, maar vergt inspanning (bewuste reactie)
—> bijvoorbeeld; Hulpvragen, zelfoverschatting, ontkenning, alcohol en drugsgebruik, weglopen
van de situatie, troost zoeken, bidden, actief
aanpakken vd situatie, planning maken, optimistisch
denken, in paniek raken
Dimensies van coping;
1e dimensie (wat); hanteren van het probleem
(probleem gerichte coping) vs reguleren van de
negatieve emoties ( emotie gerichte coping)
2e dimensie (hoe); zich richten op het probleem/ de
emoties (toenaderende coping) vs zich niet richten op
het probleem/de emoties (vermijdende coping).
Weglopen van de situatie.
Mensen gaan allemaal anders om met stress, omdat
iedereen anders op een situatie reageert en mensen
over verschillende hulpbronnen beschikken waardoor stress in sommige gevallen makkelijker
opgelost kan worden.
Hulpbronnen
—> hebben invloed op de primaire en/of secundaire inschatting en/of op de keuze van
copingstrategieen (mensen hebben toegang tot verschillende hulpbronnen, dus hun reactie is ook
anders).
▪ psychologische bronnen: persoonlijkheidseigenschappen en competenties
▪ praktische bronnen: goede nanciële situatie, goede gezondheid en materiële resources
▪ sociale bronnen: sociale integratie en sociale steun
ff
fi