2.1 cellen leven samen
Wat zijn cellen?
functionele basiseenheid van het leven
Wat is een organisme?
Een levend wezen
Welke brandstof gebruiken cellen het meest?
glucose
Hoe neem je glucose op in je cellen?
Insuline wordt vanaf de alvleesklier via je bloedt samen met glucose naar je cellen
vervoert. De hoeveelheid glucose daalt dan en je cellen kunnen doorwerken
Wat zijn organisatieniveaus?
begrensde biologische structuren, met een duidelijke samenhang tussen de
onderdelen waarbij elk niveau voortbouwt op de onderliggende niveaus
Een orgaan bestaat weer uit weefsels en een cel uit allerlei organellen
Op welke manier zijn de organisatieniveaus gerangschikt?
Van klein (molecuul) naar groot (systeem aarde)
Op welke organisatieniveaus is er bij een suikerziekte iets mis?
De alvleesklier (orgaanniveau) maakt te weinig insuline (molecuulniveau). Als gevolg
daarvan nemen haar cellen (celniveau) te weinig glucose op. Daardoor functioneert
haar lichaam niet goed, voelt zij (organismeniveau) zich niet lekker en is zij moe.
Wat zijn alle organisatieniveaus?
Molecuul: een structuur die bestaat uit meerdere
atomen en met alle eigenschappen van die bepaalde stof
Organel: een onderdeel van de cel met een bepaalde taak
Cel: de functionele basiseenheid van elk organisme.
Een cel bevat cytoplasma, erfelijk materiaal en is omringd
door een membraan
Weefsel: een groep cellen met dezelfde bouw en functie
Orgaan: verschillende weefsels die samen werken aan
een bepaalde taak
Orgaanstelsel: diverse organen die samen een bepaalde
taak hebben
Organisme: een levend wezen (zoals jij, en hond en de zonnebloem in de tuin)
Populatie: een groep organisme van dezelfde soort in een bepaald gebied. Alle organisme
met vergelijkbare eigenschappen die zich onderling kunnen voortplanten en vruchtbare
nakomelingen kunnen krijgen horen tot dezelfde soort.
Levensgemeenschap: alle organismen (die onderlinge relaties hebben) in een bepaald gebied
Ecosysteem: een begrensd gebied waarin een organisme met elkaar en met de levenloze
natuurrelaties hebben
Systeem aarde: een dynamisch systeem gevormd door alle fysische, chemische en
biologische processen op aarde en hun onderlinge interacties
Wat is een emergente eigenschap?
Een nieuwe eigenschap op een hoger organisatieniveau die ontstaat door interactie
van delen op een lager organisatieniveau. De onderdelen apart hebben die
eigenschap niet.
Je hebt spieren, botten en zenuwstelsel. De emergente eigenschap is kunnen
sporten.
Je hebt hersencellen. De emergente eigenschap is kunnen denken.
, Wat zijn levenskenmerken?
alle kenmerken, eigenschappen en processen die typisch zijn voor het leven zoals we
dat op aarde kennen
Wat zijn de levenskenmerken?
Opgebouwd uit een of meer cellen
Groei
Voortplanting
Stofwisseling (opnemen, omzetten en afgeven van stoffen)
Waarnemen van en reageren op veranderingen in de omgeving
Organisatie van erfelijk materiaal
Wat is diabetes type 1?
Ziekte waarbij de cellen die insuline maken beschadigd zijn. De cellen die insuline
maken bevinden zich in kleine groepjes bij elkaar: eilandjes van Langerhans. Een te
hoog glucosegehalte in het bloed, een ‘hyper’, leidt tot veel plassen, dorst en
vermoeidheid. Een te laag glucosegehalte, een ‘hypo’, leidt tot zweten, trillen,
duizeligheid en honger. In veel gevallen helpt het eten van wat suiker tegen de
klachten van een hypo. Bij een hyper ligt dat ingewikkelder.
Wat kan je doen tegen diabetes?
Insuline spuiten, transplantatie van de alvleesklier, transplantatie van de eilandjes
van Langerhans of het gebruik van stamcellen
Wat zijn stamcellen?
cellen die het vermogen hebben zich te blijven delen
en kunnen differentiëren in gespecialiseerde celtypen.
Artsen kunnen uit de dochtercellen weefsels maken
zoals eilandjes van Langerhans of zenuwweefsel
Wat is celdifferentiatie?
ontstaan van cellen die verschillen in grootte, vorm en functie
Hoe onderscheiden gedifferentieerde cellen zich?
Door de verschillende eiwitten
Wat zijn eiwitten?
organische stoffen, opgebouwd uit aminozuren; betrokken bij alle levensprocessen
Spiercellen maken spiereiwitten. Huidcellen maken keratine
Hoe groter een cel is, hoe groter de energiebehoefte (glucose en zuurstof)
Wat zegt de grote van het oppervlak van een celmembraan?
Het is bepalend voor de hoeveelheid glucose en zuurstof
die de cel tegelijk kan opnemen en heeft daarmee invloed
op de snelheid van de energieproductie.
Je darmcellen hebben een celmembraan met veel
uitsteeksels, wat zorgt voor een groot
opnameoppervlak. Ze kunnen hierdoor veel stoffen
tegelijkertijd opnemen.
Hoe beperkt de verhouding oppervlak/inhoud de maximale
grootte die cellen kunnen hebben?
Kleine cellen hebben relatief gezien een groot oppervlak en een klein volume. Zij kunnen snel
voldoende stoffen uit hun omgeving opnemen of er aan afstaan. Bij cellen
met een groter volume is er een ‘tekort aan oppervlak’ om dat snel genoeg te kunnen
Wat is weefselvloeistof?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper felineraimond. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,93. Je zit daarna nergens aan vast.